Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Opwaartsche Wegen. Jaargang 8 (1930-1931)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

Scans (27.27 MB)

XML (1.28 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Opwaartsche Wegen. Jaargang 8

(1930-1931)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 378]
[p. 378]

Kroniek

Calvinistiese dichters.

De Arnhemse Synode der Geref. Kerken heeft zich ook weer bezig gehouden met de Gezangenkwestie. Deputaten werden benoemd om de bestaande bundel ‘Eenige Gezangen’ uit te breiden en bovendien om de psalmberijming te verbeteren. Prof. H.H. Kuyper schrijft daaromtrent in ‘De Heraut’ van 5 October:

‘Maar of Deputaten mannen zullen vinden, die dit wel kunnen doen, is de vraag. Rijk aan Calvinistische dichters zijn we helaas niet. En de eenige, die dien naam met eere droeg, heeft het speeltuig reeds zoo lang ongebruikt gelaten.’

De vraag dringt zich bij het lezen hiervan op, of H.H.K. wel voldoende op de hoogte is van de voortbrengselen der tegenwoordige Christelike poëzie, zooals die o.m. te vinden zijn in Stemmen des Tijds en Opwaartsche Wegen, om niet eens te spreken van de bundels, die vrij geregeld verschijnen. Het is waar, niemand van die dichters heeft tot nu toe de behoefte gevoeld om zich aan te dienen als Calvinisties dichter, zooals Seerp Anema dat zoo nadrukkelik deed. Het praedicaat Protestants-Christelik is hun voldoende. Maar om hen buiten het Calvinisme te sluiten is toch alleen maar mogelik, door dit woord op te vatten in een wel zéér beperkte betekenis.

Of vergissen we ons, en bedoelt prof. Kuyper niet Seerp Anema, die toch ook wel zeer in de ban van '80 was en is met de zwijgende dichter W.A.P. Smit bedoeld, die met zooveel talent de toon van het 17de eeuwse religieuse vers weer opvatte en in het biezonder bij Revius zijn grote voorbeeld zocht?

Een andere vraag: de Merode is niet minder Calvinist en meer dichter dan Anema, waarom wordt hij vergeten door de hooggeleerde?

Vanwaar die belangstelling?

Het is opmerkelik, dat bladen, die gewoon zijn maar zeer spaarzamelik belangstelling te tonen in de inhoud van Opwaartsche Wegen, plotseling buitengewone belangstelling tonen voor het artiekel van v.d. Leek over Stille Opvaart. Speciaal voor dat gedeelte, waarin hij zegt, dat hij de poëzie uit die bundel maar nauweliks Christelik durft noemen. Ik geloof niet dat ik te kort schiet in belangstelling voor v.d. Leek's artiekel, of dat ik belangstelling van buitenstaanders voor Opwaartsche Wegen niet op prijs weet te stellen. Maar deze plotselinge belangstelling lijkt me niet uit vriendschap geboren. Als iemand zijn schuld belijdt, past daarbij geen applaus, past daarbij niet de knik van de man ‘die het altijd al gedacht had, dat het niet veel zaaks was.’ Natuurlik wordt hiermee niet de belangstelling afgewezen van degenen, die ook meeleven tonen, wanneer we eens op de goede zijden van de tegenwoordige opleving der Prot. Chr. poëzie wijzen.

Een belangstelling die ook een bijsmaakje heeft, is de gretigheid, waarmee sommige bladen het stukje over de eredoktoraten aan de V.U. hebben overgenomen.

We mogen overigens die belangstelling wel, zelfs als ze een bijsmaakje heeft. Het is ons een bewijs, dat we gelezen worden.

[pagina 379]
[p. 379]

Fraseologie.

De heer de Haas is boos over het stukje kroniek uit het vorig nummer en acht zich weinig hoffelik behandeld. Hij wenst nu alleen nog onder onze aandacht te brengen, dat een bundel als Stille Opvaart overbodig is. Als een werkelik groot dichter toevallig Prot. Christelik is, fiat, hij zal hem zijn waardering niet onthouden, maar de bedoeling met de bundeling in Stille Opvaart kan alleen maar ‘propaganda’ geweest zijn voor een groep zeer middelmatige dichters en daar verzet zich de heer de Haas tegen (met een uitroepteken!). En hij voegt er nog eens aan toe: ze kan ook niet belangrijk worden, want kunst en protestantisme zijn elkaar in wezen vijandig. Namen als Bach en Rembrandt zeggen hem niets, de mogelikheid van een kunstenaar die ‘toevallig’ Prot. Chr. is, heeft hij immers niet ontkend. Dat onze 17de eeuwse lyriek een hele rij van dergelijke dichters voortbrengt, zegt hem ook niets waarschijnlik. Want (o logika!) hij erkent slechts één kunst: de ware kunst; of zij protestant, katholiek dan wel socialisties is, laat hem koud.

Over dit laatste valt te praten; alleen is het verband met het voorgaande niet duidelik.

Om met het laatste te beginnen. De heer de Haas zegt in 1930: kunst is een Ding an sich, wie de kunstenaar is, laat me koud. Ik ga natuurlik in zover met hem mee, dat ‘kunst’ die geen kunst is, niet meetelt, al is ze duizendmaal goed protestant, katholiek of socialisties.

