Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 2000 (nrs. 89-92) (1999-2000)

Informatie terzijde

Titelpagina van Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 2000 (nrs. 89-92)
Afbeelding van Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 2000 (nrs. 89-92)Toon afbeelding van titelpagina van Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 2000 (nrs. 89-92)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.49 MB)

Scans (103.32 MB)

ebook (7.34 MB)

XML (1.62 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 2000 (nrs. 89-92)

(1999-2000)– [tijdschrift] Raster–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 26]
[p. 26]

[Gedichten]

Nicolaas Matsier
Hoe een kat te gaan missen

 
doe alles voor het eerst maar zonder
 
hem. kom thuis en hoor hoe hij
 
daar niet achter de voordeur klaarstaat
 
 
 
loop onverwachts de trap af en zie
 
nog net de streng verboden sprong
 
van 't aanrecht maar geen springer
 
 
 
laat vlees en vis voortaan gerust op
 
tafel staan. zet alle deuren van voorheen
 
vlovrij gehouden ruimtes open
 
 
 
zuig de weer vuilgeworden vloer zonder
 
de vlokjes van zijn vacht. ruik hoe het
 
in zijn bak nog steeds niet stinken gaat
 
 
 
mat achter voordeur. tuinmuur. radiator
 
mand met wasgoed. juist geleegde wijndoos
 
het is op al zijn plekken dat hij weg is
[pagina 27]
[p. 27]

Nicolaas Matsier
Hoe een afbreuk op te nemen

 
je zit gewoon te eten
 
rustige conversatie onderwijl
 
grote problemen binnenshuis: geen
 
 
 
vreemd geluid binnensmonds
 
soort van krak maar wat voor?
 
ach nou ja: je kauwt door
 
 
 
uit je nu lege mond
 
komt een flink stuk ivoor
 
er is een kieswand ingestort
 
 
 
voorpaginanieuws van eigen lichaam
 
tong rukt uit
 
toucheert onafgebroken rampgebied
 
 
 
mobilisatie wijsvinger en duim
 
oog ziet in spiegel welke kies
 
de vinger wijst. tong blijft ter plaatse
 
 
 
vervolgens verder eten met het gat
 
waarna opnieuw het onvermoeibaar
 
patrouilleren en karteren van de tong
 
 
 
daar op het puntje van jouw tong
 
is de herinnering gevestigd
 
die zich nog steeds afzet tegen dat gat
[pagina 28]
[p. 28]

Nicolaas Matsier
Hoe een graf een steen wordt

 
wat is een graf?
 
niet nadenken!
 
meteen antwoorden
 
 
 
goed dan. een graf
 
dat is wat je op een
 
begraafplaats ziet
 
 
 
ach kom. het is
 
niet eens de helft
 
wat je daar ziet...
 
 
 
nee. wat een graf is
 
weet je alleen
 
bij een begrafenis
 
 
 
het is een gat
 
dat vol moet en
 
je weet met wie
 
 
 
nu eerst de aarde
 
op het hout. later
 
veel later pas de steen
 
 
 
de gepolijste steen
 
de afgemeten data
 
graf wordt tot teken
 
 
 
dode tot naam
 
de nabestaande weer
 
gewoon: bestaande
[pagina 29]
[p. 29]

Wiel Kusters
Hoe een vader zich gedraagt op de trouwdag van zijn dochter

 
Prijs je gelukkig als je dochter thuis komt slapen
 
de nacht voor zij gaat trouwen
 
in de kamer van haar jeugd
 
 
 
Bereid een goede lichte maaltijd
 
pasta met kaas en paddestoelen
 
gedroogde tomaat en sla
 
glaasje wijn erbij
 
goed voor de slaap
 
 
 
Zet het schaakbord op tafel
 
en verlies na jaren
 
een korte partij
 
 
 
Verjaag de muggen uit haar kamer
 
Voorkom dat er muggen zijn
 
 
 
En wordt ze vroeg wakker
 
- je hoort de wc
 
je hoort hoe ze zachtjes praat
 
tegen de kat
 
van haar jeugd -
 
sta dan op
 
zet koffie
 
pers sinaasappels voor haar uit
 
vergeef haar haar vroege sigaret
 
 
 
Zorg voor een spiegel in de keuken
 
 
 
Zie haar nog i keer in bad
 
Was haar rug
 
als ze daarom vraagt
 
 
 
Open de deur voor de kapster
 
Schrik niet van haar koffer
 
Maak grapjes
[pagina 30]
[p. 30]
 
Foto's moet je maken van het kapsel
 
dat groeit
 
 
 
Zie hoe het zich met roosjes vermengt
 
 
 
Stofzuig de kamer
 
veeg de stoep
 
bladeren en knoppen van de struik
 
die groeit tegen het huis
 
 
 
Vang de spin
 
die op weg is naar de keuken
 
 
 
Maak foto's telkens foto's
 
Hoe zij groeit in schoonheid
 
 
 
Wacht tot zij in haar bruidsjapon staat
 
 
 
Open de deur voor de fotograaf
 
 
 
Open de deur voor de bruidegom
 
 
 
Zie hoe zij de trap afdaalt
 
Kijk hoe hij naar haar kijkt
 
 
 
Ontvang de familie
 
Draag je corsage heldhaftig
 
 
 
En loop met haar over het middenpad
 
Vergeet nooit haar arm door jouw arm
 
 
 
Word deze dag niet dronken
[pagina 31]
[p. 31]

Hester Knibbe
Hoe een kersenbonbon te eten

 
Bij z'n kroon pakt u hem tussen
 
vinger en duim beschaafd van de schaal of
 
zo uit het zakje. Houd hem even tegen
 
het licht voor u verlekkerd
 
z'n feestdos losknispert. Hap
 
 
 
met voorzichtige tanden, hoofd wat voorover,
 
het kapje eraf, proef met de ogen
 
gesloten en giet dan zachtslurpend
 
het stroperig nat in uw keelgat waarbij u
 
het hoofd naar achteren kantelt. Wip
 
 
 
nu behendig het vruchtje eruit
 
met de tong, knabbel daarbij als het moet
 
aan de randen, lik het zoetige
 
vocht van de wanden en steek tenslotte
 
de rest in uw mond, waarna u de ogen
 
 
 
weer opent, zorgvuldig het kreukelig rood
 
in uw handen - glasheldere tover die
 
je als kind om je vinger wond - gladstrijkt,
 
erdoor kijkt, binnensmonds smakkend.
[pagina 32]
[p. 32]

Victor Segalen
De slechte werklui



illustratie

 
Dat zijn, in de achtentwintig huizen van
 
de Hemel: de besterde Schietspoel
 
die nooit enige zijde weefde;
 
 
 
De fonkelende Stier, touw om de nek, maar die
 
zijn wagen niet kan trekken;
 
 
 
Het myriadische Net dat zo geschikt is om hazen
 
te strikken en er nooit één vangt;
 
 
 
De Wan die niet want; de Lepel van geen nut
 
zelfs niet om olie af te passen!
 
 
 
En het volk der aardse werklui beschuldigt de
 
hemelsen van onmacht en bedrog.
 
 
 
De dichter zegt: Zij stralen.
vertaling: maarten elzinga
[pagina 33]
[p. 33]

Russell Edson
Om van enig nut te zijn

 
Als je hoofd verbouwd zou worden tot een soort schuur voor dieren
 
dan zou je een aardig graantje kunnen meepikken, kleine dieren die je
 
hun eieren en vacht afstaan, omdat je moet verhuizen en daarom be-
 
paalde zakelijke regelingen moet treffen.
 
 
 
Er was een bepaalde steen die het erg goed deed ergens in het midden
 
van een bos, maar zoiets is niet voor mij weggelegd.
 
Als kind wilde ik een auto worden maar toen groeide ik op en werd
 
ik dertig.
 
 
 
Nuttig werk te doen zoals je hand de lucht insteken om de onderkant
 
van een wolk te betasten.
 
 
 
Uit het lopen over de zwarte vierkanten van het linoleum in moeders
 
keuken zou je munt kunnen slaan, bijvoorbeeld door een draadje aan je
 
oor te knopen en dat in een verre stad aan de mond van een buikspre-
 
kerpop te bevestigen of aan een Hollandse windmolen op een dag met
 
weinig wind aan de overkant van de Atlantische Oceaan.
 
Of een geeuw gebruiken als een voorspel op de slaap.
 
 
 
Ik zei tegen moeder het hoofd zou gebruikt kunnen worden om tropi-
 
sche vissen in te houden en je zou een klein inkomen kunnen verwer-
 
ven - een verzendbedrijf zo te zeggen, jezelf in een doodskist verzen-
 
den - de kosten van een boekhouder besparend door zo te zeggen de
 
handel in je hoofd te hebben.
 
Moeder gaf me een klap op mijn mond, maar het interpreteren daar-
 
van valt je zwaar.
 
 
 
Om me niet al te nutteloos te voelen hou ik mij de laatste tijd bezig met
 
het roken van sigaretten en het drinken van koffie. Ik ben er niet tegen
 
om mijn tijd slapend door te brengen zolang ik maar iets doe met mijn
 
tijd.
 
 
 
Had ik meer armen en benen dan zou ik serieus overwegen het frame
 
van een paraplu te worden - mijn penis zou na enige seksuele stimula-
 
tie dienst kunnen doen als handvat - Wordt hij niet nu al gebruikt om
 
oude dames de trap mee op en af te helpen.
[pagina 34]
[p. 34]
 
Soms haal ik gewoon adem. Heeft U dat ooit gedaan. Ik zeg tegen moe-
 
der, kijk ik ben aan het ademhalen.
 
Erkenning krijg ik amper - of moeder is karig met lof opdat ik niet
 
op mijn lauweren zal rusten - opdat ik mijn blik strak en stevig gericht
 
houd op de duisternis die anderen de toekomst wensen te noemen.
 
 
 
Ik zoek een land waar ik van enig nut zou kunnen worden - of beter
 
waar mijn nut erkenning kan vinden - dat met andere woorden moeder
 
er eindelijk toe zou komen haar congreslid te schrijven over mijn waar-
 
de - en dat de kranten vol zouden staan met geïllustreerde reportages,
 
getiteld: Hij Rookt Een Sigaret - Hij Kan Ademhalen - Et cetera. En er
 
mensenmassa's voor mijn huis zouden staan om mij toe te juichen ter-
 
wijl ik slaap.
 
 
 
Misschien zou ik voor de mazzel het gezicht van de keukenklok moe-
 
ten kussen. Misschien zouden zijn kleine handen zich verrukt om mijn
 
nek sluiten, en zouden we gelukkig kunnen zijn.
 
 
 
Ik weet zeker dat het geluk niet ver weg meer is.
vertaling: k. michel
[pagina 35]
[p. 35]

Hans Dorrestijn
Hoe het niet moet

 
Het voordeel van over je heen laten lopen is
 
dat je met niemand problemen hebt.
 
Toen ik besloot mij niet meer in een hoekje
 
te laten drukken, kreeg ik prompt onenigheid
 
met vrouwen, vrienden, elektriciens, kleine
 
kinderen en huisdieren. Om het tumult
 
te ontvluchten reisde ik naar Australië
 
waar ik het aan de stok kreeg met nandoes
 
en buidelmarters. Eénmaal werd ik zelfs gebeten
 
door een jeugdige koalabeer.
 
Soms verlang ik waarachtig terug naar vroeger.
 
Er was vrede. De gesprekken verliepen gemoedelijk.
 
Het ging van: ‘Tsjee, wat loopt het hier lekker
 
zacht. Is dit soms een Perzisch tapijt?’
 
‘Nee, geen Perzisch tapijt, vriend. Ik ben het.’
 
‘Goh, je zou toch zweren datje over een Perzisch
 
tapijt liep, zo zacht is het. Heb je bezwaar
 
als ik er even bovenop kom liggen? Met jouw vrouw?’
 
‘Wie ben ik dat ik bezwaar zou maken. Condooms
 
vind je in de linkerla van het buffet.’
 
 
 
Alles beter dan ruzie.
[pagina 36]
[p. 36]

Hans kloos
In de doos

voor J.K. (de V.)
 
Er staat een doos op tafel.
 
Er staan woorden op.
 
 
 
Handle with care.
 
Fragile.
 
Denna sida uppe.
 
 
 
En een plakkertje met de regels:
 
 
 
al hebben wij verstand, iets weten doen wij niet.
 
Behalve dit, en dat al heel erg lang en steeds
 
opnieuw: in ieder doosje zit een ander doosje.
 
 
 
Hij moet nu even zitten
 
op de stoel naast de tafel.
 
Hier gaat hij van denken.
 
Vanochtend heeft hij het nog aangeraakt
 
 
 
het bed en het kussen,
 
de douchekop en de witte slang,
 
zijn tenen op de gaten
 
van het grijze afvoerputje, onder het water
 
zijn lichaam, zijn hand later rond
 
het brood, het vlees en het mes ernaast,
 
zijn billen op de stoel en zijn ogen
 
op de doos.
 
 
 
Hij kijkt er nog eens naar.
 
(De doos kijkt niet terug.)
 
 
 
Hij wist het niet, ook niet opnieuw.
 
Dat er nog één
 
en nog één en
 
 
 
bijna valt hij
 
naast de tafel,
[pagina 37]
[p. 37]
 
maar hij klimt er bovenop
 
en roept:
 
 
 
Als. Dan. Want.
 
In = om.
 
In = om, in = om, in = om!
 
 
 
Hij springt op de vloer
 
en trekt zijn kleren aan,
 
zijn schoenen aan.
 
 
 
Hij gaat naar buiten
 
de grote zwarte doos in
[pagina 38]
[p. 38]

Miroslav Holub
Beknopte beschouwing over exactheid

 
Vissen
 
trekken altijd exact daar heen en exact dan,
 
zo hebben ook
 
vogels een ingebouwd exact tijds- en
 
plaatsbesef.
 
 
 
Maar mensen,
 
beroofd van hun instinct, behelpen zich
 
met wetenschappelijk onderzoek. Ziehier de kern
 
van dit verhaal.
 
 
 
Een zekere soldaat
 
moest een kanon afvuren elke avond klokslag zes.
 
Dat deed hij zoals 't een soldaat betaamt. Toen zijn
 
exactheid werd getest, meldde hij:
 
 
 
Ik richt me
 
naar de volstrekt exacte chronometer in de etalage
 
van de klokkenmaker in de stad. Elke dag om zeventien
 
vijfenveertig zet ik mijn horloge ermee gelijk en
 
klim de heuvel op waar het kanon klaarstaat.
 
Om zeventien negenenvijftig exact bereik ik het kanon
 
en om achttien uur exact vuur ik af.
 
 
 
Gebleken is
 
dat deze wijze van afvuren volstrekt exact is.
 
Alleen de chronometer moest nog worden onderzocht.
 
Dus vroeg men de klokkenmaker in de stad naar de exactheid
 
van dat uurwerk.
 
 
 
O, zei de klokkenmaker,
 
dit uurwerk is het allerexactst. Stelt u voor,
 
al jaren wordt hier exact om zes uur een kanon afgevuurd.
 
En elke dag kijk ik naar de chronometer
 
en die wijst altijd exact op zes.
 
 
[pagina 39]
[p. 39]
 
Zoveel over exactheid.
 
En vissen trekken door het water en uit de hemel klinkt
 
geruis van vleugels, terwijl
 
 
 
Chronometers tikken en kanonnen bulderen.
[pagina 40]
[p. 40]

Miroslav Holub
Beknopte beschouwing over trappen

 
Sinds mensenheugenis loopt men trappen,
 
hoewel niemand graag trappen loopt,
 
noch naar boven noch naar beneden.
 
Trappen lopen is zelfs zeer
 
lachwekkend, rechtop of op handen en voeten.
 
 
 
Sommige schepsels weigeren zelfs
 
trappen te lopen. Dat doen ze
 
uit onverstand, hoewel niet
 
trappen lopen vrij verstandig is.
 
 
 
Veel verstandige dingen doet men uit
 
onverstand. En omgekeerd.
 
 
 
Helaas is het enige alternatief voor trappen
 
rollen of een omweg nemen,
 
maar dat strookt niet met de waardigheid
 
van mens, mensheid en plaatsbekleders.
 
 
 
Zodoende lopen we trappen om onze waardigheid
 
te bewaren, hoewel
 
trappen lopen zeer lachwekkend is.
 
 
 
Heel veel lachwekkende dingen doet men
 
uit waardigheid.
 
En omgekeerd.
 
 
 
En dus lopen we trappen.
 
Meestal naar beneden.
vertaling: jana beranová
[pagina 41]
[p. 41]

Gerrit Kouwenaar
2 Spreuken van kok

voor lela en hans f

1

 
Kok sprak
 
vang een krab
 
doe de krab in een krabpan waarin
 
krabwater
 
 
 
kook zout peper kruid kraak nuttig
 
de krab geniet
 
 
 
daarbij radijs rode en witte
 
wijn ijs
 
toe -
[pagina 42]
[p. 42]

2

 
Kok sprak vereeuwig mij nu
 
dit menu
 
en ik schreef lekkere letters en vrat
 
geen hap
[pagina 43]
[p. 43]

Marjoleine de Vos
Krab
bij Kouwenaars ‘2 Spreuken van kok’

In het kookboek stond hoe je een gare krab dient te ontleden: poten losdraaien, staartje eraf, middenschildje aan de onderkant met een mes eruit wrikken, de heerlijke lever, die er modderig bruin uitziet maar een delicatesse is, zorgvuldig uit het pantser schrapen, krabvlees in een schaaltje. Een verrukkelijke krabsalade is een fluitje van een cent.

Op de markt lagen de gekookte krabben in stapels. Een mannelijk exemplaar uitgezocht, heeft het meeste en beste vlees volgens het kookboek (is herkenbaar aan het smalle staartje, vrouwtjes hebben brede).

Krabben blijven wat griezelige gediertes, hoe delicatesk ze ook zijn. Ze symboliseren kanker, ze lijken op grote gepantserde spinnen. Niet raar dus dat degene die de krab in de ijskast legde om daar op de avond te wachten iets als ‘huuu!’ riep. Niet raar, wel overdreven. Zo eng is iets dat al bijna krabsla is nu ook weer niet.

Tegen etenstijd de krab dus maar zelf uit de ijskast gehaald, uit de krant gewikkeld en op het aanrecht gelegd. Kookboek open, instructies nog eens bestudeerd. Vervolgens op de krab af om hem de voorgeschreven poot uit te draaien. Beweegt de krab een sprietje. Trommelt wat met een pootje. Slaat na enige tijd de ongekookte oogjes op en kijkt zonder emotie te verraden rond in de keuken.

Huuu. Zeg dat wel.

En vooral: wat nu gedaan? Het is een zaterdagavond in november, we hebben geen auto om hem terug naar zee te brengen. Vrijlaten in het Vondelpark lijkt geen alternatief. En het kookboek huichelt alleen maar dat de krab al gekookt is, ‘wat een uitkomst is, want het doden van deze dieren kan beter aan een vakman worden overgelaten’. Maar hoe zo'n vakman dan te werk gaat, daarover geen woord.

Op dat moment schiet de poëzie te hulp in de vorm van een gedicht van Kouwenaar. Want ineens weet ik dat die iets dichtte over krab. En dat dat erop neer kwam dat je de krab in krab water moest doen. Iedereen weet dat krabwater moet koken.

Och arm die krab. Hij bloeide op na de verdovende koelte van de ijskast in de warmte van de keuken waar het krabwater begon te stomen. Hij keek steeds nieuwsgieriger, bewoog steeds meer van al zijn pantserpoten, leek steeds minder op krabsalade.

 

Dit verhaal loopt niet goed af.

[pagina 44]
[p. 44]

‘Kook zout peper kruid kraak nuttig’

Zogezegd zogedaan,

‘de krab geniet’ belooft de dichter. Dat weet ik niet. Op papier misschien wel. De voorgeschreven radijs lieten we weg, de witte wijn niet. Het poten uitdraaien ging net zo makkelijk als het kookboek had gezegd en alles in de krab bevond zich op de voorgeschreven plaats.

Vers, dat zeker.

De dichter ‘schreef lekkere letters en vrat/ geen hap’. Wij wel. Wij zijn maar lezers. Wij vreten woorden en krabben alsof het niets uitmaakt. Het smaakte geweldig.

 

Dank, dichter, voor uw vers, en u, krab, voor uzelf.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Nicolaas Matsier

  • Wiel Kusters

  • Hester Knibbe

  • Victor Segalen

  • Russell Edson

  • Hans Dorrestijn

  • Hans Kloos

  • Miroslav Holub

  • Gerrit Kouwenaar

  • Marjoleine de Vos


vertalers

  • Maarten Elzinga

  • K. Michel

  • Jana Beranová