Vertaald
Hilde Domin
Christiaan Germonpre
De joodse dichteres Hilde Domin (Köln, 1912) studeerde rechten, economie, sociologie en filosofie. In 1932 verliet ze Duitsland. Ze was bijna veertig toen ze begon te schrijven. Haar sobere, punctuele stijl en de integratie van surrealistische metaforiek (beïnvloeding door o.a. Alberti, Ungaretti, Neruda) in een eenvoudige, alledaagse taal slaan aan.
Haar eerste dichtbundels, Nur eine Rose als Stütze (1959) en Rückkehr der Schiffe (1962) thematiseren de spanning tussen ballingschap en thuiskomst, tussen de drang naar vertrek en de wens van geborgenheid. Het ontheemd zijn en de angst voor identiteitsverlies worden verwoord met eenvoudige metaforiek; het ritme is vrij open en mediterraan muzikaal.
Hier (1964) is een keerpunt. Ballingschap wordt een onophefbare innerlijke toestand. Hoofdmotief blijft de jodenvernietiging tijdens het nationaal-socialisme. Het einde van de mensheid wordt uitgebeeld in visioenen. Tegen resignatie en aanpassing plaatst Domin de kracht van het woord. De zakelijke gedichten zijn korter, de beelden beknopter, de uitdrukkingsvorm laconiek.
Höhlenbilder (1968) bevat het vroege dichtwerk (1951-1952). De gedichten gaan over liefde, ontgoocheling en de onmogelijkheid om een relatie te hebben.
In Ich will dich (1970), verwijzend naar de vrijheid, is de verbetering van de menselijke relatie het hoofdthema. De gedichten worden weer langer, terwijl schaarsheid en concentratie in haar werk overwegen. In deze bundel staan ook enkele tijdsgedichten.
Domin vertaalde gedichten van Giuseppe Ungaretti, Pierre Emmanuel, Charles Olson, Amir Gilboa, Denise Levertov en Jorge Carrera Andrade. Ze publiceerde anthologieën, essays en prozawerken.
De vertaalde gedichten komen uit Gesammelte Gedichte, Fischer Verlag, 1987.