Poëziekrant. Jaargang 3(1979)– [tijdschrift] Poëziekrant– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Dichters ouder dan de bomen Ik ben slechts ingevoerd. Ik ben van Brabants hout. Ik wil in juni angstig zijn en in de tweede maand werd ik genoemd met water en met zout. Omdat ik kouder word, omdat ik warmer word, jij klopt mij op de wervels van de rug, jij speurt de rilling af, verandert nerven in de levenslijn. Leider blijf ik van je hand. De stilte en het spreken zijn het hoogste dat een vers bereiken wil. Van dichters, ouder dan de bomen, leer ik het. Hun zeldzaam hart bewaar ik lang in het gedicht. Dat ik kan spreken als een hand en dus een handstem heb, begrijp je niet. Mat alles wat voor anderen onvatbaar is, ben ik bevriend. Een grote vijand heb ik niet. PIETER AERTS Vorige Volgende