Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Eeuw. Jaargang 21 (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Eeuw. Jaargang 21
Afbeelding van Onze Eeuw. Jaargang 21Toon afbeelding van titelpagina van Onze Eeuw. Jaargang 21

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.38 MB)

Scans (72.02 MB)

ebook (4.22 MB)

XML (2.97 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Eeuw. Jaargang 21

(1921)– [tijdschrift] Onze Eeuw–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 110]
[p. 110]

Leestafel.

Sagen van Koning Arthur en de ridders van de tafelronde door Nelly Montijn-de Fouw, gëill. door Arth. Rackham. Zutphen, W.J. Thieme en Cie.

Al behooren wij niet tot het volk dat de Arthursagen schiep, toch zijn deze sagen reeds zoo vroeg op Nederlandschen bodem overgebracht, dat zij tot nationaal bezit geworden zijn. In de zeventiende eeuwsche litteratuur zijn geen sporen van bekendheid daarmede, maar sinds de romantiek de Renaissance-litteratuur verving was de baan tot wederkomst der Arthur-sage bereid. In den laatsten tijd is de liefde voor deze dichterlijke wereld in West-Europa zoozeer toegenomen dat wij deze sagen lezen alsof ze onze eigen droomen waren in oud-Europeesche gestalte. De bewerking in den hier bovengenoemden bundel aan het Nederlandsche publiek aangeboden, heeft dan ook alle kans van een dankbare schare van lezers te vinden. Het mooi uitgegeven boek met zijn grillig-fraaie Rackham-platen en zijn dichterlijke verhaaltrant, is een aantrekkelijk bezit voor menigeen die gaarne met den geest in verre werelden dwaalt. Alleen reeds de eigennamen die hier voorkomen en die ieder lezer kent, zijn een poëzie op zichzelf: Excalibur, Broceliande, Brangwaine, Gumurun, Conduriramur. Toelichtende inleidingen verhoogen de waarde dezer bewerking.

B. de H.

Dr. K.H. de Raaf en J.J. Griss. Zeven eeuwen. Spiegel der Nederlandsche letteren van 1200 tot heden. Vierde Deel: Stroomingen en gestalten. W.L. & J. Brusse's Uitg.-Mij. Rotterdam.

De aan dit werk voorafgaande deelen bevatten bloemlezingen uit de Nederlandsche poëzie en het proza sedert 1200. Het vierde deel, waarmee het werk volledig is, geeft een geschiedenis der letterkunde. Aanstonds treft aan dit boekdeel de royale en smaakvolle uitgave, de goede druk en aesthetische verzorging, waardoor het niet op ouderwetsche manier als schoolboek aandoet maar als lees- en studiewerk trekt.

Wat de indeeling der stof aangaat: niet aanstonds is de lezer daarmee verzoend. De schrijvers zijn twee in aantal en daarmee vermoedelijk hangt samen een tweeheid in den opzet van het boek; na een schildering der letterkundige stroomingen van middeleeuwen en nieuwen tijd tot

[pagina 111]
[p. 111]

heden, volgt in een tweede gedeelte afzonderlijk een bespreking der schrijvers en dichters van Roemer Visscher af tot heden. Het boek is op deze manier twee boeken over hetzelfde onderwerp, daar de stof in beide deelen dezelfde is al ligt in elk der beide de nadruk anders. In het gedeelte dat de letterkundige stroomingen behandelt is het een verdienste dat de Nederlandsche letterkunde in verband gebracht wordt met de buitenlandsche. Toch lijkt het in sommige paragrafen of de Schr. niet over de Nederlandsche, maar over de buitenlandsche letterkunde het woord voert - hetgeen de eenheid van het werk schade doet. Deze bezwaren die wij te berde brengen, achten wij echter niet van al te overwegend belang. Als leesboek heeft het werk van Dr. de R. en den Heer G. voortreffelijke eigenschappen. Het is boeiend geschreven, legt verband tusschen historische omgeving en letterkundige strooming; het teekent zijn figuren met liefde en met kleur; daalt niet in nuttelooze details, vermoeit niet met overmaat van boektitels of vermelding van levensbizonderheden waarom geen wijs mensch vraagt. Het is breed opgevat, niet exklusief aesthetisch, maar psychologisch-aesthetisch en heeft waardeering soms ook voor letterkundig werk dat aan litteraire schoonheid arm is, maar toch nog een waarde heeft die men te licht voorbij ziet.

Daar kennis van en liefde voor de Nederlandsche letterkunde noodig zijn voor onze beschaving, achten wij dat deze ‘Zeven eeuwen’ bij het tegenwoordig geslacht tot deze beschaving kunnen en zullen medewerken.

B. de H.

F.M. Dostojefski. ‘Booze geesten’, uit het Russisch, door S. van Praag. Amsterdam. Van Holkema en Warendorf.

Dostojefski in de mode! De vertalingen van zijn werken volgen elkander met korte tusschenpoozen op en groot en klein verslindt ze gretig. Vanwaar deze late populariteit? Laat ons de redenen niet zoeken, maar slechts constateeren dat niemand minder geschikt is voor modeauteur dan deze, die den lezer zooveel te denken en te raden overlaat. En dan is dit boek van al D's. grootere werken misschien wel 't allerminst geschikt voor een groot publiek, want de eischen die hier de schrijver stelt aan de scherpzinnigheid van zijn lezer zijn enorm. Edoch, de moeite wordt beloond, en wie het kolossale boek genoten heeft, voelt zijn gemoedsleven en zijn kennis van de menschelijke natuur verrijkt.

Over de vertaling kan ik helaas niet oordeelen, omdat ik geen Russisch ken, maar het Hollandsch klinkt goed en het lijkt wel dat de persoonlijke stijl van den schrijver goed weergegeven is. Slordigheden zijn er echter vele en heel de uitgave is te haastig in elkander gezet. Het gevolg

[pagina 112]
[p. 112]

daarvan is ook - naar de vertaler mij op een vraag om inlichting mededeelde - dat in den laatsten zin van het boek een zeer belangrijke vergissing geslopen is: in het Hollandsch staat dat de doctoren bij Nikolaas Stawrogin (de hoofdpersoon) door onderzoek na den dood krankzinnigheid constateerden; de Russische uitgave vermeldt dat zij waanzin verwierpen. Het is goed dat Dostojefski in de mode komt en vertaald wordt, maar men behandele hem dan met piëteit en niet als een mode-auteur.

Ook de omslagteekening van Jordaan geeft den aard van het boek zeer slecht weer.

J.C.v.O.

Mr. W.J. van Balen. Zuid-Amerika. Met kaart en 22 platen. 's Gravenhage. Martinus Nijhoff, 1920.

Den schrijver moet ik crediet geven voor de juistheid van al het wetenswaardige, dat hij in dit boek meedeelt over Zuid-Amerika en de Zuid-Amerikaansche Staten; mijne aankondiging van zijn werk kan niet anders dan den indruk weergeven, dien de kennisneming daarvan maakt op den (laat ons zeggen): ‘general reader’. Die indruk is, dat Mr. van Balen een uitnemende gids schijnt te zijn. Deel I van zijn boek bevat als inleiding een beknopt aardrijkskundig en geschiedkundig overzicht met een beschrijving van de bevolking, haar taal, kunsten en wetenschappen. Na dit algemeene deel volgen ‘capita selecta’: Brazilië, de Plata-landen, en de Westkust. De schr. heeft vier jaren in Zuid-Amerika doorgebracht, te kort, naar hij zelf zegt, om een zoo uitgestrekt continent tot in alle onderdeelen zelf te bereizen. Uitvoerig bespreekt hij de hem persoonlijk bekende streken, oppervlakkiger enkele andere, terwijl hij Ecuador, Columbia en Venezuela voorshands buiten beschouwing laat, die bewarend voor een tweede deel. Terecht, dunkt mij, onthield hij zich van veel statistische tabellen, omdat in dit overgangstijdperk ‘de statistiek een even verwrongen beeld te zien geeft als weerkaatst wordt door een hollen spiegel’: de oorlogsjaren vertoonen buitengewone omzet-cijfers, de vredesjaren leveren nog geen vergelijkbaar materiaal.

Zooals gezegd: wie in Zuid-Amerika belangstelt - en belangwekkend is deze Spaansche en Portugeesche wereld in hooge mate - zal in dit werk op allerlei gebied allerlei vinden, waarvan wij hier in Holland bitter weinig af weten en dat toch ook voor ons uiterst wetenswaardig is

H.S.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • J.D. Bierens de Haan

  • J.C. van Oven

  • Henri Smissaert

  • over K.H. de Raaf

  • over J.J. Griss

  • over Willem van Reymerswael

  • over Nelly Montijn-de Fouw