Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637) (2008)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.00 MB)

ebook (11.07 MB)

XML (23.68 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)

(2008)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het vj. Capittel.

Godt versterckt Mose door ’t verhalen sijnes naems, ende sijnes verbonts met de vaderen opgericht, vers 1, etc. Godt belooft dat hy sijn volck verlossen sal, 7. Maer sy en hooren niet nae Mose, 9. Godt sendt Mose wederom tot Pharao, daer hy onwillich toe is, 10. Het geslacht register van Ruben, 14. Van Simeon, 15. Van Levi, 16. Ende sijner kinderen, tot Aaron ende Mose toe, 17. ende anderer meer, 21. Aarons houwelick, ende kinderen, 22. ende kints kinderen, 23. De sendinge Aarons ende Mose aen Pharao, wort wederom verhaelt, 25. als oock Mose onwillicheyt, 29.

1

VOorder sprack Godt tot Mose, ende seyde tot hem, Ick ben Ga naar margenoot1 de HEERE.

2

Ende ick ben Abraham, Isaac, ende Iacob verschenen, als Ga naar margenoot2 Godt Ga naar margenoot3 de Almachtige: doch Ga naar margenoot4 met mijnen name HEERE, en ben ick haer niet bekent geweest.

3

Ende oock hebbe ick mijn verbont met haer opgericht, dat ick haer geven soude het lant Canaan, het lant harer vreemdelinckschappen, daer sy vreemdelingen inne geweest zijn.

4

Ende oock hebbe ick gehoort Ga naar margenoot5 het gekerm der kinderen Israëls, die de Egyptenaers in Ga naar margenoot6 dienstbaerheyt houden, ende Ga naar margenoot7 hebbe aen mijn verbont gedacht.

5

Derhalven segt tot de kinderen Israëls, Ick ben de HEERE, ende ick sal u-lieden uytleyden van onder de lasten der Egyptenaren, ende ick sal u redden uyt hare dienstbaerheyt, ende sal u verlossen, Ga naar margenoot8 door eenen uytgestreckten arm, ende Ga naar margenoot9 door groote gerichten:

6

Ende sal u lieden Ga naar margenoot10 tot mijn volck aennemen, ende ick sal u tot eenen Godt zijn: ende ghy-lieden sult Ga naar margenoot11 bekennen, dat ick de HEERE uwe Godt ben, die u uytleyde van onder de lasten der Egyptenaren.

7

Ende ick sal u lieden brengen in dat lant, daer over Ga naar margenoot12 ick mijne hant op geheven hebbe, dat ick het Abraham, Isaac, ende Iacob geven soude: ende ick sal het u-lieden geven tot een erf-deel, Ga naar margenoot13 Ick de HEERE.

8

Ende Mose sprack alsoo tot de kinderen Israëls: doch sy en hoorden nae Mose niet, van wegen de Ga naar margenoot14 benautheyt des geests, ende van wegen de harde dienstbaerheyt.

9

Voorder sprack de HEERE tot Mose, seggende:

10

Gaet henen, spreeckt tot Pharao den Koninck van Egypten, dat hy de kinderen Israëls uyt sijnen lande trecken late.

11

Doch Mose sprack voor den HEERE, seggende: Siet de kinderen Israëls en hebben nae my niet gehoort, hoe soude my dan Pharao hooren? Ga naar margenoota daer toe Ga naar margenoot15 ben ick onbesneden van lippen.

12

Even-wel sprack de HEERE tot Mose ende tot Aaron, ende gaf haer bevel aen de kinderen Israëls, ende aen Pharao den Koninck van Egypten: om de kinderen Israëls uyt Egypten-lant te leyden.

13

Dit zijn de Ga naar margenoot16 hoofden van [yeder] huys, harer vaderen: Ga naar margenootb De sonen Rubens des eerst-geborenen Israëls, zijn Hanoch ende Pallu, Hezron ende Charmi, dat zijn de Ga naar margenoot17 huysgesinnen van Ruben.

14

Ga naar margenootc Ende de sonen van Simeon: Iemuël, ende Iamin, ende Ohad, ende Iachin, ende Zohar, ende Saul, de sone eener Canaanitische: Dat zijn Simeons huys-gesinnen.

15

Ga naar margenootd Dit nu zijn de namen der sonen Levi, nae hare geboorten, Gerson ende Kehath, ende Merari: Ende de jaren des levens Levi, waren hondert ende seven en dertich jaer.

16

Ga naar margenoote De sonen Gersons, Libni ende Simei, nae hare huysgesinnen.

17

Ga naar margenootf Ende de sonen Kehats, Amram ende Izhar, ende Hebron, ende Uzziel: ende de jaren des levens Kehats waren hondert drie en dertich jaer.

18

Ga naar margenootg Ende de sonen van Merari: Mahali ende Musi: Dat zijn de huysgesinnen

[Folio 30r]
[fol. 30r]

van Levi nae hare geboorten.

19

Ga naar margenooth Ende Amram nam Iochebed Ga naar margenoot17 sijne moeye sich tot een huysvrouwe, ende sy baerde hem Aaron ende Mose: ende de jaren des levens Amrams waren hondert seven en dertich jaer.

20

Ende de sonen Izhars: Ga naar margenoot18 Korah, ende Nepheg, ende Zichri.

21

Ende de sonen Ga naar margenoot19 Uzziels: Misaël ende Elzaphan, ende Sithri.

22

Ga naar margenooti Ende Aaron nam sich tot eene vrouwe Ga naar margenoot20 Eliseba Amminadabs dochter, Nahessons suster, ende Ga naar margenootk sy baerde hem Ga naar margenoot21 Nadab ende Abihu, Ga naar margenoot22 Eleazar, ende Ithamar.

23

Ende de sonen Korah waren Assir, ende Elkana, ende Abiasaph: Dat zijn de huysgesinnen der Korhiten.

24

Ende Eleazar Aarons sone nam voor hem een van de dochteren Puthiël sich tot een vrouwe, ende sy baerde hem Ga naar margenoot23 Pinehas: Dat zijn de Ga naar margenoot24 hoofden der vaderen der Leviten nae hare huysgesinnen.

25

Dit is Aaron ende Mose, tot de welcke de HEERE seyde, Leydet de kinderen Israëls uyt Egyptenlant, Ga naar margenoot25 nae hare heyren.

26

Dese zijn ’t, die tot Pharao den Coninck van Egypten spraken, op dat sy de kinderen Israëls uyt Egypten leydden: dit is Mose ende Aaron.

27

Ende het geschiedde in dien dage als de HEERE tot Mose sprack in Egypten-lande:

28

So sprack de HEERE tot Mose, seggende, Ick ben de HEERE: Spreeckt tot Pharao den Coninck van Egypten, alles wat ick tot u spreke.

29

Doe seyde Mose voor het aengesichte des HEEREN: Siet, Ga naar margenootk[l] ick ben onbesneden van lippen, hoe sal dan Pharao nae my hooren?

margenoot1
Siet Gen. 2.4.
margenoot2
Hebr. In Godt de almachtige. And. met [den name] Godt almachtich.
margenoot3
D. die machtich is om goet te doen, ende sijne beloften uyt te te voeren, Gen. 17.1.
margenoot4
Godt de Heere wil hier seggen, dat desen sijnen name Iehovah, ende ’t gene dat dien name beteeckent, tot noch toe haer soo wel niet bekent en was, als het haer voort-aen soude bekent gemaeckt worden, door de datelicke vervullinge sijner beloften, besonderlick van de miraculeuse verlossinge uyt Egypten, ende invoeringe in het lant van beloften. andersins heeft Godt hem selven al lange voor desen IEHOVAH genoemt, ende by desen name sijne beloften versekert, als te sien is, Gen. 2. vers 4, 7, 8, 9. ende 15.7. ende 26.24. ende 28.12. etc.
margenoot5
Ofte, het gesteen, het geklach.
margenoot6
Oft, doen dienen, dienstbaer maken.
margenoot7
Dit is menschelicker wijse gesproken, als Genes. 8.1.
margenoot8
D. door mijne groote ende bysondere kracht: menschelicker wijse van Godt gesproken
margenoot9
D. doende groote ende schrickelicke straffen tot bewijs mijner gerechticheyt over de Egyptenaren.
margenoot10
D. dat my kenne ende diene, ende van my lichamelicke ende geestelicke weldaden geniete ter eeuwiger salicheyt.
margenoot11
And. bevinden, of, weten, ervaren.
margenoot12
D. gesworen hebbe. Siet Genes. 14.22. ende Ies. 62.8.
margenoot13
And. Ick ben de Heere, als of Godt seyde, ick can ende sal u lieden geven wat ick belove. siet bov. vers 1.
margenoot14
De Israëliten waren so verbluft ende t’onder gebracht, dat sy liever wouden blijven onder de slavernye der Egyptenaren, dan dat Mose soude voort varen tot haerder verlossinge, vreesende noch qualicker te sullen getracteert worden. Siet Exod. 14.12. ende Iob 21. op vers 4.
margenoota
Exod. 4.10. ende 6.29.
margenoot15
D. ick en ben niet wel-sprekende. Hier uyt wil Mose besluyten, dat Godt hem niet en behoorde tot Pharao te senden, maer eenen die beter ter tale was, siet bov. cap. 4. vers 10. Dit selve klaechde oock Iesaias. cap. 6. vers 5. ende Ierem. cap. 1. vers 6.
margenoot16
Dat is, de voornaemste.
margenootb
Genes. 46.9. Num. 26.5. 1.Chron. 5.3.
margenoot17
Of, geslachten.
margenootc
Genes. 26.10. Num. 26.12. 1.Chron. 4.24.
margenootd
Genes. 46.11. Num. 3.17. ende 26.57. 1.Chron. 6.1, 16. ende 23.6.
margenoote
1.Chron. 6.17. ende 23.7.
margenootf
1.Chron. 6.18. ende 23.12.
margenootg
1.Chron. 6.19. ende 23.21.
margenooth
Exod. 2.1. Num. 26.59.
margenoot17
De dochter Levi, Exod. 2.1. Num. 26.59. Suster van Amrams vader.
margenoot18
Dit is de Korah, die tegens Mose rebelleerde, Num. 16.1.
margenoot19
Hy wort genoemt Aarons Oom, Lev. 10.4.
margenooti
Num. 3.2. ende 26.60.
margenoot20
Dese was van de stamme Iuda, des Vorstes Nahessons suster, Num. 1.7. ende 2.3. ende 1.Chron. 2.10.
margenootk
1.Chron. 6.3. ende 24.1.
margenoot21
Dese beyde worden hier t’samen gevoegt, om dat sy beyde te gelijcke door het vyer zijn omgekomen. Levit. 10.1.
margenoot22
Hy is sijnen vader Aaron gevolcht in het hooge Priester-ampt. Num. 20.25.
margenoot23
Siet van desen Pinchas, Nu. 25.7.
margenoot24
Dat is, de voornaemste.
margenoot25
Godt de Heere wilde dat Mose het volck soude uytleyden, niet d’ een door d’ ander loopende, maer nae gelegentheyt van hare woonplaetsen, want sy en waren noch niet verdeylt in stammen.
margenootk[l]
Exod. 4.10. ende 6.12.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken