Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637) (2008)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.00 MB)

ebook (11.07 MB)

XML (23.68 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)

(2008)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het xxij. Capittel.

David bestelt voorraet tot den bouw des Tempels, vers 2, etc. hy vermaent Salomo, dat hy, den Heere vreesende, neerstich zijn soude in het op-bouwen des selven, 6. Ende hy gebiedt de Vorsten, dat sy Salomo hier in getrouwelick de hant bieden souden, 17.

1

Ende David seyde, Ga naar margenoot1 Hier sal het Huys Godes des HEEREN zijn, ende hier sal de altaer des brand-offers voor Israël zijn.

2

Ende David seyde, datmen vergaderen soude de Ga naar margenoot2 vreemdelingen die in het lant Israëls waren, ende hy bestelde steen-houwers, om uyt te houwen steenen, Ga naar margenoot3 die men behouwen soude, om het Huys Godes te bouwen.

3

Ende David bereydde yser in menichte, tot nagelen aen de deuren der poorten, ende tot de tsamen-voegingen: oock koper in menichte, Ga naar margenoot4 sonder gewichte.

4

Ende Cederen hout sonder getal: want de Zidoniers ende de Tyriers brachten tot David Cederen hout in menichte:

5

Want David seyde, Mijn sone Salomo is Ga naar margenoot5 een jongelinck, ende teeder, ende ’t huys datmen den HEERE bouwen sal, sal men ten hoochsten groot maken, Ga naar margenoot6 tot eenen name, ende tot heerlicheyt in alle landen, ick sal hem nu [voorraet] bereyden: alsoo bereydde David [voorraet] in menichte voor sijne doot.

6

Doe riep hy sijnen sone Salomo, ende geboodt hem den HEERE den Godt Israëls een huys te bouwen.

7

Ende David seyde tot Salomo: Mijn sone, wat my aengaet, Ga naar margenoot7 het was in mijn herte den name des HEEREN mijnes Godts een huys te bouwen,

8

Doch het woort des HEEREN Ga naar margenoot8 geschiedde tot my, seggende, Ga naar margenoot9 Ghy hebt bloet in menichte vergoten, want ghy hebt groote krijgen gevoert: ghy en sult mijnen name geen huys bouwen, Ga naar margenoota dewyle ghy veel bloets op der aerde voor mijn aengesichte vergoten hebt.

9

Siet de sone die u geboren sal worden, die sal een man der ruste zijn, want ick sal hem ruste geven van alle sijne vyanden rontom henen: want sijn name sal Ga naar margenoot10 Salomo zijn, ende ick sal vrede ende stilte over Israël geven in sijne dagen.

10

Ga naar margenootb Die sal mijnen name een huys bouwen, ende die sal my tot eenen sone zijn, ende ick hem tot eenen vader: ende ick sal den throon sijnes Rijcks over Israël bevestigen Ga naar margenoot11 tot in eeuwicheyt.

11

Nu, mijn sone, Ga naar margenoot12 de HEERE sal met u zijn: ende ghy sult voorspoedich zijn, ende sult het Huys des HEEREN uwes Godts bouwen, gelijck als hy van u gesproken heeft.

12

Alleenlick de HEERE geve u Ga naar margenoot13 kloeckheyt ende verstant, ende geve u bevel over Israël, ende dat om te onderhouden de Wet des HEEREN uwes Godts.

13

Dan sult ghy voorspoedich zijn, als ghy waernemen sult te doen de insettingen ende de rechten, die de HEERE Mose geboden heeft over Israël: Ga naar margenootc zijt sterck, ende hebt goeden moet, vreest niet, ende en weest niet verslagen.

14

Siet daer, ick hebbe Ga naar margenoot14 in mijne verdruckinge voor het Huys des HEEREN bereyt hondert duysent Ga naar margenoot15 talenten gouts, ende duysent mael duysent talenten silvers, ende des kopers ende des ysers en is geen gewichte, want het isser in menichte: ick hebbe oock hout ende steenen bereydt, doet ghy daer noch meer by.

15

Oock zijnder by u in menichte Ga naar margenoot16 die het werck kunnen doen, houwers, ende werck-meesters in steen ende hout: ende allerley wyse lieden in allerley werck.

16

Des gouts, des silvers, ende des kopers, ende des ysers en is geen getal: maeckt u op, ende doet het, ende Ga naar margenoot17 de HEERE sal met u zijn.

17

Oock geboodt David allen Vorsten Israëls, dat sy sijnen sone Salomo helpen souden, [seggende],

18

Is niet de HEERE uwe Godt met ulieden, ende heeft u ruste gegeven rontom henen? want hy heeft de inwoonders des lants in mijne hant gegeven, ende dit lant is onderworpen geworden Ga naar margenoot18 voor het aengesichte des HEEREN, ende voor het aengesichte sijnes volcks.

19

So begeeft dan nu u herte, ende uwe ziele, om te soecken den HEERE uwen Godt, ende maket u op, ende bouwt het Heylichdom Godes des HEEREN, datmen de Arke des verbonts des HEEREN, ende de heylige vaten Godes in dit huys brenge, dat den Name des HEEREN sal gebouwt worden.

margenoot1
And. hier is het huys, T.w. daer den dorschvloer Ornans des Iebusiters was. Als of David seyde, nu sie ick dat Godt dese plaetse heeft uytverkoren, dat hy daer wil woonen, ende dat wy hem aldaer ordinarelick dienen sullen, nu hy my door’t vyer uyt den hemel geantwoort heeft, bov. cap. 21.26. siet Deut. 12. versen 5, 6, 7.
margenoot2
Dit waren lieden die onder ’t volck Israels woonden, ende als huerlingen dienden, siet 2.Chro. 2.17. ende 8.7.
margenoot3
Hebr. steenen der behouwinge. D. die bequaem zijn om behouwen ende gesneden te worden.
margenoot4
D. soo vele, datmen het niet wegen nochte berekenen en konde. Alsoo vers 4.
margenoot5
D. noch een jong man; hy hadde te dier tijt een huysvrouwe, gelijckmen berekenen can uyt den ouderdom Rehabeams, 2.Chron. 12.13.
margenoot6
D. dat hy van wegen sijnen cieraet ende kostelickheyt in de geheele werelt sal beroemt ende befaemt wesen.
margenoot7
D. ick hadde voorgenomen.
margenoot8
T.w. door den Prophete Nathan. 2.Sam. 7. vers 17.
margenoot9
Dit en sullen wy alsoo niet verstaen, als of rechtmatige krijgen van Godt verboden waren: maer dewijle de Tempel soude zijn een voorbeelt der kercke, van de welcke Christus het hooft is, die een Vrede-Vorst is, ende den vrede tusschen Godt ende ons gemaeckt heeft: Daerom is oock sijn Rijck, het welck een Rijcke der Vrede is, door Salomo afgebeeldt geworden, die in vrede geregeert heeft.
margenoota
1.Chron. 28.3.
margenoot10
D. vredich, of vreedsaem.
margenootb
2.Sam. 7.13. ende 1.Reg. 5.5.
margenoot11
Dese belofte van een eeuwich Coninckrijcke, is eygentlick vervult in Christo Iesu. Luc. 1.33. waer van Salomons verganckelick Coninckrijck een voor-beelt geweest is.
margenoot12
And. de Heere zy met u, etc.
margenoot13
Ofte, verstant ende vernuft.
margenootc
Deut. 31.7, 8. Ios. 1.7.
margenoot14
D. gedurende de moeyten ende swaricheden der krijgen ende oorlogen die ick gevoert hebbe.
margenoot15
Siet Exod. 25. op vers 39.
margenoot16
Hebr. doenders des wercks.
margenoot17
And. de Heere zy met u.
margenoot18
D. ten dienste Godes, ende tot gebruyck des volcx van Israel.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken