Vertaald
Lars Lundkvist
Lydia Dalmijn
Lars Lundkvist (Umea, 1928) studeerde letteren en filosofie in Uppsala. Hij werd zich daar bewust van de eigenheid van en zijn verwantschap met de Samen, de autochtone bevolking van Lapland. De woordkunst van de Samen bestond uit mondeling overgeleverde vertelsels en de jojk, een keelzang met een cryptische tekst. Hun natuur-christelijke godsdienst, hun zwerversbestaan en hun mythische leefwereld verschillen sterk ten opzichte van de rest van Zweden. Daardoor, en ook omdat zijn eerste bundels de nodige kennis vereisten, was de poëzie van Lundkvist aanvankelijk niet populair.
Naderhand ging Lundkvist veel directer en persoonlijker schrijven. Hij publiceerde inmiddels zestien dichtbundels. De bloemlezing Sprong naar de zon (1991) werd in de laatste Poëziekrant van vorig jaar besproken door Claude van de Berge. Voor zijn nieuwe bundel, Tondel (1992) en voor zijn gehele oeuvre ontving Lundkvist de zeer belangrijke Gerard Albert Bonniersprijs. Daarmee krijgt hij eindelijk algemene en officiële erkenning.
Het gaat bij Lundkvist om het immateriële, om de gedachtenkracht, die dingen hun materiële vorm heeft gegeven en nog geeft. Lundkvist registreert boodschappen uit de ruimte, die men weten kan als men luistert. Hij is een ingewijde. De geest van Lapland blijft zijn poëzie beheersen.