Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Opwaartsche Wegen. Jaargang 16 (1938-1939)

Informatie terzijde

Titelpagina van Opwaartsche Wegen. Jaargang 16
Afbeelding van Opwaartsche Wegen. Jaargang 16Toon afbeelding van titelpagina van Opwaartsche Wegen. Jaargang 16

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

Scans (25.65 MB)

XML (1.29 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Opwaartsche Wegen. Jaargang 16

(1938-1939)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 535]
[p. 535]

Puntjes bij paaltjes

Werk aan den winkel.

Naar wij vernemen, is er een commissie in wording, samengesteld uit vertegenwoordigers van de diverse vereenigingen, die werkzaam zijn op christelijk-litterair gebied, ten einde te komen tot een meer intensieve bestrijding van oneerlijke en onwaardige kritiek. Wie mocht meenen, dat het deze commissie aan werk ontbreken zou, leggen wij onderstaand artikeltje voor, gepubliceerd in het Gereformeerd Jongelingsblad van 4 November j.l. (eindredacteur P. van Nes Czn.). Het heeft tot titel: ‘De mensch en zijn uniform’ en draagt - ‘natuurlijk’ zouden wij bijna zeggen - geen onderteekening. Het stukje staat onder het rubriekshoofd: ‘Van het parlementaire erf’, wat eenigszins wonderlijk mag schijnen, doch gezien den toon, enz. helaas ten slotte toch geenszins onbegrijpelijk is.

De mensch en zijn uniform.

Nu een kiekje uit de litteraire wereld.

Er is toch wel verband met de politiek.

De heer van Randwijk, die een zeker soort revolutionaire romans schrijft, die christelijk heeten, heeft onlangs op een conferentie van christelijke litteratoren gezegd, dat hij eens zou doen zien hoe dr Karl Barth moet vertaald in een roman. Die roman zou heeten: een zoon, die zijn vader begraaft.

De roman is er nu. De bedoeling is, om alle christelijke actie, ook die der christelijke politiek, als onnut te teekenen.

De zaak van den vader, die christelijk wil zijn, maar wiens zaak dit niet zou zijn, wordt in één adem genoemd met onzen dr Colijn, die zoo gezien is onder ons volk. De vader is een ijverig Calvinist en het is dit Caivinisme, dat nu eens aan de kaak moet worden gesteld.

De vader heeft een zoon, die tegen hem en zijn Calvinisme rebelleert en ook overigens een groot mispunt is.

Want als zijn vader jubileert drinkt hij zich dronken in een kroeg. En als zijn vader op zijn sterfbed ligt, gaat hij naar een volksfeestje, en redeneert daar tegenover een ziek meisje allerlei rare dingen.

[pagina 536]
[p. 536]

Hij verschrikt haar met al maar te praten over den dood.

Als hij thuis komt is de vader gestorven en des nachts wordt de zoon onrustig en gaat zitten bij het lijk van zijn vader. Dan gaat hem het licht over zijns vaders leven op. De uniform, zoo zegt de schrijver, is uitgetrokken. Daar ligt nu de naakt uitgeschudde mensch: al zijn christelijke actie is weg, en er is alleen maar genade.

En dan begraaft hij in die wijsheid zijn vader.

Ik heb van dat tafereel nu ook een kiekje genomen en ik geloof, dat onze jongens aanstonds de domme vergissing van den schrijver zullen zien.

De zoon zit bij het lijk van zijn vader. Deze heeft, zoo zegt hij, zijn uniform uitgetrokken. Maar wat ligt daar dan?

Wil men van een uniform spreken, dan zou men kunnen zeggen: de uniform ligt daar, maar de man is er niet meer. Die is in den hemel.

Spreekt de Schrift ook niet van een ontkleed worden?

Als men nu zei: daar ligt de uniform, maar mijn vader met zijn gehoorzaam leven en nu na zijn sterven is daar niet meer, die leeft in den hemel en met al zijn arbeid in Gods vrees verricht, leeft hij in ons hart, dan zou dat kunnen.

Maar de schrijver doet het andersom.

Het leven is voor hem de uniform en het lijk het leven......

Dat is toch wel heel erg.

Nooit heb ik duidelijker gezien, hoezeer het Barthianisme van het leven den dood maakt. Hoe het de geopenbaarde waarheid in haar tegendeel verkeert.

Ja, zoo moet het dan wel worden: zulk een zoon begraaft alleen maar het lijk van zijn vader.

Maar de kinderen van het verbond mogen leven met hun vaderen, al zijn zij ook gestorven. Leven in hun geloof en met hen strijden voor den Heere. De vader in den hemel, zij nog op deze aarde.

Zoo'n roman is ten slotte nog wel een leerzaam boek. Doch het is niet het leven des geloofs dat er ons uit toespreekt, maar de macht van het ongeloof, dat voert in den dood.

Het is geen christelijke, het is een antichristelijke roman.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken