Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Parmentier. Jaargang 7 (1996)

Informatie terzijde

Titelpagina van Parmentier. Jaargang 7
Afbeelding van Parmentier. Jaargang 7Toon afbeelding van titelpagina van Parmentier. Jaargang 7

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Parmentier. Jaargang 7

(1996)– [tijdschrift] Parmentier–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 61]
[p. 61]

Ilja Koetik
Gedichten

Gehoor en stem

 
‘Jij bent voor mij veranderd in een stem...’
 
(Uit een telefoongesprek)
1
 
Ja, oor en stem ben ik geworden,
 
minus, vergelijkbaar slechts met de eland,
 
wiens hoornen doolhof naaktheid met dorre twijgen
 
deelt, vermenigvuldigd met hun nachtelijk
 
 
 
geritsel... want ook minus - als os -
 
kan vermenigvuldigd worden. Was inderdaad
 
het niets van Kreta, volgebouwd door Minos
 
van leegte geen eindeloos kwadraat?
 
 
 
Stem, jij handschrift van wat 't oor beoogt,
 
via de lucht alleen. Dit is de weg,
 
als route van de uit Uw, Odysseus, boog
 
weggeschoten pijl, ik zeg
 
 
 
van die pijl, ja, die niet steken bleef
 
in de stuiversogen der ingegraven bijlen,
 
maar de lucht die zij omgaven
 
aan haar suizend fluiten reeg. Zo ook ijlt
 
 
 
mijn stem voort, zonder andere zinnen
 
dan het gehoor te beroeren, en de lucht;
 
door in alle vier een regel wit te winnen,
 
vervlecht ze alles in haar snelle vlucht.
2
 
Maar in de leegte zijn de omtrekken scherp
 
als van de aanwezige dingen, des te
 
scherper dus is de min van 't nodig voorwerp
 
dat ergens vlees moet hebben en 'n skelet
 
 
 
of - nergens... zodat de min in dat geval
 
aangevoeld reeds wordt als plus, en kille
 
voortbeweging in zo'n onbekend heelal
 
de ruimte krijgt die de Spaanse ruiter geven wil.
[pagina 62]
[p. 62]
 
Daarom ook vloog uit de mond
 
door het kreupelhout dat de leegte omvat
 
de stem - als hij die zijn einde vond
 
in dat woud, ja, als hij die zich vermat
 
 
 
van de boog niet ten volle pijl te zijn
 
en tussen zadelbogen van angst verstijfde...
 
Gehoor is als 'n ruiter - ruim baan...
 
Lucht, Erlkönig... hou op... laat me gaan...
 
 
 
- M'n kind, waarom parelt zweet op je voorhoofd?
 
- Ach vader, in verliezen heb ik nooit geloofd,
 
maar elke cel laat me nu de koning horen...
 
- M'n kind! dat is de wind in je oren.
 
 
 
- Met was wil ik ze beschermen tegen tocht
 
door ze dicht te smeren... Hartstocht is stof,
 
en zo voel ik met m'n keel - als zand en aarde -
 
de wol en zijde van Isidora's zachte sjaal.
 
 
 
Uiteengevloeid in melk is nu 't doel...
 
Jeetje, Carrie, hoe prettig 't gevoel
 
mijn hoofd te verliezen plots voor twee...
 
M'n stem naakt, mijn gehoor - gedwee.
 
 
 
februari '89 - april '90.
 
Lund, met Pasen.
[pagina 63]
[p. 63]

De grote magneet

1

 
Grote magneet - in goud plengt hij de kracht
 
van z'n armoe, geheel uit 'ondeblut voortgekomen...
 
Hem te begrijpen, O Sveria, is wat alleen ik vermag,
 
ondanks de voorhoofdsgroeven van je denkende bomen...
 
 
 
Maar gelukkig betekent kracht nog geen - macht.
 
Welke macht heeft de krab die zand omvaamt?
 
Zoals de vis om onze zwemvliezen lacht,
 
Zo heb ik deuren ingetrapt: liever dood dan slaaf!...
 
 
 
Maar hoe niet jaloers te zijn op z'n vermogen
 
dingen aan te trekken - als bomen,
 
ze binnenste buiten te keren en - hopla! -
 
treurende wilgen te doen verkeren in populieren...
 
 
 
Een huisje, ingegraven in rozen, in look,
 
duwt plots het dak van zich af, als 'n luik,
 
en leunt licht uit het lood,
 
als 'n discuswerper - na z'n wervelende stoot...
 
 
 
In Skone, dat KarlGa naar voetnoot* op de knieën bracht
 
kopiëren paarden, als op een teken, onverwachts
 
het monument van Peter de Dwingeland...
 
of: op het moment van de pen verstijft de hand
 
 
 
die, halverwege de korte reis,
 
bijna het papier al bereikte
 
en recht terzelfdertijd fier de rug
 
als saluut aan het Sieg-Freudisme -
 
Te salutant,
 
mors!...
 
 
 
3 mei 1990
 
Lund

2

 
We drinken mors,Ga naar voetnoot** wat dood betekent in 't Latijn.
 
De zee, glippend als een tafelkleed,
 
laat massa's sliertjes rotten in het fijne zand.
 
En een wolk werd verbogen door de magneet.
 
 
 
Zijn of niet zijn: Hamlet loopt rond met kamille
 
en Jago met 'n zakdoek: wie de neus af te vegen?
[pagina 64]
[p. 64]
 
Alleen ik stik bijna van hun gedribbel,
 
ook al zit ik: links - mors, op m'n knieën - eten.
 
 
 
Wat zou er gebeuren, als we boven de ingang
 
een magneet en geen hoefijzer zouden hangen?
 
Zoals de lucht hem stut nu boven het water,
 
en niet weet waar ze die wolk moet laten.
 
 
 
Uit mijn zakken haalde ik geld en m'n mes.
 
Uit jouw haar nam ik alle spelden.
 
De zee wilde omhoog. Zo donker was het
 
in Elsinore, op de landtong, maar zelden.
 
 
 
Zoals ridders naakt door het hoefijzer
 
'n vliegtuig zouden betreden, zo betraden wij,
 
ontdaan van alle wapenrusting, en vrij
 
van alle aardse belemmering, 'n ander terrein.
 
 
 
We hadden 'n slot achter de rug. Alleen dat slot.
 
Maar achter je rug, ver weg, ergens daar,
 
dacht ik 'n ander soort magneet te ontwaren.
 
Verschillende magneten richtten ons lot.
 
 
 
Sterker, dan meer teder leek de klem,
 
ruwer, dan weer zwakker... Tot aan de ree
 
van Silkeborg stak de lucht spelden in de zee
 
en worstelde met het mes van mijn stem.
 
 
 
En ik voelde dat het duister zebravormig was,
 
dat we ons bevonden in een magnetisch veld,
 
en de tralies van de vrijheid bogen en rechtten...
 
dat de Mark der Denen inderdaad een gevangenis was...
 
 
 
Hoe we, als gevangenen van de vrijheid verloren,
 
in die van geesten zwangere volante vlogen,
 
boven de golven, soms naar omhoog,
 
dan omlaag, naar de lucht, naar achter, naar voren.
 
 
 
Dat twee magneten twee handen baren,
 
dat wij pendant van een expander
 
waren - uittrekken en weer ontspannen...
 
Continenten drijven langzaam naar elkaar,
 
 
 
gaan weer uiteen, en de as van de grote magneet
 
huivert bij een parallelle daad
 
van kwelling. De zeeën, nat tot op de draad,
 
vervloeien over de naden van de planeet.
 
 
 
25 mei 1990
[pagina 65]
[p. 65]

3

 
Eik en roos: wapen van de tsaren, het mijne: de leeuw.
 
De welp, geboren in de leeuw, wil vreten.
 
Rond van eikels ruist de beer als 'n dennenbos. Ik schreeuw:
 
Zie hoe vet ik ben! Ik voed me immers met magneten.
 
 
 
Zo ook weerklinkt de hommel - terwijl hij de frontale
 
vraag: waarvan ben je toch bezeten?
 
voor is - boven de velden met lelietjes van dalen.
 
 
 
Zo lijkt de magneet als hij ter wereld komt van lieverlee
 
op het doodskistje van een insekt, maar al snel - de stalen
 
klank eist als 'n schelp het zijne - op de twee
 
 
 
parallelle panelen die van niets zwanger zijn. Alleen
 
de parelmoeren kringen van hun ingewand delen mee
 
dat hij bestaat. De tuin omsingelend als steen
 
 
 
is de reuk verantwoordelijk slechts voor de tale
 
van de bloem. Onverwachts stoven haar geuren uiteen.
 
Zo ook bestaat de mens, volgens de verhalen,
 
 
 
uit 'n as die zich vertakt in longen, in drift
 
van bloed door de aren, maar eigenlijk is hij volgeladen
 
met magneten, zoals met broden de held van Swift,
 
 
 
in 't kosjere proza van Lilliput. God van almacht
 
en recht, sinister werd je wellicht
 
omdat die spijs ons volledig van de wijs bracht.
 
 
 
Zoals de circulaire nachtegaal zich richt
 
op de roos, zo moet ik mijn geduld nu verliezen
 
omdat, welke richting ik ook zou kiezen,
 
 
 
de kooi van mijn velden zich daar verdicht
 
waar ik plus en min niet kan onderscheiden,
 
en in dat magnetische gesticht
 
is 't duidelijk, dat voor eeuwig de reflex verdwijnt
 
en de betekenis van de schreeuw:
 
 
 
een mens ben je - of anders leeuw.
 
 
 
10-12 juni 1990

voetnoot*
Skone - streek in het zuiden van Zweden, veroverd door Karl X op Denemarken.
(Opmerking van de auteur)

voetnoot**
Mors is een soort Russische vruchtendrank. (Noot van de vertaler)

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Ilya Kutik


datums

  • 3 mei 1990

  • 25 mei 1990

  • 20 juni 1990

  • 11 juni 1990

  • 12 juni 1990