De Mode
De endogene krachten Tijd en Beweging geven aan de wereld de kosmiese eigenschap haar aanschijn kameleonties te veranderen naar gelang de invloed van periodieke en eventuële toestanden. De wet die haar werking doet op schaal van duizende eeuwen, laat niet met minder kracht haar invloed voelen op de in verhouding zó minieme mensengezichteinders als b.v.: het verloop van 'n jaar, en zelfs de wisseling van dag en nacht.
Dezelfde evolutie- en revolutiefaktor, geldt voor de mens, voor de mensheid. Zij ook kleurt, verkleurt en ontkleurt haar aanschijn naar de eisen 1o van de Tijd: materiele inwerkende omstandigheden, b.v.: de verwoesting van 'n oogst door 'n onweder, 2o van individuën met min of meer invloed op de massas: Lenin.
Tot daar in teorie. Want, zoals altijd, heeft in de praktijk dergelike stelling z'n voor- en nadeel, volgens het standpunt vanwaar men haar beschouwt. Zo ook hebben wij af te rekenen enerzijds met de laksheid, de slaafsheid, anderzijds met de halsstarrigheid, en ten slotte ook met de lichtzinnige modegeest van de doorsnee-mens, - drie positief reagerende onkruid-produkten van de tijdgeest, die we resp. brandmerken als Konservatisme, Reaktie, Snobisme.
De twee eerste zijn al te goed befaamd en onder alle vormen en hoedanigheden gekend, maar de vermommingen van de derde zijn zo menigvuldig dat ze, voortdurend onze handen ontglippend, blijft muiten en kuipen in onze kampen, en niet ophoudt onze voorste stellingen te ondermijnen. In 'n tijd dat de krisissen het stabielste uit z'n voegen gerukt hebben, kan zij (de mode) met de grootste gemakkelikheid van uit hare monopoliums van Italië en Frankrijk, de uiterste hoeken van Europa bereiken en tot in de kleinste poriën van ons schiereiland doordringen, - de belangrijkste ondernemingen van de revolutionnaire geest doende mislukken door alle orde, ernst en verstandhouding uit de aktie te bannen.
Het is (hier te lande biezonder) met de mode op geestelik gebied gelijke gang gegaan als op stoffelik gebied.
Vóór de oorlog bestond er 'n elite van geblazeerdverfijnde ‘lanceurs de modes’ die 't hoge woord schreeuwden, maar 'n onbeduidende invloed uitoefenden op de globaal-bewegende massa, waarvan ze dan ook geheel afzijdig stonden. Vooral te vinden in de grote beschavings-centra in verscheidenheden van dandys, artiesten of kritici maar vooral als litterators en dichters, bezorgden ze hunne omgeving de gewenste afwisseling in levens- en denkwijze, vormden school op school, zonden niet zelden (naїve dwepers die ze waren) werk van groot talent in de wereld, en waren ten slotte op menselik zowel als op maatschappelik oogpunt onschadelik.
Maar in de XXe eeuw gaat het er nog wat gekker toe, met zelfs 'n neighing naar pseudo-kultuur-tragedie. De oorlog heeft de rollen in andere handen gegeven: wie de mooie kleren dragen zijn niet meer de verfijnden, de ‘noblesse decadente’; wie aan 't woord zijn in zake kunst en litteratuur, wie de werken van genialiteit of origineel talent tot het volk moeten