Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Oud-Vlaemsche liederen en andere gedichten der XIVe en XVe eeuwen (1849)

Informatie terzijde

Titelpagina van Oud-Vlaemsche liederen en andere gedichten der XIVe en XVe eeuwen
Afbeelding van Oud-Vlaemsche liederen en andere gedichten der XIVe en XVe eeuwenToon afbeelding van titelpagina van Oud-Vlaemsche liederen en andere gedichten der XIVe en XVe eeuwen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.60 MB)

XML (0.59 MB)

tekstbestand






Editeur

C.L. Carton



Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Oud-Vlaemsche liederen en andere gedichten der XIVe en XVe eeuwen

(1849)–Anoniem Oud-Vlaemsche liederen en andere gedichten–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 55]
[p. 55]

Liederen.

IGa naar voetnoot(*). [Here God, wie mach hem des beclaghen]

 
Here God, wie mach hem des beclaghen,
 
Die sine ghenouchte crijcht op erde;
 
Hoe mach hem dan den tijt behaghen,
 
Die nie ghewan daer hi na gherde!
 
Hi es te voet, tgheluc te perde,
 
Met rechte lijt sijn herte pijn;
 
Want elc, ende ec neemt gerne tsijn.
 
 
 
Ic weinsche hem heyl op elcken dach,
 
Die sinen boele hout stede ende trouwe;
 
Maecht hem gheburen of en mach,
[pagina 56]
[p. 56]
 
Dat men geen onsteide an hem scauwe.
 
Ic gheve mijn steide der liefster vrouwe,
 
In wien dat rust die hertze mijn;
 
Want elc, ende elc neemt gerne tsijn.
 
 
 
Wi maecht beniden eenich-zin
 
Dat lief ende lief te zamen gheren;
 
Want alle bliscap vint mer in,
 
Ende ooc en can ment niet gheweren.
 
Tzwaer, het mach elker herten deren
 
Dat niders hier in doen venijn;
 
Want elc, ende elc neemt gerne tsijn.
 
 
 
Men can ghelijc ende onghelijc
 
Met vruechden voughen niet in eyn;
 
Maer altoos es in vruechden rijc
 
Lief bi lief in trouwen reyn.
 
Een kerel ghert der vruechden gheyn,
 
Hi mint den scat, spise ende wijn;
 
Want elc, ende elc neemt gerne tsijn.
 
 
 
Selver, gout ende dierbaer steine
 
Jeghen een wivelic aenzien,
 
Dat prisic zeker al te cleine;
 
Want ic sghelijcs bezeffe in mien.
 
Mijn hertze en can di nicht ontsien,
 
Ic ghere vor al die hulde dijn;
 
Want elc, ende elc neimt gherne tzijn.
voetnoot(*)
De melodíen, welke vóór elke lied in het Hs. zich bevinden, hebben wy op steen doen teekenen en in fac-similen onder een verzendings-cyfer hier achter bygevoegd.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken