Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een schone ende ghenoechelijcke historie van Ioncker Ian (ca. 1590)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een schone ende ghenoechelijcke historie van Ioncker Ian
Afbeelding van Een schone ende ghenoechelijcke historie van Ioncker IanToon afbeelding van titelpagina van Een schone ende ghenoechelijcke historie van Ioncker Ian

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.03 MB)

ebook (2.68 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een schone ende ghenoechelijcke historie van Ioncker Ian

(ca. 1590)–Anoniem schone ende ghenoechelijcke historie van ioncker Ian, Een–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Dat xi. Capittel. Hoe de Keyser wttooch den Kerstenen te hulpe ende hoe Gouweron des Keysers standert liet vallen ende de Kerstenen al te gader inder stat vloden

DAer nae gheboot de Keyser dat hem een yegelijc wapenen soude twelc terstont ghedaen worde. De Keyser trock wt ter Stadt met de ghantsche macht hy was op dier tijt wel sterck ix. duysent weerachtigher Mannen. Ende daer waren geordineert vijf batailgen. De Coninck van Hongarien hadde deerste batailge te bewaren. De hertoge van Salabren de tweede. De Keyser hoe wel dat hi een out man was, was de derde met veel vroome Ridders. De Coninck van Spangien de vierde een Hertoghe wt den Lande van den lande van Romanien genaemt Tiberius de vijfte. Aldus trocken zy totten vyanden in schoonder ordinantien. Den eersten aenloop gheviel seer hart alzoo dat de heydenen begonsten te wijcken want zy veel volcx verloren hadden. De Soudaen van Persen quam den zijnen met een versche schaere te hulpe. Doen de Sarasijnen dat sagen, grepen zy op een nieuw een moet ende hielden den Kerstenen staende, ende stelden hem vromelijck ter weer. De Soudaen van Egypten quam daer oock, ende stelde hem teghen heer Ian ende Lanceloot die seer vermoeyt wa-

[Folio C3v]
[fol. C3v]

ren. De Heydenen bevochten de Kerstenen zo stranghelijck dat zy moesten wijcken de lengte van een spietse.

De Coninck van Spangien Alphonsus dit siende is den Kerstenen te hulpe ghecomen. Als de Soudaen van Persen sach dat des Keysers standaert inden velde was soo is hy wel met xl. duysent Heydenen derwaerdts ghereden ende is zoo verre ghecomen doorbreekende de schare dat hy den Keyser van verre ghesien heeft, hy nam een stercke lance ende reet op hem zo sterckelijck dat hy hem vanden paerde stac De Keyser als een vroom Ridder is terstont op zijn voeten ghespronghen, ende verweerde hem vromelijck metten swaerde. Als Gouweron dit sach liet hy den standaert vallen ende vloot na der Stadt roepende vliet vliet, den Keyser is doot oft ghevangen een yeghelijck begonste te vlien. Alphonsus de Coninck van Spaengien halp den Keyser teghens der Sarasijnen danc weeder te Paerde. Heer Ian dede zoo grooten moort onder den heydenen dat hy den standaert weder op hief, ende soude de Kerstenen gaerne teghen ghehouden hebben, maer wat hy dede het was al te vergheefs, zy volchden alle Gouweron die deerste was int vlien ende vloden alle tot dat zy in die stadt waren De Kerstenen souden daer alle ghebleven hebben, en hadde ghedaen de Coninck Alphonsus, Heer, Ian, Lanceloot ende Gautier, die den Sarasijnen vromelijck tegen stonden tot dat de Keyser met zijn volc in de stadt waren, ende heer Ian met zijn ghesellen waren de leste die inde Stadt quamen Doen deden de Kerstenen de Poorte sluyten. De Keyser dede den gequetsten vermaken, soo wel den armen als den rijcken, ende dedese versien van als dat zy van noden hadden. Des Keysers dochter heeft den haeren vriendelijck ontfanghen ende bouen al Heer Ian ende zeyde: Zijt willecome mijn alder liefste vrient, ic en waende u nimmermeer ghesien te hebben, ick hope metter hulpen Godts datmen u quetsueren corts ghenesen sal, Heer Ian seyde ick ende mijn gheselle Lanceloot ende oock de coene Gautier zijn seer ghewondt, daeromme laedt ons terstont goede Meesters comen om ons wonden te verbinden. De meesters werden daer terstondt ontboden ende verbonden de ridders haer wonden, ende worden alle drie in een schoon Camer gheleyt. De Keyser quamse daghelijckx selue besoecken tot dat zy genesen waren. De schoone Gloriande quamse oock dagelijcx besoecken ende dat om heer Ians wille, ende hadden menich Amoreuslijck woort te gader hoopende wanneer dat het oorlooch ghedaen waere, dat zy dan met malcanderen versaemen zouden nae de ordinantie der heyliger kercken. De Sarasijnen sloeghen Tenten ende Pauwelioenen voor de Stadt, ende swoeren van daer niet te scheyden zy en hadden de Stadt ghewonnen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken