Salon des variétés

Inhoudsopgave

I. Vliegen, vliegen, vliegen.

II. Een kus.

III. De koopman. Comische scène.

IV. ABC Comisch terzet.

V. Het café-concert.

VI. Dokter o wee en dokter goed zoo. Comisch duet.

VII. Slaapcoupletten.

VIII. Het groote gekkenhuis. Voor meisjes.

IX. Als 'k dat vooruit geweten had.

X. Is 't leelijkste, zeg ik.

XI. 't Komt wel weerom.

XII. Sausnegers.

XIII. O wat vermaak.

XIV. Liefde en champagne.

XV. Studenten geldnood.

XVI. Dienstbodenklacht.

XVII. Huishouding en orkest.

VIII. De duiten.

XIX. Wat een hart soms lijden kan. Lied voor Tenor, Soprano of Bariton.

XX. De Tyroler en zijn kind.

XXI. Klaartje.

XXII. Wie zal het zijn?

XXIII. Ik zal hem vergeten. Lied voor Tenor, Soprano of Bariton.

XXIV. Vergeet mij niet.

XXV. De wereld loopt verkeerd.

XXVI. Bis-coupletten.

XXVII. Waarom ik haar nog min. Lied voor Tenor, Soprano of Bariton.

XXVIII. Niet alleen. Dramatisch. Lied voor Tenor, Soprano of Bariton.

XXIX. Oranjelied.

XXX. Danslied.

XXXI. Droombeelden.

XXXII. De wereld wil bedrogen zijn.

XXXIII. Neêrlands trots.

XXXIV. Beloven!!.... Maar doen?....

XXXV. Ik min u zoo trouw.

XXXVI. De waereld een herberg.

XXXVII. Een voordracht zonder voordracht.

XXXVIII. Pro patria. Volkslied. Opgedragen aan de leden der Volksweerbaarheid.

XXXIX. Mannen draaien met de winden.

XL. De dorpsgeleerde.

XLI De Engelschen.

XLII. Steeds moed gehouên!

XLIII. Mannenklacht.

XLIV. De verwaande Klaas.

XLV. De doodgraver.

XLVI. Al wat blinkt is juist geen goud.

XLVII. Minaarsklacht.

XLVIII. Avondlied.