westersche bouw en toegepaste kunstenaars - wanneer in 1913 in de ‘Cahiers d'Aujourd'hui’ de eerste Fransche vertalingen der artikels van Adolf Loos verschenen, reeds vooraf gedrukt in de ‘Neue freie Presse’ van Weenen!
Hoe! Ziedaar een Oostenrijksch bouwkunstenaar, modern schepper, voorman, ingever eener kloeke en zeer nieuwe bouwkunst, die ons leert dat zijn esthetiek voortvloeit uit de Greco-romeinsche en... Fransche traditie! Hij zegt het niet maar hij bewijst het. Hoe dan? Na een ‘Style boche’ geschapen door den Belg Van de Velde, nog een Weensche stijl, die de Empire voortzet? Welke vooroordeelen vallen na zulke ontsluiëringen! Zij bewijzen dat de eenvoudigste waarheid meest moeite tot landen heeft! Zij verduidelijken ook op dit oogenblik dat de passëisten slechts dit uit het oog verloren: dat de eerbied voor de traditie de verplichting inhoudt deze te kennen en dat zij zich hadden moeten verbinden, daar ze behoudensgezind zijn, den laatst uitgesproken stijl voort te zetten ‘de Empire’; waaraan ze vervormingen die beantwoorden aan de nieuwe noodwendigheden konden toepassen tijdens de overgangseeuw, die zij vulden met vervalschingen. Deze stijl leende zich er toe, de konstrukties van Loos en Hoffman bewijzen het genoegzaam.
Welke waren de argumenten van Loos?
De geboorte van den ‘Directoire’-stijl was een reaktie tegen de ‘Rococo’ met zijn onnuttige en verdraaide lijnen.
Deze reaktie nam schuchter een aanvang met den stijl ‘Lodewijk XVI’ die reeds een teruggang tot de rechte lijn aangaf. De sociale en wijsgeerige theoriën gewagen over rede, waardigheid en gezond verstand; de nieuwe stijl toont deze vooringenomenheid. Geleerde en handige bouwkunstenaars voegen er den steun van hun geweten aan toe. Nieuwe klanten vergen een ornementatie naar hunne behoefte. De Empire stijl is geschapen.
Geleerde bouwkunstenaars? Wel ja, zij ontdekten en bestudeerden wat men nooit bemerkt had, de stoutheid en de romeinsche handigheden: het uitsluitelijk sociale plan, de logiek, de strenge aanpassing van gebouw en meubel, de mathematische verhouding van vlakken en volumen. Handig erkennen zij de zwakten van hun tijd: eene nog niet vervallen sentimentaliteit, de pronklust der nieuwe rijken en het verlangen, totaal te genieten van een voorloopige doening, en zij leenen er zich toe. Maar zij hebben niet gebouwd. Het keizerrijk stelde hen niet in de mogelijkheid. Zij hebben haastig versierd, zonder werkelijke bouwkunstige bazis, die slechts in theorie bestond.
En ziehier: bij het begin der XXe eeuw, herzoeken novateurs, waaronder Loos, deze bazis door de versiering af te zonderen, die overladen was door heden vergeten oprakelingen. Deze basis is de rechte lijn, logisch, gewild neutraal en streng nuttig. Het is het collectivistisch, zichtbaar, modern plan. Voelt gij hoe deze opvatting in overeenstemming is met al de tegenwoordige ideeën?
Ik moet ook het woord revolutionnair verklaren hierboven gebruikt.
De Empire stijl was ontstaan door een regiem. Hij kan op zich zelf beschouwd worden, als eene overwinnende reactie, na eenige toegevingen, tegenover eene buitengewoon esthetische revolutie die zich dan in Frankrijk afspeelde!
De klassieke bouwkunstenaars waren hevig aangevallen en beschimpt door nieuwe kunstenaars, die het ideaal-schoon stelden tegenover het overeengekomen schoon. Zij wilden niet, zooals hunne tegenstrevers, alle gebouwen uit het verleden vernietigen. Deze droomden er van alle gothische kerken af te breken, doch trachtten niet er de fouten van te verbeteren. Zij bestudeerden de antieke bouwkunst verstandelijk, en ontleenden er zelfs dekoratieve motieven aan. De bestemming van de te bouwen wooncompleksen was hun eerste bekommernis.
Vervolgens namen zij onder ooge, de materialen van het grondgebied en hun weerstandsvermogen, het klimaat, den geologischen staat en de gewoonten der bevolking. De Romeinsche konstrukties dienden hun tot model en zij bevolen de nabootsing ervan aan. Als logische evolutie dezer strekking ontstaat een groep der uitersten, aangeduid door den naam ‘ingenieurs’. Deze behouden van de Romeinsche konstrukties slechts het plan, verwerpen alle ornement, prediken vastberaden het gebruik van ijzer, veroordeelen alle sentimentaliteit, verdedigen eene in formulen te uiten bouwkunst, meer eene wetenschap dan eene kunst.
Ziedaar de primitieven van het modernisme!
Zij werden verplet door het napoleonistisch stelsel, dat slechts bouwde door politieke beweegredenen en de koninklijke pracht trachtte te vervangen door een nieuwe, die zijn macht verheerlijkte.
Hadden de ‘ingenieurs’ gewonnen, dan waren wij niet gedwongen geweest ons gedurende dertig jaren te orienteeren en de traditie op te sporen, die ons heden terug plaatst op hun vertrekpunt. Is het niet eigenaardig dat juist door terug te blikken op de traditie der oudheid van den laatsten Franschen stijl, door haar te volgen met meer kritischen en onafhankelijken geest, dat sommigen juist nu verwezenlijkten - dank zij elementen, die ongekend waren aan de ‘ingenieurs’ - wat die primitieven gedroomd hadden? Dit bewijst dat zij hun tijd vooruit waren en dat hunne revolutie gevolgd werd door den normalen terugkeer naar vroeger.
Normale terugkeer. Hier raken wij aan het hedendaagsch vraagstuk. Voor honderd vijf en twintig jaren stemden logiek en gevoel niet overeen. Heden moet de gevoeligheid zich schikken naar het verstand, om mentale onevenwichtigheid en zelfmoord te voorkomen.
Inderdaad, op het einde der XVIIIe eeuw waren de rollen omgekeerd en de waarden verplaatst. De gedachte had geëvolueerd, maar slechts de gedachte. Men wilde met een nieuwen geest bevroeden, maar men was onmachtig met eene nieuwe gevoeligheid waar te nemen. Deze scheiding tusschen willen en kunnen verscheen klaar in de intellektueele tegenspraak bij de leidende geesten van dien tijd. Doordat gevoeligheid geen voortbrengsel is van het verstand, vernieuwt zij zich bijna nooit bij een zelfde individu, zij wordt verkregen door uiteriijk contakt, waaraan de personen van dien tijd zich nog niet gewerd hadden. Ziedaar waarom er aan dien nieuwen tijd der moreele orde, een nieuwe stelling ontbrak. Eene tucht hoe ondersteund zij ook weze door de rede, blijft zonder scheppingskracht wanneer zij met geweld opgelegd wordt. Het keizerrijk - en de empire stijl - proeven van gedwongen tucht, bleven slechts ervaringen zonder besluit. Andere ervaringen werden beproefd, beurtelings op verscheidene domeinen der politiek, moraal, letterkunde en der kunst, gedurende eene gansche eeuw, tot het oogenblik waarop het duidelijk zal worden dat de formuul te vinden is in de materieele orde.