Poëziekrant. Jaargang 3(1979)– [tijdschrift] Poëziekrant– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Oude lente De regen heb ik aangeraakt, mijn mond geopend op het zoeterige hars der takken. Het qeurt antiek. Druppels smelten. Jonge nerven zwellen als aders op de weke schedel van een zuigeling. Vogels zingen voorhistorisch. Rauwe rust. Een argeloze leugen weggesust. De vlinder is zijn bloesem kwijt, het embryo wordt dier. De lente sterft in stille flits en ver gedonder. Haar ziel een wilde parel, wit van ademnood, gegroeid van uit het leven, geworteld in de dood. HILDE MALFAIT Vorige Volgende