Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Pseudo-Bonaventura-Ludolfiaanse leven van Jesus (1980)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.30 MB)

XML (0.47 MB)

tekstbestand






Editeur

C.C. de Bruin



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/theologie


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Pseudo-Bonaventura-Ludolfiaanse leven van Jesus

(1980)–Anoniem pseudo-Bonaventura-Ludolfiaanse leven van Jesus–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Hoe

[Folio 176r]
[fol. 176r]

hi hem openbaerde tween discipulen in Emaus. Dat .xlv. capittel

Als twe van sinen discipulen ghinghen totten casteel Emaus, als mishopende van hem ende droevich te gader sprekende van dien dijnghen die gheschiet waren, quam onse Heer Ihesus bi hem in ghedaente eens pelgrims ende ghinc mit hem, vraghende ende antwoerdende ende sprekende salighe woerde. Ten lesten, als si hem dwonghen, ghinc hi mit hem in hoer herberghe ende openbaerde hem dien. Merc hier die menichvoudicheit der goedertierenheit Gods. Ten eersten dat sijn bernende minne niet liden en mochte, dat sijn jongheren dus dwalen souden ende bedroeft sijn. Waerlike, hi is een trouwe vrient, een trouwe gheselle ende een goedertieren Heer. Hi voechde hem totten jongheren ende vraghede hem om die sake hoerre droefheit ende bedudet hem die Scrijft ende maecte hoer herten vuerich. Aldus doet hi daghelijcs noch gheestelijc mit ons. Want ist dat wi belast sijn mit enigher twivelachtigher beghanghenheit of crancheit ende van hem spreken, altehants is hi bi ons, sterkende onse herten ende verlichtende ende oec ontstekende in sijnre minnen, want in sulker beghanghenheit is die alre meeste verlichtenisse van hem te spreken ende om hem te dencken.

[Folio 176v]
[fol. 176v]

Ten anderen mael merc sijn goedertierenheit niet alleen inder minnen als ic voerseit hebbe, mar oec in sijnre dieper oetmoedicheit, want sich, hoe die Heer alre heren oetmoedelijc mit hem gaet als een ander mensche. En dunct di niet, dat hi weder op sijn eerste oetmoedicheit is ghecomen? Ende in eenre ander manier merc oec sijn oetmoedicheit, dat hi niet veronwaerdicht en heeft dese discipulen, die van enen lagheren graet waren, want si niet vanden apostelen en waren, mar daer onder, ende nochtan vriendelijc tot dien gaet ende sprect mit hem. Aldus en doen hovaerdighe menschen niet, want si niet en willen spreken dan mit groten luden noch wanderen. Oec so lichtet sijn oetmoedicheit in eenre ander manieren, want ist dattu merkest die hovaerdighe menschen, so vintstu dat si niet veel costeliker woerde spreken en willen onder luttel luden, want sise achten souden verloren te sijn ende en souden se niet waerdich achten die woerde te ontfanghen. Mar onse Heer sprect hier mit hem tween syn heymelicheit ende en versmaet met die cleynheit, noch oec enen mensche als wileneer den wijfken van Samarien.

Ten derden male merke sijn goedertierenheit ende sich hoe dat hi sijn jonghers leert ende spiset

[Folio 177r]
[fol. 177r]

ende troest mit sinen woerden ende hoe dat hi hem gheliete voer bi te gaen, op dat hi hoer begheerte meerrede ende van hem ghenoet ende ghehouden worde. Waer of Sinte Bernaert aldus seit: "Hi gheliet hem voer bi te gaen, omdat hi horen woude: Blijft mit ons, Heer, want het den avont naect."

Sich oec, hoe dat hi guedertierlic mit hem in gaet, broet neemt ende benedidet ende breectet mit sinen heilighen handen ende gheeftet hem ende openbaert hem selven. Ende dit doet hi noch daghelics in ons onsienlijc, want hi ghehouden wil sijn van ons ende ghenoet mit begheerten, mit bedinghen ende mit heilighen ghedachten. Daer om ist behoerlijc altoes te beden ende niet daer in te gebreken. Dit dede hi oec tot onser leer, op dat wi ontsteken souden warden tot werken van goedertierenheit ende van herberghen, ende hoe dat niet ghenoech en is die godlike Scrijft te lesen of te horen, si en werde inden werken vervult. Want onse Heer niet bekent en was als hi sprac, mar woude bekent sijn, als hi ghenoet was.

Desen discipulen en gaf hi nu niet sijns langhe ghebruken, maer altehants, als hi hem dat broet hadde ghegheven, voer hi uut horen oghen, want hi sijn ander jonghers tro\esten

[Folio 117v]
[fol. 117v]

woude, mitten wilken hi oec dese troeste.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken