Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Parmentier. Jaargang 7 (1996)

Informatie terzijde

Titelpagina van Parmentier. Jaargang 7
Afbeelding van Parmentier. Jaargang 7Toon afbeelding van titelpagina van Parmentier. Jaargang 7

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Parmentier. Jaargang 7

(1996)– [tijdschrift] Parmentier–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 78]
[p. 78]

Per Se

Tegen de tijd

dat ik voor het eerst de firma De Slegte aan ging doen, waren ze waarschijnlijk zelfs daar al weer uit de schappen verdwenen, richting papierversnipperaar. Mij zijn ze er in elk geval nooit opgevallen. Ik bedoel de Nederlandse vertalingen van De kaneelwinkels en Sanatorium Clepsydra van Bruno Schulz.

Onlangs zijn deze teksten opnieuw vertaald en herdrukt in de Nederlandse uitgave van Schulz' Verzameld werk, die in november '95 bij gelegenheid van het honderdjarig bestaan van uitgeverij J.M. Meulenhoff verscheen. En dat is niet onopgemerkt gebleven. Zij die het weten prijzen het boek aan in krant en weekblad, zelfs op televisie. Het is dan ook niet niks. Ik bedoel, men betaalt f 100,- voor Schulz' Verzameld werk, maar daar krijg je wel iets voor terug: een mooi boek, een writer's writer en een exclusieve eenmalige kleine oplage. Spoedt u naar de boekhandel, zodat u niet te laat komt om mee te feesten met Meulenhoff.

Speelt hier soms het principe van C'est le ton qui fait la musique een rol? Marketing: dat de manier waarop iets gepresenteerd wordt vaak minstens even belangrijk is als de inhoud? Laat er geen misverstand over bestaan: de inhoud van dit boek is heel belangrijk.

Wat is er dan? Laat ik het het met de natte vinger even narekenen. Na aftrek van wat boekhandelskorting en btw hebben we het toch nog altijd over een potentiële omzet van f 50.000,- (waarbij we maar even over het hoofd zien dat het colofon meldt dat ‘deze uitgave verscheen in een eenmalige oplage van duizend handgenummerde exemplaren’, maar dat nummer 1009 thans voor mij ligt).

Ik vind de ophef een beetje onzin, het bibliofiloïde luchtje dat in het colofon rondom dit boek verspreid wordt. Om bibliofiel te zijn is het boek sowieso niet goed genoeg gedrukt (blader maar eens en u zult zien dat de paginacijfers dansen; dat het niet uit lood gezet is, vergeten we maar even). En 1009 exemplaren is teveel om exclusief te zijn, de meeste poëziebundels halen die oplage niet.

De conclusie moet zijn dat we naast bewondering voor het werk van Schulz het best een beetje medelijden kunnen hebben met degene die al deze boeken met de hand heeft moeten nummeren.(mb)

Wedden wat erin zit

Sommige schrijvers behoeven niet veel ruimte voor de juiste woorden. Analyses te wijden aan hun werk maken ze bijna tot aanmatigende ijdeltuiterij. Met een simpel ‘dit zijn precies de juiste woorden’ zou men bij hen moeten kunnen volstaan. Het zijn vaak echter ook de schrijvers die de minste aandacht krijgen. Men ontkomt er dus niet aan ze uitvoeriger te bespreken.

[pagina 79]
[p. 79]

Dezer dagen beleeft de dood van vaders of moeders literaire hoogconjunctuur, maar dan in de vorm van lijvige werken: alsof zulk formaat de lezer overtuigen moet van het ontzagwekkende belang dat de betreffende ouderfiguren alleen al voor de schrijver hebben gehad. Geen spoor daarvan bij Tegen de kippen en de haan van Kreek Daey Ouwens: in krap tachtig pagina's bouwt haar geraffineerd stekelige maar tegelijkertijd zeer lyrische stijl een tombe die het overleden ouderpaar de ruimte biedt nog in de dood onafhankelijk te blijven van de gevoelens die hun kinderen (en met name het dochtertje Bee) jegens hen mogen koesteren. Het boek, dat is opgebouwd uit teksten als doosjes, kistjes, kleine graftombes, brengt scherp- en fijnzinnig hetzelfde effect teweeg als ‘de doosjesman’ op pagina 51 vermag: met uitgekiende woorden de omstanders naar de inhoud van de te verkopen doosjes nieuwsgierig maken.

Je blijft als lezer ‘wedden wat erin zit’. Doosje na doosje herlees je en herlees je en allengs ontdek je dat je de inhoud nooit helemaal te pakken krijgt. Het leidt tot het besef dat ieder verhaaltje steeds weer eer betoont aan de zwijgzame onafhankelijkheid van het geschetste geliefde ouderpaar.

Om zulke eer, zulke liefde te kunnen betonen, moet Kreek Daey Ouwens echter net als het dochtertje Bee de ‘schaamwoorden’ leren overwinnen: geheel en al zwijgen zou de zwijgzamen weer onrecht aandoen. Het boek, dat al in zijn titel antwoord vormt op veel gekakel, balanceert dan ook pregnant op de consequenties van zijn motto, ontleend aan Beckett: ‘Too much silence is too much.’ Tegen de kippen en de haan is als geheel allerminst te veel, en voor wie het te weinig vindt: blijf het herlezen, dan wordt het dikker en dikker. Je ontkomt er niet aan. (Lucas Hüsgen)

Er verschijnen

wetenschappelijke studies die onterecht veel aandacht krijgen (ik refereer aan G.J. de Vries' dissertatie over Van Oorschot als uitgever van poëzie). Er verschijnen wetenschappelijke studies die onterecht weinig aandacht krijgen (ik refereer aan Lut Missinnes Kunst en leven). Er verschijnen wetenschappelijke studies die terecht veel aandacht krijgen (ik refereer aan Maarten Doormans Steeds mooier). Tenslotte verschijnen er wetenschappelijke studies die terecht nergens worden opgemerkt. Wat betreft Rob Molins Adriaan Morriën en het heelal in de huiskamer/De opvattingen van een eigenzinnige literatuurcriticus gevoel ik weinig behoefte iets aan deze status quo te wijzigen. Het boek werd gepubliceerd door De Geus, een uitgever die na Molins vorige twee prozawerken nochtans beter zou moeten weten. Van wel nog enige waarde in dit boek is slechts het lijvige laatste hoofdstuk: de literatuurlijst met alle artikels van en over Morriën. Vermits iemand die dit onderzoek naar Morriëns kritische praktijk opnieuw aanvat, in ene beschikt over zijn materiaal. (G.L. Dehaeringkeysere)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken