Het Overzicht. Collection Complète 1921-1925
(1976)– [tijdschrift] Overzicht, Het–
[pagina 30]
| |
IDe natuur is een kunstwerk op zichzelf, dat geen kopie duldt. ‘Een gedicht is een kunstwerk van taal’Ga naar voetnoot(1) en spontaneïteit, - een dichtwerk vertalen is zijn kunstwaarde vernietigen. De natuur kopiëren is haar levensschoon, dat niet van mensehanden kon gemaakt worden, bespotten en honen door het te willen opsluiten en tot inertie te veroordelen. | |
IIMen moet de doorsneemens met de neus tegen het voorgestelde duwen en hem toeroepen dat het mooi en estheties is, opdat hij het wete. De homo vulgaris is lui van geest, vindt niets uit zichzelf omdat alles, het meest ingewikkelde en het meest simpele, het meest verre en het meest nabijë, ontdekt moet worden. Nevens de inspanning van de sterk onderlegde mag men het Kolombus-ei van de geestelik-soupele niet onderschatten. Door de kennisder wetenschappen en de opvoeding der zintuigen moet de pedagogie de doorsneemens kunnen opleiden tot 'n individu met oordeel en rede begaafd. De oefening daartoe nodig geeft de vereiste lenigheid aan de geest. De opvoedkunde moet mensen vormen die de natuur verstaan en gebruiken zoals ze levend is met haar leerrijke ervaringen en haar gezond rythmus. | |
IIIIn haar verhouding tot de scheppende mens is de natuur vrouwelik. ‘NatuurGa naar voetnoot(2) baart den dichter; de Kunst voedt hem op. Dies geraakt niemand tot volmaakheid, dan die de natuur te baat heeft, waaruit de Kunst haren zwieren leven schept’Ga naar voetnoot(3) Zelfs de sentimentaliteit van van Jean-Jacques ten opzichte van de natuur aanschouwt haar niet als einddoel, maar ontdekt in haar (als inleiding tot de XIXe eeuw) de mogelikheid van 'n plus-value in haar rol van bemiddelaarster tussen de mens en zijn scheppende kracht. De weinig geestige boutade van Nietzsche op de kosten van Rousseau: ‘De terugkeer tot de natuur, in impuris naturalibus’, is geen paradoks, maar 'n contradictio in termis, 'n leugen. Al wat vrij van de natuur uitgaat heeft emotieve kracht, - emotie is het begin- stadium van alle kunstuiting. Maar wie gedwee de horen laat hangen naar haar lichtzinnige taterlust en opgaat in haar bandeloze wispelturigheid, loopt gevaar in 'n noodlottige assymilering zichzelf en z 'n taak als kunstenaar te vergeten. Duizeling is 'n ziekelike toestand; alle schepping vergt volledige fysiese en prychiese gezondheid, en bewustzijn van gezondheid. | |
IVWe moeten 'n solieder realiteits-inzicht hebben: de vrijheid die we hebben uitbuiten, de vrijheid die we niet hebben negeren of vergelijkenals het kan, eerbiedigen als het moet. In de zin van: 'n huis staat op de grond, 'n vliegtuig zweeft in de lucht, enz.... zó is de wet. Het goed gëekilibreerde werk van de mens (nut plus kracht plus esthetiek) moet, als resultaat van (volstrekte) orde en (betrekkelike) waarde, primeren boven dat der natuur. De mens, met zijn beheersende en berekenende geest (Apollon) als hoogste uitdrukking van de kosmos, is de voorbestemde meester over de natuur (Dionysos). ‘Vervult de aarde, en onderwerpt haar.’ Alleen door de kracht der elementen of door tussenkomst van de tijd eindigt de natuur met op hare beurt te zegevieren, maar altijd te laat: ergo, nemen wij er geen rekenschap van. Als er iets tragies ligt in dat logies einde van alle schepping, dan geldt dit voor de overlevenden (de volgelingen), nooit voor de mens die de daad stelde en zijn kontingent energie uitstortte. | |
VDe scheppende mens onderwerpt zich enkel aan de bewustheid van de wetten die hij in zich heeft en die zich inkarneren in zijn kunst. Zijn godsdienst is in emotie en schepping. De scheppende mens heerst niet door kennis of kunde of macht, hij heerst door het feit van zijn schepping,... en dat alleen is heersen. F. BERCKELAERS. |
|