Het Overzicht. Collection Complète 1921-1925
(1976)– [tijdschrift] Overzicht, Het–Wenken aan Gezonde Mensen voornamelik over PolitiekGa naar voetnoot(*)Beweging, mutabiliteit is de eerste uitdrukking van het levensbeginsel, - initiale energie, oorzaak en gevolg der vitaliteit. Geen duideliker bepaling dan de vergelijking: ‘leven’ is het daadwerkelik opposiet, de levende vijand van de levende dood. Beide begrippen bevatten hun eigen tegenstelling, d.i. dat leven doodt en dood nieuw leven geeft. Deze Wetten (agenten van eeuwigheid en oneindigheid) bevolmachtigd in Tijd en Ruimte, (werkonkretizering van Eeuwigheid en Oneindigheid) stoten in hun voltrekking op de Materie, rijk der infinitesimalen, met haar chaos van duisenderlei eventuële en willekeurige toestanden en mekaar stuitente bewegingen, - omdat de toepassing van elke Wet (abstrakt genomen) haar anti vindt in de konkrete inkarnatie van haarzelve. Door dit laatste ontstaat dus de strijd-evidentie, ononderbroken opeenvolging van meerlagen zegepralen, rythme. Het is de stormloop van 't onbezonnen spontane leven, dat enkel het heden kent en de horizont waar het naartoe wil, door de cyklopeëense muren en de gluiperige hinderlagen van de dood-reaksie, die wil zijn en blijven en in 't verleden leeft. Dat de strijd steeds eindigen moet met zich ten gunste van het Leven uit te spreken, ligt enkel hierin: dat zijn ijverigste kampioenen overlopers of kinderen zijn van de reaktie-kampen, waarvan ze al de strikken en lagen hebben leren kennen en annuleren. Zo wordt uit de dood het stralend leven geboren, als de zon al wat is met nieuw leven bevruchtend, het materiële en het immateriële. | |||||||
Jeugd- en politiek.De mens, de mensheid weerspiegelt in zich al de prosessen van de makrokosmos, fisies en metafisies. Ook op mikrokosmies terrein kun men dus bevestigen: de verheerliking van het leven is de apologie van het nieuwe, het jonge, het komende, (de jeugd in re) - en het onmiddelik uit te voeren doodvonnis van al wat haar vrije gang belemmert, n.l. de kracht van de dood, de haat van het uitgeleefde tegen het verslevende. Buiten de middelen om het te bevechten - (en dan nog kan lichtzinnig gespeel de wapenen tegen de | |||||||
[pagina 72]
| |||||||
hanteerders doen keren) - kan de jeugd van het oude niets leren of erven dat in haar voordeel positief mag aangetekend worden: de tijd wijzigt alle gevolgen, dus ook oorzaken en middelen. Daarbij is polemiek 'n negatieve strijd zonder uitkomst; negatief, omdat bij middel van redenering en berekening alles even onweerlegbaar te weerleggen en te bewijzen is (de waarheidsput der sofistiek is onuitputbaar); zonder uitkomst, omdat de uitgangsformuul en procedé van weerszijde verschillen. Zich te lang ophouden bij ijdele bepleitingen is 'n gevaarlik tijdverlies; (qui n'avance pas recule) want wie konsessies geeft aan het doode, en weleer geldende ervarings voorbeelden aanneemt, is reeds overgelopen en verwonnen. Hij staat bloot aan alle ziekten, waarvan de ergsten sceptisism en berusting zijn, daar hij zijn geloof verloor en het brandmerk van het konventioneelzijn op zijn voorhoofd draagt. Aan polemiek doen is het zwaard verslijten of breken op 'n rots die, al staat ze in de weg, wel vermijd kan worden, of met de pen in 'n gummi pikken totdat z'er in blijft steken. Gezond is: een daad stellen zonder meer, met als enkel kriterium spontaan en echt te zijn. Geen bekommernis om kritiek, er is altijd bewondering voor Grootheid en geloof voor Waarheid. Geen machtsmisbruik, maar het woord en het voorbeeld dat sticht en vrucht draagt, - want spieren werken enkel op spieren, maar de geestGa naar voetnoot(*) werkt op geest en spieren. Ad rem. De grootste kanker van de JeugdGa naar voetnoot(**) is de politiek. Zij bedreigt of betoovert. Wanneer ze bedreigt is ze hard en onmenselik, ze doodt het lichaam; wanneer ze betovert doodt ze de ziel, maar houdt in haar donzige armen