Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De historie van Partinoples, grave van Bleys (1962)

Informatie terzijde

Titelpagina van De historie van Partinoples, grave van Bleys
Afbeelding van De historie van Partinoples, grave van BleysToon afbeelding van titelpagina van De historie van Partinoples, grave van Bleys

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.81 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Editeur

S.P. Uri



Genre

proza

Subgenre

ridderroman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De historie van Partinoples, grave van Bleys

(1962)–Anoniem Historie van Partinoples, grave van Bleys, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Hoe Partinoples wederom te Damasco reysde totter Coninginnen Ansies, de welcke hem vry stelde, ende van d'uytsprake des Tornoys.
Capittel XXXII.

Des anderen daechs is de Grave met Gaudijn naer de stad van Damasco ghereden tot de Coninghinne Ansies, voor dewelcke de Grave gevallen is op sijn knien, tot haer seggende: Ghenadige Vrouwe Coninginne, ick ben hier bereyt wederom u ghevangen te blyven, u danckende der deucht die gy my bewesen hebt. Vrient, antwoorde de Coninginne (s), gaet daert u belieft, dat u de Goden geleyden, want nu mijn man doot is, en behoeve ick uws niet, ick schelde u den eet quijt, ende alle 'tgene dat ghy van my hebt. De Grave kuste van blyschappen der Coninginnen voeten, aen haer oorlof nemende. Nu willen wy vanden Grave een luttel swijgen, ende schrijven van den Coningen die de uyt sprake vanden steeckspele doen souden.

Als 't steeckspel voleynt was, gelijck gy hebt ghehoort, vergaderden des anderen daechs de Coningen, Hertogen, Princen, Graven ende andere Edelmans int Hof daer de Keyserinne was, om uyt te spreken wie de beste Ridder was, daer sy al 't samen met gemeynen accoorde eendrachtelijcken seyden, datter gheen beter Ridder en was dan den witten Ridder, ende daer nae den Soudaen, mits den welcken sy deden roepen den witten Ridder ende den Soudaen, ende men socht den witten Ridder, den eersten, den tweeden, ende den derden dach maer niemant en konde hem

[pagina 59]
[p. 59]

vinden. Ende Clausa de Coninck riep altijdt datmen den Soudaen der Keyserinne te houwelijck gheven soude, want hy des wel betaemdeGa naar voetnoot1. Daer op Coninck Corsel antwoorde, dat niet en behoorde, voor dat den witten ridder daer tegenwoordich ware, oft men soude hem ongelijck doen: want men hadde neghendertig dagen respijt geordineert om de uyt sprake te doen: maer dien tijt ghepasseert sijnde, mochtmen uyt sprake doen sonder eenige blamatieGa naar voetnoot2. Ende by dese opinie bleven de Heeren alle meestendeel.

voetnoot1
want dit kwam hem wel toe.
voetnoot2
blamage, schande.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken