| |
| |
| |
Leo Vroman
Voor wie dit leest
Gedrukte letters laat ik U hier kijken,
maar met mijn warme mond kan ik niet spreken,
mijn hete hand uit dit papier niet steken;
wat kan ik doen? Ik kan U niet bereiken.
O, als ik troosten kon, dan kon ik wenen.
Kom, leg Uw hand op dit papier; mijn huid;
verzacht het vreemde door de druk verstenen
van het geschreven woord, of spreek het uit.
Menige verzen heb ik al geschreven,
ben menigen een vreemdeling gebleven
en wien ik griefde weet ik niets te geven;
Liefde is het meestal ook geweest
die mij het potlood in de hand bewoog
tot ik mij slapende voorover boog
over de woorden die Gij wakker leest.
Ik zou wel onder deze bladzij willen zijn
en door de letters heen van dit gedicht
kijken in Uw lezende gezicht
en hunkeren naar het smelten van Uw pijn.
Doe deze woorden niet vergeefs ontwaken,
zij kunnen zich hun naaktheid niet vergeven;
en laat Uw blik hun innigste niet raken
tenzij Gij door de liefde zijt gedreven.
Lees dit dan als een lang verwachte brief,
en wees gerust, en vrees niet de gedachte
dat U door deze woorden werd gekust:
Uit: ‘Gedichten, vroegere en latere’ (1949)
| |
Au lecteur
J'ai des lettres imprimées à vous montrer,
mais je ne puis remuer mes lèvres chaudes,
ni faire jaillir ma main en feu de ce papier;
que faire? Vous êtes aux antipodes.
Ah! pouvoir consoler et puis pleurer.
Allons, venez poser vos mains sur ce papier de chair;
pour sonder le mystère qui pétrifie
le mot gravé, ou venez le prononcer.
J'ai écrit nombre de poèmes
et pour nombre de gens je reste un étranger
mais que donner à ceux que je blessais
L'amour d'ailleurs a le plus souvent
manié ma plume jusqu'au sommeil
dans les mots que vous réveillez en lisant.
J'aimerais me dissimuler sous cette feuille
et guetter à travers les lettres du poème
le fond intime de votre visage lisant
jusqu'à la fonte de vos douleurs.
Ne réveillez pas ces mots en vain,
ils ne se pardonneraient pas leur nudité;
que votre regard ne fouille pas les profondeurs de leur être
à moins que l'amour ne vous y convie.
Dès lors lisez ceci comme une lettre attendue,
et soyez tranquille, et ne craignez pas l'idée
que ces mots aient pu vous enlasser:
Traduit du néerlandais par Sadi de Gorter.
| |
| |
| |
Leo Vroman
Ik ook
Soms moet ook ik schilderen;
moet voor een spiegel met een hand
mijn haar staan te verwilderen,
en staren op 5 cm afstand
naar gaatjes, pupillen geheten,
die, op mijn ogen gericht,
doodsbang zijn iets te vergeten
van die hele schijf huidkleurig licht
bijgenaamd: Vromans Gezicht.
'k Nijp krullende tubes leeg,
eerst alleen met een spiegelbeeld
oog in oog, met het doek oog in veeg,
dan ook daar oog in oog, verveeld
besta ik ten derden male.
Waarom moet ik mezelf herhalen?
Waarom, waarom denken dan
Vroman, Vroman en Vroman.
Soms schilder ik ook mijn kind
als de rubber-dieren kermen
in de armpjes die hen beschermen
van de angst die alles verslindt.
Waar kijkt ze dan eigenlijk naar?
Naar hoge geschubde wolven
die uit vazen en stoelen golven,
En ra ra, wat ben ik dan,
Mispoes, je hebt je vergist:
Uit: ‘Uit Slaapwandelen’ (1957).
| |
Moi aussi
Parfois il me faut peindre moi aussi;
je dois de ma main devant un miroir
mettre ma chevelure en désordre,
et fixer avec 5 cm. de recul
des petits trous nommés pupilles,
qui, dirigés sur mes yeux, crèvent de peur
d'oublier quelque chose d'important
de tout ce disque de lumière couleur de chair
surnommé: Visage de Vroman.
Je vide d'abord des tubes difformes,
seule face à face l'image réfléchie par la glace,
puis face à contour dans la toile
enfin, là aussi, face à face; contrarié
j'existe pour la troisième fois.
Pourquoi dois-je me répéter?
Pourquoi, pourquoi penser vraiment
Vroman, Vroman et Vroman.
Parfois je peins aussi ma fille
quand les bêtes en caoutchouc gémissent
dans les petits bras qui les protègent
de la peur qui dévore tout.
Qu'est-ce qu'elle regarde en somme?
D'immenses poissons écaillés
qui affluent de vases et de bibelots,
Devine un peu que suis-je,
Tu n'y es pas, tu te trompes énormément:
Traduit du néerlandais par Sadi de Gorter.
| |
| |
| |
Leo Vroman
Droom i
Ik droom dat ik het leuk vind jou te dromen
niet alleen jou naakt maar bovendien
jouw naakt in tuinen onder tulpebomen
waar ik je anders wel nooit naakt zal zien.
Ik droom vaak rechtop zittend in een stoel
zeilend langs de heuvels van je huid
bruin gespierde havens in en uit
ik nader de kust tot ik de bladeren voel.
Dan weer weet ik niet waarheen ik lust
en wat voor dood of leven ik bedoel
wanneer ik slapend merk dat ik de kust
nader tot ik de bladeren daarvan voel
aaien langs mijn ogen tot ze dicht
groeien overbodig en verdwenen
in de droom dat al mijn weten en mijn wenen
geen opening meer zoekt uit mijn gezicht
maar vingers die al uit hun kassen puilen
en morgen wortels worden om nog iets te drinken
van het weinige dat anderen daarom huilen
en verzwijgen om in te verzinken.
Als onze wereld niets dan denken is
en als wij denken wat de dingen van ons maken
dan is vergetelheid verlies van een gemis
en dan is dromen werkelijk ontwaken.
Uit: ‘Het verdoemd carillon’ (1981)
| |
Rêve i
Je rêve qu'il me plaît de te rêver
non seulement toi nue mais de plus
toi nue dans des jardins sous les tulipiers
où je ne t'eusse sans doute jamais vu nue.
Je rêve souvent assis droit dans un fauteuil
voguant le long des collines de ta chair
entrant dans tes ports musclés, bronzés
et les quittant je frôle de la côte les feuilles
En d'autres temps je ne sais où va mon désir
quel genre de mort ou de vie je veux dire
quand j'aperçois en dormant mon approche
de la côte à en frôler les feuilles
en caresser mes yeux au point
où elles se ferment inutiles et fanées
dans le rêve qui ne cherche plus à dépouiller
mon visage de son savoir et de ses larmes
mais des doigts qui saillent des orbites
et seront racines demain pour lamper
le peu de larmes que certains versent
et préfèrent taire pour s'y noyer.
Si notre monde n'est que pure réflexion
et si nous songeons comment les choses peuvent s'emparer
de nous, alors l'oubli est la perte d'un abandon
et rêver c'est clairement se réveiller.
Traduit du néerlandais par Sadi de Gorter.
| |
| |
| |
Leo Vroman
Nu weet ik hoe het is:
makkelijk als niet schrijven.
Toch ben ik blijven leven.
Maar niet meer zoals een vis
die zwemt in zijn eigen pis.
Nee, maar als een oude vrucht
beschermd door een laag warme wespen.
Zij likken voorzichtig mijn ogen
van zoet zweet open droog.
En wat heb ik dan sindsdien
zo slapeloos moeten zien?
Uit een lekkere lentenacht
moest ik de dood zien dalen
in een jong, geliefd gezicht
die tekenden de omtrek van de wind
en ik heb daar als je belieft
geen gedicht over geschreven,
niets gladgedacht, en toch
Uit: ‘Nieuwsgierig’ (1981).
| |
Maintenant je sais ce que c'est:
ne pas respirer est aussi
facile que de ne pas écrire.
Pourtant j'ai continué de vivre.
Mais pas comme un poisson
qui nage dans sa miction.
Non, comme un vieux fruit
par une couche de guêpes chaudes.
Elles sèchent vigilantes mes yeux ouverts
D'une bonne nuit de printemps
j'ai dû voir surgir la mort
ruiner un jeune visage cher
dans le ciel le plus bleu
qui dessinaient les contours du vent.
Je n'ai pas sur ce thème,
Dieu m'en garde, écrit un poème
rien torchonné et pourtant
Et malgré tout j'attends.
Traduit du néerlandais par Sadi de Gorter.
|
|