Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Reis van Jan van Mandeville (1998)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.50 MB)

ebook (2.91 MB)

XML (0.48 MB)

tekstbestand






Editeur

N.A. Cramer



Genre

proza

Subgenre

reisbeschrijving


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Reis van Jan van Mandeville

(1998)–Anoniem Reis van Jan van Mandeville–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Van den eylanden gheheten doudijn groot ende breet ende wonderlic dinc.

Van desen eylande ter zee gaende zuden waert is een ander groot eylant ende breet, dat heet doudin. Jn dit lant sijn liede van wonderliken manieren ende naturen, want die zone etet den vader ende die vader den zone ende die man zijn wijf ende twijf den man. Ende alst gheualt, dat vader of moeder of enich vanden andren vrienden siec worden, staphants so gaet die zoon ten priester van sijnre wet ende bit hem, dat hi wille sinen afgod vraghen, of sijn vader steruen sal van der ziecten of niet. Ende dan so gaen die priester ende die zoon te gader voor den afgod

[Folio 104va]
[fol. 104va]

ende knielen herde deuoteliken ende vraghen, datsi willen. Ende die afgod mids die cracht des viants, die daer binnen scuult, antwoort ende seit, dat hi niet dese weruen steruen en sal ende wijst hem, hoe sine ghenesen sullen. Dan so keert die sone achter waert tot sinen vader ende dient hem ende neemt sijns goeden ware ende doet hem, dat die afgod gheraden heeft, tote dat hi ghenesen is. Ende aldus doen die vrouwen haren mannen ende die mannen haren wiuen ende die vrienden deen voor dander. Ende seide die afgod, dathi steruen soude, soe gaet die priester mitten zone of mitten wiue totten sieken ende leg\ghen

[Folio 104vb]
[fol. 104vb]

hem een broot op sinen mont omme sinen aem te stoppen. Ende also versmachten sine ende doden ende dan sniden si sinen lichaem in stucken ende doen alle die vrienden bidden omme te comen tetene van desen doden ende doen comen vele ministreers ende speellieden alle, die si hebben moghen ende eten mit groter blijsscap ende feeste. Ende als si dat vleesch ghegheten hebben, so nemen si dat ghebeente ende grauent al singhende ende maken grote blijsscap ende die ghene, dierre niet gheweest en hebben ende van haren vrient ende van haren maech niet ghegheten en hebben, dat verwijtmen hem mit groter scanden, so datsire groten rouwe ende zericheit

[Folio 105ra]
[fol. 105ra]

of hebben, datsi ter feesten van haren vrient niet gheweest en hebben, want daer na en hout mense nemmermeer ouer vrint. Ende die vrienden segghen, dat si dat vleesch ghegheten hebben om hem vander pinen te liuereerne, diet onder daerde liden zoude vanden wormen, also si segghen. Ende als tfleesch te magher is so segghen die vriende, datmen grote sonde ghedaen heeft, datmen so langhe heeft laten quellen ende pine liden sonder reden. Ende als si dat vleesch vet vinden so segghen si, dat wel gedaen is, datmense so saen int paradijs ghesonden heeft sonder te liden grote pinen. Die coninc van desen eylande is herde machtich ende heeft

[Folio 105rb]
[fol. 105rb]

onder hem liiij eylanden die groot sijn. Ende nochtan heeft een yghelijc eylant eenen ghecroonden coninc ende alle die coninghe sijn hem onderdaen. Ende in dese liiij eylanden is menigherande volc. Ende in een van desen eylanden woont groot volc van vreseliken maecsele ende van grootheden als resen ende en hebben mar een oghe, dat staet hem int voerhoeft ende eten vleesch ende visch sonder broot. Ende in een ander eylant woont volc van leliken maecsele ende van quader naturen, die en gheen hooft en hebben ende hebben die oghen in die scouderen staende ende enen mont ghecromt als een paerts yser, staende in middeweghen van haerre borst.

[Folio 105va]
[fol. 105va]

Jn een ander eylant sijn ooc lieden sonder hooft ende hebben die oghen ende dien mont achter haren scoudren staende. Jn een ander eylant sien lude, die dat aensichte plat hebben ende al slecht zonder nese ende zonder oghen zonder twee ronde gaetkijn, die si hebben in manieren van tween oghen ende enen platten mont sonder lippen recht als een cloue. Jn een ander eylant van desen liiij eylanden voirseit sijn liede van leliken maecsele ende hebben die ouerste lippen bouen den mont so groot, datsi bedecken al haer aensicht, als si in die zonne slapen willen vander scadwuen der sonnen. Ende in een ander eylant sijn

[Folio 105vb]
[fol. 105vb]

cleyn lieden als nanen, mar nochtan sijn si wel twee weruen groter dan die pinguewerden ende hebben een cleyn gaetkijn, daer haer mont staen soude. Daer om moeten si haer eten mit enen pipe nutten ende si en hebben gheen tonghe, noch si en spreken niet dan si blazen of wispelen ende maken tekene deen toten andren, als moneke doen of stomme liede ende si verstaen also deen den andren. Jn een ander eylant sijn lude mit hanghenden oren toten knieen toe. Jn een ander eylant sijn liede, die paerts voete hebben ende sijn sterc ende wel lopende, want si vaen die wilde beesten mit lopene ende verlopense ende

[Folio 106ra]
[fol. 106ra]

etense. Jn een ander eylant sijn liede, die gaen ouer hande ende ouer voete als beesten ende sijn al ru ende lopen wel haesteliken op enen hoghen boom als semmen. Jn een ander eylant sijn liede, die wijf ende man te gader sijn ende hebben ene mamme op deen zide ende op dander zide en hebben se ghene ende hebben mans ende wijfs lede, daer men kinder mede wint ende setten te werke, welke dat si willen van beyden, sulken tijt deen, sulken tijt dander ende si winnen kinder . . . . . ende si ontfaen kinder, als si willen werken vrouwen werc ende draghen kinder. Jn een ander eylant sijn liede, die altoos op haer knien gaen wonderliken ende schijnt telken passe, dat si tumelen sullen ende hebben an

[Folio 106rb]
[fol. 106rb]

elken voet viij teen. Vele anders volcs van vele andere manieren sijn in die andre eylande daer omtrent, vanden welken jc zwighe om dat te lanc vallen soude.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

landen

  • Irak

  • Saudi-Arabië

  • China

  • Griekenland

  • Israël

  • Ethiopië

  • Turkije

  • Egypte

  • India