het lichaam, het frisse leven, dat voor haar 'n toekomst-verzekering is, goed belegd kapitaal dat tevens zijn belangrijk percent zal opleveren in de agitatoriese aktie. De jeugd zoekt aktie, maar ze heeft te weinig zelfvertrouwen om op eigen voeten te staan en 'n bedrijf van dienstknecht te weigeren bij de ene of andere pseudo-jonge politieke partij, waar ze dan ook wegens de schaarschte der dienstboden, niet als knecht maar als broeder zal bejegend worden, met de gunst vereerd.... als 'n verstandig werktuig te mogen dienen in handen der heren diplomaten. Zo ook de Frontpartij. Ja, wolfijzers zijn 'n pijnlike ontnuchtering voor geëksalteerden die onder 't doellopen enkel ogen hebben voor het lichtpunt aan de horizont, maar die liggen op alle wegen, ook in de politieke, waar de opstellers er soms zelf in gevat worden. En dan, ook lekkernijën zijn 'n drommels lokmiddel voor hongerige magen en zwakke karakters, dat weten de politiekers. Ook allerbekoorlikst, 'n weggetje van ‘roem en eren’ zonder te veel gevaar (bescherming van de partij, zoniet van de Staat), zonder te veel verantwoordelikheid (altijd poppen te koop), zonder te veel vermoeiënis en levensstrijd. Presept: gedraag u naar 'n programma (het éne! het onze!) argumenteer, dialektiseer of verliterair het, en ken verder als enige verplichting uzelf symphatiek te maken, 't zij door het milde, 't zij door het grootse, 't zij door het krachtige gebaar, indien 'n lieftallig lachetje niet volstaat. Opgepast voor welsprekende rekruteerders en oplichters; want.... Politiek is eenzijdig, ‘partij’ zegt genoeg; politiek is onvolledig, handelt niet, vergenoegt zich met te berekenenGa naar voetnoot(*); politiek doodt de ziel door haar te binden en konventionneel te maken, en geeft in de plaats: kunstmatige bezieling als ze 't nodig acht; in een woord, politiek handhaaft en bevordert de kuddemoraal, (wiens brood men eet..., militarism, stemvee, enz.) d.i. een nazaat van het slavendom, verhinderend de natuurlike opvoeding der mensheid tot individualism en wereldvrede. Ergo, zegge: 'n ideologie, 'n geestesbeweging, 'n inspanning tot ideaal-verwezenliking die overgaat tot parlementarism of programma-politiek, is verminkt en verbasterd, blind gehoorzamend aan de partij- en politiekersbelangen, - gelijk 'n zeewrak, speeltuig van de golven, enkel nog de schim is van 'n schip, enkel nog de rottende massa waar de baren hun grillen op botvieren; en op het kaalgeveegde dek, waar het schip zijn natafisiese-individualiteit op bouwde: de wind-vattende zeilen, het doelbewuste roer en het rationële kompas, daar lekt het geheim-diplomatiese schuim zijn prooi. De politiek is gulzig naar jeugd en idealen, leeft niet zonder, - de dood moet zich voeden met leven. Zij moet haar spierkracht verliezen door gebrek aan voedsel. Dat de jeugd dit begrijpe en haar sterk lichaam en gezonde ziel voor zichzelf behoude. Wat belang heeft voor ieder mens waarvoor 'n leven van ontvoogding en opvoeding openstaat:
De jeugd moet dit inzien; haarzelf vrijmaken en opvoeden is de eerste stap tot de taak die haar voorbehouden is in de wereld-ontvoogding. | |||||||
Kultuur en politiek.Maatschappelik en ethnies betekent kultuur: veredeling van de geest en van het leven door inwerking der drie-beschavings-waarden: Wetenschap, Wijsbegeerte en Kunst. Wetenschap en Wijsbegeerte dienen | |||||||
[pagina 73]
| |||||||
gepaard te gaan, niet enkel de ene als 'n hogere vorm of 'n gelukkige aanvulling van de andere, maar als 'n evenwichtig geheel waarvan de Wetenschap de vooruitwillende, de Wijsbegeerte de hogergewilde faktor is, en zodoende beide op mekaar toezicht houdend en objektief kritiek uitoefenend. Daarop volgt de kunst met 'n dubbele rol van opvoedster. 1o mannelik, als synthese en ook vulgarisering van fisika en metafisika, vermits zij werkt op de zintuigen en het gevoel met onmiddelike invloed op het stoffelik leven, 2o vrouwelik, als ornament van dat leven, het leniger makend en zijn materiële drukking verlichtend (onderbewustheid en gevoels-gevolgtrekking). Deze drie Waarden evenredig vertegenwoordigd vormen het geestesleven,Ga naar voetnoot(*) weerspiegeling en tevens leider van het stoffelike leven van 'n volk. (De geest immers is kind en, goed geteeld, gebieder van het lichaam.) Maar dit alles is slechts 'n legende uit de aloude beschavingen van b.v. Egypte en Griekenland. Verre van ze te laten poseren voor pracht-toekomstschilderijën (!) zoals sommige hooggeleerden het aandierven (voor twee verschillende vraagstukken twee verschillende oplossingen, nietwaar?) mogen wij, XXe eeuwse westerlingen, even ons hol gekrakeel staken en deemoedig het hoofd buigen bij de gedachte aan wat de Egyptenaren de Grieken en de oude Oosterse Volken kultureel verwezenlikten. Bij ons blijft het bankroet (‘de apotheose’ menen nog vele!) vande XIXe eeuw in de wereldoorlog zouder konklusie, zozeer is bij de huidige mens het ‘mens sana in corpore sano’ bevuild en verroest. Na drie jaar ellendige na-oorlog-tijd moet ieder mens, die nog zien kan in en rondom zich, proefondervorden de profundis vaststellen: we bevinden ons niet in 'n krisis, maar we ploeteren in volle dekadentie. Is er nog weel kultuur in Europa? Waar geen hongersnood of burgeroorlog heerst zien we de staten geheel overgeleverd in de handen van militarism en geheime diplomatie; de inwoners vorwen de kudde die enkel te gehoorzamen heeft. Ze mogen verheugd zijn nog brood te hebben en voor de rest, als hun de tijd wat kil en 't leven wat zwaar is,... hebben ze waar de kinemas en drankhuizen te vullen. Zij die geen geloof meer hebben in het Heilig Vaderland en de Onsterfelike Glorie der Levende Doden, pogen de verveling te verdrijven,Ga naar voetnoot(**) met tot klein hout te hakken al wat ze onder handen krijgen of er het gekst mogelik vermaak en ontspanningsgerief van te maken. ‘Alle woorden, gedachten en vormen hebben uitgediend, leve dada!’ roepen de geestigsten en de slimsten. De anderen bestormen de Cirkus om zich op te winden in de groot-doende komedie van politieke partijën met intermezzos van strooibiljetten-gevechten, of om le sourire immortel de Landru te ontleden en zwaarwichtig te bespreken, of zelfs om in het interessant geval van stervend-Rusland 'n onderwerp tot koversatie-afwisseling te vinden! In de intellektuele middens is er enkel vraag naar en prestatie van excentriciteiten, het rare, het abnormale. Zoek het gekke in het tragiese, en in het bekomene weer het tragiese; beter is het karakter van 'n behekste tijd niet uit te drukken. Niets is absoluut of algemeen: het betrekkelike en het uitzonderende primeert. Alles moet uit z'n as gerukt door de despote macht van het woord, speeltuig, mom en wapen. Wij die alle geloof in onze tijd en in zijn begripsen levenszuivering verloren, kunnen niets tegen bestaande feiten. Maar de politiek, die onder alle programmatiese opzichten reformisties is, reageert zij? Arme blinden, die daarin nog geloof hebben; want voor wie even achter de schermen mocht kijken is er niets helderder dan dit: De politieke aktie legt er zich enkel op toe de passies (gulzigheid o.m.) van de massa uit te buiten; - wie dat geen berekende ploertenstreek vindt is overweldigd door de grootsprekerige onbeschaamdheid van tafel- of drukkerijbespringers, die, ver van dit te ontkennen, beweren met dit enige middel in het voordeel te handelen van 'n noodzakelik te verwezenliken programma of, faute de mieux, van hypotheties heilzame en nutdragende partijbelangen... Was het maar zo! Maar men weet dat pronken en onbescheiden uitpakken met laakbare schurkenstreken, 'n middel is om bewonderaars en zelfs discipelen te vinden: de historie van Robert en Bertrand. Kan één mens de klare woorden lezen, die men hem vast tegen de neus duwt? 't Is op die wijze dat de politiek er toe komt enkel ‘partij en programma’ in 't licht te stellen, wanneer er in werkelikheid slechts politiekers en diplomaten tastbaar bestaan. Kultuur en politiek. Twee onverzoenbare begrippen: langs de ene kant veredeling van de geest ten bate van de maatschappij, van de mens; langs de andere kant opslorping van de energie in 'n dood lichaam, ten nadele van de geest die er nooit meer behoefte aan had, - juist hetzelfde proses als dat wat eigen is aán het geld, hetwelk de energie buiten de mens isoleert en, in het kapitaal, totinertie herleid. - Zie de razernij van de kieskampanjes, de duizenden, millioenen die verkwist worden (niet om 'n wormpje te | |||||||
[pagina 74]
| |||||||
vangen!) aan propagandaGa naar voetnoot(*), de drommen opgezweept tot renetiek offensief, alsof hun eigen leven of dat van hun kinderen (er zijn er die 't geloven) op 't spel stond. De haat wordt aangekweekt - zelfs bij kinderen - en alle wegen zijn goed om enkelingen te doen gelukken, die, eens er zelf gekomen, zich niet meer bekommeren om de belangen van hen die ze vertegenwoordigen. Zij weten dat ze sympathie behouden met loze woorden, of geen woorden... Niets is eenvoudiger. En de eenzame idealist, die 't goed denkt te menen, wordt overschreeuwd en verliest al z'n doelzekerheid in 't geharrewar, - trouwens hij is dra overtuigd dat er langs die kant niets te bereiken is dan klatergoud en kleine onfeilbare middeltjes om de helderzienden met 'n suikerhapje of 'n vingertikje de mond te sluiten. Wat doet b.v. onze politieke regering om 'n volk dat geen andere naam dan ‘vulgum pecus’ verdient en zo verhard (ik ging bijna zeggen verbeest) is in z'n ellende dat het zijn eigen toestand nieteens inziet, - wat doet de regering om dat volk zedelik en geestelik op te beuren? Er is in ons land niets belangrijker en hoogdringender; maar in 'n kunststaat is Kultuur, als verheffing en veredeling van de mens, bijzaak. Niets mag ontzien om Vlaanderen enger aan Wallonië te strengelen, en verder van Noord-Nederland te verwijderen; natuur- of taalgrenzen komen niet in aanmerking, noch de belangen van de mens (als mens), die al de plaats moeten ruimen voor de door arbitters toegekende belangen van de staatsburgers, enkel bestaande uit patriotards en bourgeois, d.i. de vitaliteit van de Staat. Maar indien politiek anti-kultureel is, waartoe dient ze dan? Wel, eenvoudig om de Orde(!) te handhavenGa naar voetnoot(**), om de Staat flink te houden in een met strikjes versierd keurslijf - juister: om een deel van de wereld en 't menschdom in 'n kunstmatige en willekeurige vorm te gieten,... en er daarna mêe te spelen. Is het niet gek dit nog te moeten herhalen voor intellektuelen? We kennen immers de mooië taak die haar reeds veel te lang beschoren is: de Staat offisieel vertegenwoordigen, de oorlog verklaren naar goeddunken, de grenzen sluiten en verschuiven met geweld of handelspakten, en ten slotte de inwoners 'n opvoeding geven met een onder alle vormen verbloemd chauvinisties en militaristies doel,.... ziedaar haar kultuurwerk, waar niemand rekenschap van vraagt. ‘Hier houdt de lezer stil.’ Want waarop kunnen we ten slotte nog vertrouwen om op redding te hopen? - Op onszelve! | |||||||
Wij en de toekomst.De nakende ondergang van de Westerse Beschaving, zich aankondigend in het kompleks en radeloos karakter van onze tijd, is geen korte duizeling als gevolg van de Europeese oorlog. De oorzaken zijn veel verder te zoeken, Onze tijd is een summum, een ultiem beschavingsprodukt voorbereid door eeuwen van een over alles zegepralend wetenschappelik-materialism, dat nog met moeite zijn vraakzwerende slachtoffers verteren kan en weldra in zijn overdadige roem- en vleesroes stikken moet. Op Jean-Jacques volgde Marx en Nietzsche, op Tolstoj volgde het Bolsjewism; zo zien we in de geschiedenis van de drie jongste eeuwen onzer beschaving, het materialism altijd nieuwe tempels bouwen, de anderen bij de eerste stellingen vernietigend of na afwerking overweldigend om ze voor zichzelf te benutten. Maar ieder summum, elke in dekatentie ontzielende beschaving draagt reeds 'n embryon van nieuw leven in zich. En, in ons klaart reeds het voorgevoel van de verlossing der komende geslachten; een voorgevoel dat zich in het niet van onze geest vrij ontwikkelen en, bij de meest lucieden, zelfs scherp aftekenen kan. Want toen al de sociale, metafisiese en artiestieke ideologiën van de 19e eeuw faljiet gingen in ons, vonden we, na de grote oorlogsles, geen chaos meer, maar open ruimte bereid tot 'n grootse bevruchting. Aldus onbelemmerd door ballast, hebben we niets meer te verliezen maar veel te winnen. 'n Paar jaren ononderbroken opeenvolging van de onverbiddelikste ontgochelingen ten opzichte van mens en maatschappij, zijn 'n jonge en open geest voldoende om te leren afstand doen. Voortaan is er niets meer dat hem langs achter gebonden houdt en heel zijn wezen wordt vooruitgetrokken door de magneet van 't leven. De zelfverlochening geeft moed en sterkte waar 't levensvuur zieltoogde. Hier werkt aanvankelik noch wilskracht, noch berekening, maar uitsluitend instinkt en liefde, voortkomend uit de nog onbewuste behoefte aan Geloof. Bij dit onomschrijfbaar wonder van het vrouwelik-Eeuwig in de mens, merke men als karakteristiek dat het doorgaans in de kunst is dat de eerste symptomen zich openbaren. Maar wanneer we het quotient van het | |||||||
[pagina 75]
| |||||||
proses dat in ons gewonnen is, op het leven en de maatschappij gaan toepassen, komen we voor het eerst in konflikt met de burchten der reaktie, en reeds na de verbijstering dier eerste botsing bevinden wij ons zwak. Vanaf dat ogenblik ontstaat de wil en omlijnt zich scherper het geloof. De wil waarin geloof en energie zich verenigen, maakt de mens alleen van zichzelf afhankelik; revolutionnair voert hij van de thesis tot de antithesis of de vernietiging, en laat uit hun beider ineensmelting de synthesis, het leven, geboren worden. Revolutie mag geen doel zijn, moet veeleer vermeden worden, als een baantje voor buitzoekers en faamjagers; maar als deze kelk niet mag voorbijgaan om het Nieuwe Rijk te vestigen, dan zij het zo. Wel heeft de zwoele wervelwind, voorloper van onweer, meermaals door onze baren gewoeld en boven onze hoofden gedreigd, wel hadden op verscheidene plaatsen reeds geweldige losbarstingen plaats, maar als het orkaan zich berekenen moet op de behoefte van het land en de uit te boeten zonden, kan er nog 'n lange tijdstrook voorbijgaan eer de beslissende slag zal vallen. De aanloop bepaalt de sprong. Inmiddels ligt onze taak helder voor ogen: onszelve ontvoogden en opvoeden, en met de vruchten ervan ook onze buurman, onze vriend en onze broeder voeden - om in groot getal klaar te staan als het woord zal vlees geworden zijn. Nu reeds is de geschiedenis der komende geslachten te vatten: Een elite van moedige en helderziende werkers bouwt een stelling juist hoog genoeg boven stof en massa om door hinderlike gestalten en grote hoeden niet belet te worden de zon te zien, zij reiken de hand aan de goedwilligen die begrijpen en ook op hunne beurt van op de frisse verhevenheid anderen overtuigen willen, - totdat de eindelike storm de stelling neerslaat op de hoofden der kwaadwilligen. Dan zullen de Levende Broeders, kinderen van dezelfde Mater Terra en Vader Zon, met beide voeten in de aarde, de akker bewerken wijl de hemelsluizen zich verlossend geopend hebben, en de laatste konservatieven onder de bomen vluchten waar de donder hen snel bekeren zal. Revolutie moet ons een middel zijn dat we niet kunnen of mogen verwerpen; want onze weg is noch die van Kristus noch die van Robespierre, maar tussen beide die van Lucifer: het IndividualismGa naar voetnoot(*). F. BERCKELAERS. Sommiger hart is als een te grabbel geworpen edelsteen. Men vecht er om, trapt het in 't slijk, maar geen van die 't begeren bedenkt dat het ook gevoel en voorkeur heeft. |
|