Maar als men een vers leest en niet een tijdje mee de dichter is van het vers, wanneer men er niets anders in ervaart dan een momenteel welbehagen, dan heeft men de kunst nooit gevoeld als een levensbehoefte, dan bedrijft men met de kunst prostitutie. Kunst is waarachtige levensontroering en wie koud blijft, bij wat voor de dichter het hoogste was in zijn vers, moet over poëzie niet meepraten.

Of een vers er beter om is, of het Protestants, katoliek of socialisties is, of de ene groep als dichter boven de andere te verkiezen is? Dwaas die het vraagt. Maar even dwaas wie meent, dat het er slechter om zijn zou. Even dwaas wie meent, dat er een bepaalde groep mensen is, die er geen deel aan zou hebben, tenzij een enkele toevallig, omdat hij in wezen waarschijnlik niet bij die groep behoort.

Wat verstaat U onder protestantisme, mijnheer de Haas? En wat is het wezen er van? Die grote verscheidenheid van protestanten, die alle zo'n eigen geestelik leven hebben, die vangt U onder één hoedje: en dat hoedje is het wezen van het protestantisme dat poesiefeindlich is.

Ik kan het met mijnheer de Haas nimmer eens worden, schrijft hij, want ik ‘heb me in een bepaald groepsverband opgesloten’. Dat ziet er lelik uit voor de jonge katholieken, en voor de humanistiese groep en voor de vele andere ‘groepen’ in ons land, zij allen zullen mijnheer de Haas niet begrijpen. En zij hem ook niet. Dat ik het ook niet doe, moet ik erkennen. Als ik me nou maar niet binnen een groepsverband opgesloten had, dan kwam ik er misschien nog eens achter, waarom het met die Protestantse poëzie, al is er dan misschien in de 17de eeuw nog wel wat geweest, het toch nooit wat worden zal.

Of ik daarom al de dichters van Stille Opvaart zulke grote dichters vind? Wie die het gelooft? Dat meenden de verzamelaars ook niet met hun ‘wolkje als eens mans hand’. Zij geloven alleen wel in de mogelikheid van zóveel dichters, toevallig Protestant, dat men ze wel eens even kollektief mag bezien. En in een belofte - hier en daar meer dan een belofte - die reeds aanwezig is.

De delver.

Het algemeen kunsttijdschrift De Delver, orgaan van de ‘kunstkring Delft’ heeft sinds kort in de redaktie van de afd. letteren de uit Opwaartsche Wegen bekende dichter A.J.D. van Oosten.

In het eerste nummer, dat van zijn werk als redaktielid getuigt, vinden we werk van Mary Pos, Kamphuis, Jan de Groot, v. Oosten, Eekhout, H. de Bruin. Alleen het sonnet ‘De dienstweigeraar’ is van een in onze kringen onbekende. Hoezeer dit nummer uit vriendschap tot van Oosten is ontstaan, wordt hiermee wel gedemonstreerd en blijkt het treffendst uit pag. 25, waar

[pagina 380]
[p. 380]

Jan de Groot, v. Oosten en Jan H. Eekhout ieder een kwatrijn over Vriendschap schreven.

Hoe kan ik anders dan met een vriendschapsbetuiging tegenover dit nummer van De Delver eindigen?

Wilma.

In het Zondagsblad van de Opr. Haarl. Crt. van 18 Okt. schreef de heer van Noort een levenswaarde kroniek over het werk van Wilma.

Ampie op het toneel.

In Nederland is Boefje tot toneelheld gepromoveerd. Zuid-Afrika volgt nu met Ampie. Ook Ampie heeft de planken betreden; André Huguenet was het, die zijn rol op zich nam.

Ampie als toneelstuk! Geen ongevaarlik experiment. Want met alle eerbied die we voor ‘Ampie’ hebben, bezit dit boek wel de kwaliteiten die het ook in dramatiese vorm genietbaar maken? Wat we verlangen van een drama, dat is een krachtige bouw en een sterke psychiese spanning, en bezit ‘Ampie’ die? We weten wel beter. Van Bruggens werk kenmerkt zich juist door een zekere zwakheid van bouw, door een fragmentarisme en een onvoldoende motivering soms.

De uitslag is zoals te verwachten was. J.J. 1e Roux, die in ‘Die nuwe brandwag’ van Augustus 1930 een artikel over de dramatiese bewerking van Ampie schreef, vat zijn oordeel als volgt samen:

Die bou van die drama is swak, deurdat dit nie gekonsentreer is om 'n kragtig uitgebeelde psiegiese middelpunt as kriesies nie; deurdat die voorwaartse stuwing meermale ontbreek, en deur gebrekkige psiegiese motivering. Daardeur is die hoofkarakter ook eensijdig en fragmentaries uitgebeeld. Verder is daar ook ander belangrike tegniese swakhede.

Daarenteen lewer dit ook voorbeelde van geheel of gedeeltelik goed geslaagde karakters op; is daar naas heelwat onbeholpe en onbeduidende dialoog ook baie raak beeldende gesprekke. Die grootste aantreklikheid is egter die humoristiese siening van persone en situasies, insluitende goeie voorbeelde van dramatiese ironie. Maar daardeur gaan die simpatieke houding wat in 'n drama soos hierdie onontbeerlik is, verlore.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken