Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ridderboek (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ridderboek
Afbeelding van RidderboekToon afbeelding van titelpagina van Ridderboek

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.76 MB)

Scans (34.33 MB)

ebook (2.98 MB)

XML (0.28 MB)

tekstbestand






Editeur

Geert Warnar



Genre

proza

Subgenre

bloemlezing
non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ridderboek

(1991)–Henricus Pomerius, Anoniem Ridderboec–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

De geestelijke wapenrusting

Nu ik u de vijanden van de ridder beschreven heb, is het tijd dat ik ten strijde trek, want Paulus schrijft: Christus is in de wereld gekomen om de zondaars gezond te maken.

De prins van Babylon had de ridder bedrogen en aan zich onderworpen. Dit was wel duidelijk want zelfs de heilige Johannes de Doper sloot hij in zijn kerkers. De zoon van de koning zag met lede ogen aan dat de prins zo veel macht had over zijn bruid en de ridder. Hij werd door medelijden bewogen en vroeg toestemming aan zijn vader om zelf tegen de prins te gaan vechten, een einde te maken aan diens wandaden en de ridder te verlossen. Och mijn goede vriend, opdat u bereidvaardiger en getrouwer aan de zijde van de edele koning zult strijden, moet u altijd zijn grote trouw voor ogen blijven houden en beseffen hoe hij heeft moeten lijden voordat hij de ridder kon verlossen. Want u bent degene om wie deze dingen allemaal zijn gebeurd.

De jonge koning die zijn vijand wilde verslaan, doorzag met grote scherpzinnigheid wie de helpers van de prins waren en wat hun macht was. Zo kon hij zich tegen zijn vijand wapenen en een voorbeeld geven aan andere ridders die met hem wilden strijden.

De koning zag dat de prins de ridder bedrogen had in de

[pagina 32]
[p. 32]

gedaante van een slang. Daarom kwam hij als mens en liet zich Christus noemen - dat wil zeggen: gezalfde. Met de goddelijke zalf waarmee wij gedoopt worden en waarom wij christenen heten, wilde Hij het gif van de slang zalven - dat wil zeggen: ons van zonden verlossen.

Ten tweede zag Christus dat de oorsprong van dit gif zelfbehagen was geweest, toen de prins tegen Eva had gezegd dat zij aan God gelijk zou kunnen zijn. Daartegen offerde Hij zichzelf, zoals Paulus zegt, als iemand die geen enkel zelfbehagen maar slechts zelfhaat kent.

Vervolgens zag Hij dat afgunst de prins eerst had opgezet tegen de ridder, zoals Paulus zegt: ‘Door afgunst is de dood in de wereld gekomen.’ En daartegen roerden zich liefde en bekommernis om de naaste en die eigenschappen zijn het tegendeel van afgunst. Daarover zegt Christus zelf: ‘Niemand kan meer om zijn naaste geven dan dat hij zijn ziel voor zijn vrienden geeft.’ En elders beklaagt Hij zich over de joden: ‘O mijn verkoren wijngaard, wat moet ik nog meer voor u doen. Ik heb u uit Egypte geleid, verlost uit de gevangenis en slavernij van de farao (die een afspiegeling is van de prins). Ik heb u geleid naar een land van beloften. Ik heb alleen de wijnpers getreden. Antwoord mij,’ sprak Hij, ‘wat moet ik nog meer voor u doen?’ Alsof Hij zeggen wilde: ‘Ik heb uit liefde en zorg alles gedaan wat ik voor uw zieleheil kon doen en toch kruisigt u mij.’ Helaas mijn goede vriend, het zijn niet alleen de joden die de zoon van God kruisigen, maar alle ontrouwe christenridders telkens als zij een doodzonde begaan. O zoete Jezus, zoete koning, zoete bruidegom, hoe vaak zou U sterven, als U nog sterfelijk was! Maar helaas, telkens als wij toegeven aan zonden, is onze misdaad even groot, ook al sterft U niet.

Vervolgens zag Hij dat de slang zich bediende van de vruchten van een boom. Daarom verkoos Hij hetzelfde tot schande en verderf van de prins en werd zelf een vrucht aan de boom van het kruis. Hij zag dat de ridder Hem was ontnomen door

[pagina 33]
[p. 33]

middel van een vrouw; daarom heeft Hij tot schande van de prins de ridder weer veroverd door middel van de reine maagd Maria.

Mijn goede vriend, zo heeft Hij de eerste en belangrijkste vijand - dat is de prins zelf - verslagen. Met grote scherpzinnigheid heeft Hij weerstand geboden aan alles waarmee de prins de ridder had overwonnen. En het eerste dat wij uit de wijsheid van de koning kunnen leren, is dit: wie tegen de prins en met de koning partij wil kiezen, zal zich tegen de snode ingevingen van de prins moeten verweren, zoals Petrus zegt: ‘Als u de duivel weerstand biedt, zal hij van u vluchten.’

Waarmee, zult u vragen, moeten wij tegen hem strijden als wij zo zwak zijn en hij zo listig en boosaardig is? Mijn goede vriend, dit is waar, want zoals dezelfde apostel zegt: ‘Onze tegenstander, de duivel, gaat rond als een briesende leeuw zoekend naar wie hij kan verslinden.’ Maar luister naar wat op deze woorden volgt: wees standvastig in het geloof. Ons christelijk geloof is het harnas waarmee wij de prins kunnen overwinnen. Maar het geloof moet op daden berusten, want zoals de apostel zegt: ‘Ons geloof zonder de werken van het geloof is dood.’ En daarom voegde Petrus hieraan toe: ‘Broeders, weest sober en waakt.’

Hij waakt die goede werken doet, en hij is sober die zich hoedt voor het kwaad. Zo wordt het harnas - dat is ons geloof - met stevige maliën versterkt als wij de geboden van God, die met de maliën bedoeld worden, volbrengen. Maar als wij tegen Gods gebod ingaan, scheuren wij de maliën en direct worden wij door de prins verwond en als wij niet oppassen, zullen wij sterven. De koning heeft ons in de doop het geloof gegeven met het water dat de rijken en armen gemeenschappelijk hebben zodat niemand zich tegenover de zoon van de koning zou kunnen verontschuldigen met: ‘Heer, ik zou gaarne met U gestreden hebben, als ik over wapens had beschikt.’ Deze wapens stelt onze moeder, de heilige kerk, altijd vrij ter beschikking

[pagina 34]
[p. 34]

van iedereen die tegen de prins wil strijden, want zonder deze wapens kan niemand zich verweren tegen de prins. Ik dank de koning dat wij over deze wapens mogen beschikken.

Maar wij moeten de belofte volbrengen die wij afgelegd hebben toen wij deze wapens ontvingen, want anders zijn wij ontrouw. Deze belofte hield in dat wij geloven zullen in alles wat onze moeder, de heilige kerk, gelooft. Daarom zeggen onze peetvaders en peetmoeders: ‘Credo’. Omdat wij God en Zijn geboden gehoorzaam moeten zijn, en niet de prins, zeggen zij: ‘Abrenuntio’. Dat betekent in het Nederlands: ik verloochen de prins die Satan is - dat wil zeggen: de duivel.

Om tegen de prins te strijden nam de koning een zwaard in de hand en zette een helm op het hoofd; en op zijn helm droeg Hij een pluim. Hij droeg ook zelf Zijn standaard en aan Zijn linkerzijde een schild. Zo vocht Hij tegen de prins.

Deze helm is de hoop op zaligheid, waarover Paulus schrijft. Deze helm moeten alle ridders hebben want zonder hoop heeft niemand moed in de strijd. Want Hiëronymus zegt: ‘Alle arbeid wordt licht als men de beloning overdenkt.’ Ook pleegt men te zeggen: hoop op beloning verlicht de arbeid. Bernardus zegt dat wij, die met Christus strijden, onze hoop moeten richten op drie dingen. Het eerste is dat Christus ons met grote liefde heeft verkozen. Het tweede is de waarheid van de belofte die Hij ons gedaan heeft. Het derde is Zijn macht ons alles te geven.

Op deze helm staat de pluim van de liefde. De pluim staat boven alles omdat men iemand eraan kan herkennen. Daarom is de liefde het hoogste van de wapens van Christus, zoals Paulus schrijft: ‘Als ik alle deugden had en ik had niet de liefde, zo was het allemaal niets.’ Liefde zal eeuwig blijven als geloof en hoop niet meer zullen bestaan. Want in de eeuwigheid behoeft men geen wapens; daar heerst vrede en alle vijanden zijn buitengesloten, zoals hiervoor gezegd is.

Deze pluim staat voor de doornenkroon die de bruidegom

[pagina 35]
[p. 35]

heeft gedragen uit liefde voor zijn bruid. Deze kroon was gevlochten uit scherpe takken want de liefde is scherp, verwondt het hart en laat de minnaar lijden. Maar dit leed is voor het hart een genot, zoals Augustinus zegt: ‘De zuster van de liefde is genot.’ Och, met grote begeerte en pijn droeg Christus deze doornenkroon, opdat ook onze liefde zou ontbranden. Maar helaas, uit onze daden blijkt dat onze liefde lauw is. Wij moeten ons wel diep schamen, dat deze grote liefde niet in staat is onze slechtheid te verbranden, hoewel Augustinus zegt: ‘Niets is zo hard of halsstarrig dat het niet met het vuur van de liefde kan worden overwonnen.’ Maar ik vrees dat wij zo zeer zijn bedrogen door de liefde voor de prins, dat wij de liefde voor Christus geheel vergeten, zoals dezelfde Augustinus elders zegt: ‘Twee soorten liefde vormen twee steden. De liefde voor God maakt Jeruzalem en de liefde voor de wereld maakt Babylon. Nu dan, laat een ieder zich afvragen in welke stad hij woont.’

Het zwaard dat aan twee zijden sneed, was het woord van God. Dat is de Heilige Schrift die aan twee zijden snijdt met het Oude en Nieuwe Testament. Met dit zwaard versloeg Christus de prins toen Hij zijn goddelijke natuur verborg en vastte en honger leed. Daarom meende de duivel dat Christus alleen een menselijke natuur bezat en benaderde Hem zoals hij gewoonlijk andere ridders bedroog. Want de duivel onderzoekt de aard van de mens en poogt hem ten val te brengen met de dingen waartoe de menselijke natuur het meest geneigd is. De duivel zag dat de zoon van de koning honger leed omdat hij veertig dagen gevast had. Daarom gaf hij de koning stenen en zei: ‘Als je de zoon van God bent, maak dan brood van deze stenen om je honger te stillen.’ En direct trok de koning zijn zwaard - dat was de Heilige Schrift - en zei: ‘De mens leeft niet bij brood alleen maar ook bij Gods woord.’

O lieve Heer, dit is waar en de prins moest het erkennen. Maar tegenwoordig willen de dwaze ridders van deze wereld dit niet toegeven, ofschoon zij zouden moeten smachten naar

[pagina 36]
[p. 36]

het brood waar U van sprak: het woord van God. Zij moeten meer aandacht schenken aan de bruid, die met het brood van Gods woord gevoed wordt. Tegenwoordig wil men zich slechts inspannen voor brood, vlees en allerhande lekkernijen maar daarmee wordt de bruid, de edele ziel, niet gevoed! Alles is voor de smerige en verachtelijke dienstmaagd. Alles is voor het lichaam!

Het schild van de koning was lijdzaamheid en geduld. Dit schild droeg hij aan zijn linkerzijde om zich te beschermen tegen alle tegenslagen die hem konden treffen. Over dit schild zegt de Schrift: in lijdzaamheid zult gij uw ziel bezitten. Want met dit schild biedt men weerstand aan alle onvrede. Paulus zegt: ‘Geduld maakt hoop.’ Want zoals ik hiervoor uiteengezet heb, betekent de helm hoop en ridders beschermen hun helm altijd met hun schild. De linkerzijde betekent tegenslag, omdat men weinig achting heeft voor de linkerzijde. Hetzelfde geldt voor tegenslag.

Christus' standaard was het heilig kruis dat Hij zelf droeg naar de plaats waar Hij zou sterven. En de wimpel aan de standaard was Zijn heilig lichaam dat aan het kruis genageld werd met stompe spijkers. Nu nog vertrouwen de ridders van de koning op deze standaard als zij door de prins aangevallen worden. Want als zij zich deze standaard voor de geest halen, moet de prins vluchten. Dit kunnen wij dagelijks zien als wij maar uit volle overtuiging willen geloven. Dan heeft de prins over ons geen macht. Zoals Augustinus zegt, verdrijft het kruis van Christus de moordenaar - dat is de dodelijke duivel.

Goede vriend, dit zijn de wapens die onze koning gegeven heeft aan allen die met Hem willen strijden tegen de prins. Dit zijn de wapens van de rechtvaardigheid waar Paulus over spreekt: ‘Laten wij ons overgeven aan de wapens van Gods rechtvaardige macht.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken