gelijke fabriek in glas en ijzer gebouwd, in 1914 het bureelgebouw op de Keulsche Werbond tentoonstelling getoond en was in het bestuur van den werkbond een vooruitstrevende kracht. Als beambte was hij nauwelijks gemakkelijk daar hij groote ideeën en doeleinden bezat. Hel gelukte hem in 1919 de Thüringsche regeering voor het koene plan te winnen om het kunstonderricht op een nieuwe zich opbouwende wijze te vervormen. Hiervoor moest de akademie met de kunstambachtschool onder den naam ‘Bauhaus’ vereenigd worden.
Dit ‘Bauhaus’ werkt nu sedert vier jaren. Als leeraarsvormgevers werken benevens Gropius: Feininger, Kandinsky, Schlemmer, Moholy-Nagy, Muche, Klee, Adolf Meyer. Nevens dezen staan de technische meesters in het timmeren, steen- en houtbeeldhouwen, in de pottenbakkerij, weverij, drukkerij, in de muurschildering, glasbewerking en tooneeldekoratie. Meer nog dan tijdens Van de Velde wordt nadruk gelegd op de praktijk.
Van 15 Oogst tot 30 September opende het Bauhaus een tentoonstelling der werken van leeraars en leerlingen, resultaat der algemeene leergangen, (op bazis von intens elementair onderricht), alseven eene internationale tentoonstelling van bouwkunst. Tevens toont ze ‘am Horn’, niet ver van Goethe's paviljoen, eene nieuwe konstruktie, een nieuw gebouwde en bewonderenswaardige familiewoning, resultaat van den gemeenzamen praktischen arbeid aller werkplaatsen. De andere tentoongestelde voorwerpen staan diep in de schaduw tegenover dit woonhuis, daar de laatste doeleinden van het Bauhaus zich hier vertoonen.
Waarheen wil het Bauhaus?
Tot vorming van ieder voorwerp uit zijn meest elementaire gegevens, onder stipte wering van alle schoondoenerij, onnoodwendigheid en niet zakelijke bestanddeelen. Is een voorwerp uit zijn materiaal in se gevormd, dan verdrijft zijne strengheid en reinheid ieder ornement.
Reeds Van de Velde prees de neutrale schoonheid der machien en Adolf Loos (Weenen) geeselde het ‘Verbrechen des Ornaments’. Geen puritanisme of esthetische armzaligheid is het resultaat van dit begrip, maar eene verbinding van waarheid en schoonheid, die den modernen geest weergeeft. Meest strikte economie der middelen, maar ook subliemste aantrekkelijkheid der middelen: stiptheid, vreugde en frischheid.
Dat een kunstonderricht door den staat deze principieele, anti-akademische stelling inneemt, is werkelijk zeer verheugend. Dat het Bauhaus nog geen kompleet vormt, kunnen we, na deze tentoonstelling, niet tegenspreken; nochtans, hier is een nieuwe en koene proef gedurende vier jaren onder de grootste uiterlijke en innerlijke moeilijkheden volgehouden. Gedurende dezen tijd kwamen verscheidene veranderingen tot stand. Waarschijnlijk lijdt de tentoonstelling eronder, dat zij plaats grijpt op een tijdstip van vervorming van het Bauhaus uit een romantischen kult van het handwerk naar een streven zonder vooroordeel der techniek en der industrie. De voordracht van Gropius ‘Kunst und industrie... eine neue Einheit’ bewijst dat men op dit domein nog geene volle klaarheid bereikte.
Het meest vooraan in deze richting schijnt mij de goudsmederswerkplaats onder leiding van meeser Slutzki. Zijn ringen en hangers, in vorm nog conventioneel, berusten nochtans op een nieuw konstruktief begrip, dat weldra den vorm zal vranderen.
Met zijne voordracht opende Gropius de Bauhaus-week, eene opeenvolging van voordrachten, concerten en opvoeringen begeleidden de eerste tentoonstellingsdagen. Niet alle indrukken dezer week waren sterk, nochtans bij de intensiteit heerschte eene zekere feestelijkheid. Onder de voordrachten (Gropius, Kandinsky, Oud) was die van den Rotterdamschen stadsarchitekt J.J.P. Oud, van uit menschelijk en esthetisch standpunt, de rijpste.
Het ‘Triadische Ballet’ toonde Oskar Schlemmer als een begaafd meester in het beheerschen van alle middelen der insceneering. Zijn mekanisch spel tijdens den kabaretavond, staafde dit bewijs.
De opeenhooping van kostelijke technische invallen, de sublieme zekerheid van smaak, de juistheid van arbeid zijn onvergelijkelijk. De indruk ware esthetisch rein en groot geweest, indien geene kunstambachtelijke bezetenheid hem hadde gestoord. We moeten echter in acht nemen dat het Ballet een werk van '12 is. Waarschijnlijk zal Schlemmer, heden vrij van esthetiek en stijl, de meest gewaagde zaken verwezenlijken.
De kabarett-avond der leerlingen in het stedelijk theater van Jena (een ombouw van Gropius en Meyer) begon met een grotesken dans van mekanische menschen en een prikkelend spel van lichtreflexen. Het slot der Bauhausweek bestond uit twee concerten, geleid door Herrmann Scherchens. Op 't programma: Hindesnith (Marienlieder) Busoni (6 klavierstucke) Krenek (concerto grosso) en Stravingsky (Die Geschichte vom Soldaten).
Het Bauhaus vraagt gewis eenige kritiek, nochtans kan deze nooit de dankbaarheid verdringen, die wij schuldig zijn aan zijn buitengewoon koenen arbeid. Wij wenschen voortzetting dezer aktie, vertrouwend op den ernst en de taaiheid der leiding. Nog bespeurt men de oude akademie en kunstambachtschool in den huidigen arbeid. De eerstkomende tentoonstelling zal het ware Bauhaus toonen.
Vertaald door J.P.
Adolf Behne.