[Nederlands]
tussen de machines door naar de binderij, waar het toen de laatste de deur achter hen gesloten had, vergeleken bij de ruimte die ze zojuist verlaten hadden, opvallend stil was. De meeste arbeiders die hier werkten waren vrouwen, armoedig geklede vrouwen, die niet op of om keken toe ze binnenkwamen en langs hen liepen. Ze zaten aan kleine tafels of werkbanken, elk met haar eigen machine, als in een naaiatelier, en het rook er sterk naar lijm. De grote, kale ruimte, de grauwe vloeren van cement, de lucht van lijm, het licht dat door de hoge, matglazen ruiten naar binnen viel, en de verbetenheid van al die snel werkende, armoedige vrouwen gaven Maarten de indruk van een grote troosteloosheid, nog troostelozer dan de beide vorige ruimten. ‘Man versteht nicht, daß die Leute hier keine Revolution machen,’ zei hij tegen Bloch, die naast hem liep.
‘Ich weiß nicht’ zei Bloch en hij wendde zich van hem af, alsof hij met een provocateur van doen had.
Ze liepen tussen de vrouwen door naar het eind van de zaal, waar de beide directeuren hen opwachtten. Terwijl ze zich om hen heen verzamelden, werden door een man in een overall een paar stapels boeken aangedragen en naast de directeuren op een tafeltje geplaatst. Fischbächle, die vooraan stond, begon te applaudisseren, een applaus dat door de overige aanwezigen werd overgenomen. De directeuren glimlachten. Maarten applaudisseerde ook, maar het duurde even voor hij begreep dat het boek waarvan ieder van hen een exemplaar kreeg uitgereikt, hetzelfde boek was als ze zojuist op de pers hadden gezien.
‘Don't you feel ashamed,’ vroeg Maarten aan Stanton toen ze weer buiten waren, in de zon, en tussen de anderen achter Valkura aan naar