publiek ontwikkeld in die richting, die de Grieken hadden ingeslagen bij hun dansen.
De vrije oefeningen nochtans leenen zich uitstekend tot estetiek. Stel u voor een geopende rijen en gelederen-kolom met een paar honderd meisjes, die simpel een uitvalstand zijwaarts rechts doen, een buiging zijwaarts rechts de linkerarm opgeheven (dus schuin) en volg dan die lijn die van den fijn op den teen geheven voet vertrekt, onderbeen, dij, heup volgt en dan langs den arm, heel zachtjes gebombeerd, over 't hoofd voortglijdt tot in de gestrekte vingers.
Of denk een zelfde kolom mannen in uitvalstand voorwaarts links, de rechtervoorarm - vuist gebald - gebogen voor het voorhoofd, beschouw die figuur dan van op zij, de gespannen voet, de getrokken kuitspier, neerdalend bij de achterknie, dan weer de lijn van het dijbeen en den rug, één lijn feitelijk van den voet tot aan den kop, maar hoe een? - Die soort van golving, die welving, die eigenlijk stil ligt en toch leeft! Zoo een paar honderd, geordend! Of bezie die uitvalstap, die knie gespierd vooruit, die plooi tusschen lichaam en dij, die gespannen borst, die kop.
Zóover toch moet het gaan dat de turners - ook in de school - onbewust de krachtuitdrukking of het gevoel der sierlijkheid hunner eigen beweging op hun gelaat niet verbergen kunnen. Hoe simpel die twee aangehaalde houdingen! Wat een terrein ligt er nu nog open, door de oneindigheid der variatie's en verbindingen!
Men mag nu niet besluiten dat ik heelemaal tegen akrobatisme ben, doch ook de toestellen (barren, rek, stang, koord, springplank) dienen gebruikt, natuurlijk voor de ontwikkeling der bedoelde spieren - iets wat niet mag verwaarloosd worden vooral in de school, - doch zij leenen zich ook opperbest tot vorming van schoonheidsgevoel. Daaruit volgt dan toch, - ik meen uit die vormende kracht - dat de geest in een turnzaal heel ‘anders’ moet zijn, iets stemmigs, iets vredeachtig! Sommigen zullen niet nalaten te twijfelen, vooral zij die aan schoolturnen denken. Ja, en toch! Ook in de school ontbreekt de estetische kracht en domineert een niet gunstige tucht, doch in vereenigingen vooral mist turnen veel van wat het zou kunnen zijn. Later meer hierover.
Doch merk hoe 't huidig militarisme zijn klauw op de turnbeweging slaat. De Belgische Turnbond met generaal Cabra, Drubbel, Prins Leopold, enz. en zijn eenzijdig, patriotardisch 37e Bondsfeest te Antwerpen en dan... het laatste wetsvoorstel Destrée-Devèze. Hoe wreed, hoe ontzaglijk pijnlijk te moeten zien dat turnvereenigingen de hand uitsteken naar het militarisme. Of een heele turnstoet te zien opstappen achter een militair muziekkorps. Ligt daarin niets, als voorbode?
Pol BEINAERDTS.