Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637) (2008)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.00 MB)

ebook (11.07 MB)

XML (23.68 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)

(2008)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het v. Capittel.

Het volck klaegt over den overlast van woecker ende panden, vers 1, etc. Nehemia wort daer over seer verstoort, bestraft de Groote, overtuychtse, ende doetse beloven ende sweeren, datse daer van sullen afstaen, 6. verhaelt sijn eygen exempel, ende hoe hy, niet tegenstaende sijne sware hofhoudinge, het recht des Lant-voogts noyt gevordert en hebbe, om de Gemeynte niet te beswaren, 14.

1

MAer het geroep des volcks ende harer wijven was groot; tegen hare Ga naar margenoot1 broederen, de Ioden.

2

Want daer waren, die seyden; Onse sonen, ende onse dochteren, wy, zijn vele: Ga naar margenoot2 Daerom hebben wy koorn opgenomen, op dat wy eten ende leven.

3

Oock warender die seyden; Wy verpanden onse ackers, ende onse wijngaerden, ende onse huysen, op dat wy in desen Ga naar margenoot3 honger koorn mogen opnemen.

[Folio 222r]
[fol. 222r]

4

Desgelijcks warender die seyden; Wy hebben gelt ontleent Ga naar margenoot4 tot des Conincks cijns; [op] onse ackers, ende onse wijngaerden.

5

Nu is doch onse Ga naar margenoot5 vleesch als het vleesch onser broederen, onse kinderen zijn als hare kinderen: ende siet, wy onderwerpen onse sonen, ende onse dochteren, tot Ga naar margenoot6 dienst-knechten; ja daer zijn eenige van onse dochteren onderworpen, Ga naar margenoot7 datse in de macht onser handen niet en zijn: ende andere hebben onse ackers, ende onse wijngaerden.

6

Doe ick nu haer geroep, ende dese woorden hoorde, Ga naar margenoot8 ontstack ick seer.

7

Ende mijn herte beraetslaechde in my; daerna twistede ick met de Ga naar margenoot9 Edelen, ende met de Overheden, ende seyde tot hen; Ghylieden Ga naar margenoot10 vordert Ga naar margenoot11 eenen last, een yegelick van sijnen broeder: voorts Ga naar margenoot12 leyd’ ick eene groote vergaderinge tegens hen.

8

Ende ick seyde tot hen; Wy hebben onse broederen, de Ioden, die aen de Heydenen Ga naar margenoot13 verkocht waren, Ga naar margenoot14 nae ons vermogen Ga naar margenoot15 wedergekocht: ende soudet ghylieden oock uwe broederen vercoopen, ofte souden sy aen ons verkocht worden? Doe swegen sy, ende en vonden geen antwoort.

9

Voorts seyde ick, De sake en is niet goet, die ghylieden doet: Soudet ghy niet wandelen in de vreese onses Godts, om Ga naar margenoot16 de versmadinge der heydenen, onser vyanden?

10

Ick, mijne broederen, ende mijne Iongens, Ga naar margenoot17 vorderen wy oock gelt ende koorn van hen? laet ons doch desen Ga naar margenoot18 last nalaten.

11

Geeft hen doch als heden weder, hare ackers, hare wijngaerden, hare olijfgaerden, ende hare huysen: ende het Ga naar margenoot19 hondertste [deel] van den gelde, ende van het koorn, den most, ende de olye, Ga naar margenoot20 die ghy hen hebt afgevordert.

12

Doe seyden sy, Wy sullen’t wedergeven, ende van hen niets soecken, wy sullen alsoo doen, als ghy segt: Ende ick riep de Ga naar margenoot21 Priesteren, ende deedse sweeren, dat sy doen souden nae dit woort.

13

Oock Ga naar margenoot22 schuddede ick mijnen Ga naar margenoot23 boesem uyt, ende seyde; Alsoo schudde Godt uyt allen man, die dit woort niet sal bevestigen, uyt sijnen huyse, ende uyt sijnen Ga naar margenoot24 arbeyt, ende hy zy alsoo uytgeschuddet ende ledich: ende de gantsche gemeente seyde, Ga naar margenoot25 Amen, ende sy presen den HEERE; Ende het volck dede nae dit woort.

14

Oock van dien dage af, dat Ga naar margenoot26 hy my bevolen heeft, haren Lantvoocht te zijn in den lande Iuda, van den twintichsten jare af, tot het twee-ende-dertichste jaer des Conincks Ga naar margenoot27 Arthahsasta, zijnde twaelf jaren, en hebbe ick met mijne broederen, het Ga naar margenoot28 broot des Lant-voochts niet gegeten.

15

Ende de voorige Lant-voochden, die voor my geweest zijn, hebben het volck beswaert, ende van hen genomen aen broot ende wijn, Ga naar margenoot29 daer na veertich silvere Ga naar margenoot30 sikelen; oock heerschten hare Iongens over het volck: Maer ick en hebbe alsoo niet gedaen, om der vreese Godes wille.

16

Daer toe heb ick oock aen’t werck deses muers Ga naar margenoot31 verbetert, ende wy en hebben geen lant gekocht: ende alle mijne Iongens zijn aldaer Ga naar margenoot32 versamelt geweest tot het werck.

17

Oock zijn der Ioden ende der Overheden hondert ende vijftich man, ende die van de Heydenen, die rontom ons zijn, tot ons Ga naar margenoot33 quamen, aen mijne tafel geweest.

18

Ende dat voor eenen dach bereydt wert, was een osse, [ende] ses uytgelesene Ga naar margenoot34 schapen, oock werden my vogelen bereydet, ende binnen tien dagen Ga naar margenoot35 van Ga naar margenoot36 allen wijn seer veel: Noch heb ick Ga naar margenoot37 by desen het Ga naar margenoot38 broot des Lantvoochts niet gesocht, om dat de dienstbaerheyt swaer was over desen volcke.

19

Ga naar margenoota Gedenckt mijner, mijn Godt, ten goede: Ga naar margenoot39 alles wat ick aen desen volcke gedaen hebbe.

margenoot1
Verst. voor’t meeste deel, de rijcke ende machtige, die met woeckeren ende panden de gemeente uytsogen, ende verdruckten, als volcht.
margenoot2
And. Laet ons dan koorn op nemen, etc.
margenoot3
Dese dierte ende noot des volcks kan eensdeels daer uyt gesproten zijn, datse geduerende dit bouwen, hare huys-sorge hebben moeten nalaten: anderdeels, om datse uyt vreese des vyants van buyten niet konden in halen.
margenoot4
Om dien te mogen betalen. Siet daer van Ezr. 4.13. hier van waren alleen de Priesteren, Leviten, ende andere bedienaers des Tempels vry, Ezr. 7.24.
margenoot5
D. wy gelden voor Godt soo veel als sy, want wy soo wel als sy, Abrahams zaet ende Godts bont-genooten zijn.
margenoot6
Verstaet daer by: ende dienstmaechden.
margenoot7
And. ende het en is inde macht onser handen niet [die te lossen:] want, etc.
margenoot8
Hebr. my ontstack seer, t.w. de toorn.
margenoot9
Hebr. witten. Siet bov. 2. op vers 16.
margenoot10
Ofte, lecht op, perst af, overdringt. And. ghy leent, een yeder sijnen broeder. [met] last. ende soo in’t volg.
margenoot11
Verst. door desen last, den woecker, ende de versettinge ofte verpandinge van goederen ende menschen.
margenoot12
Hebr. eygentlick, ick gaf, dat is, ick stelde eene groote by-een-komste aen.
margenoot13
Dit was, vermoedelick, van de Babyloniers gedaen.
margenoot14
Hebr. nae de genoechsaemheyt in, ofte, by, ofte, onder ons, dat is, soo veel ons mogelick was.
margenoot15
Siet Lev. 25.47, 48, 49.
margenoot16
D. om den heydenen, die Godes ende onse vyanden zijn, geene oorsake te geven van Godts naem te lasteren, ende ons smadelick te verwijten, dat wy aen malkanderen doen, ’tgene wy in haer mispresen ende gehaet hebben.
margenoot17
Siet op vers 7. Nehemia wil seggen, dat hy de gemeente in alle manieren verschoonde, ende dat sy desgelijcx behoorden te doen.
margenoot18
Als bov. vers 7.
margenoot19
Dit hadden zy genomen van hare broederen, tegen de wet, Exod. 22.25. Levit. 25.36. Deut. 23.19.
margenoot20
And. die ghy hen geleent hebt.
margenoot21
Om den eedt hen af te nemen, ofte, om getuygen daer van te zijn, ende door haer tegenwoordicheyt de conscientien te meer voor Godt te verplichten. siet 1.Reg. 8.31, 32. Num. 5.19.
margenoot22
Eene ceremonie by den eedt ende vervloeckinge te dier tijt gebruyckt.
margenoot23
And. mijnen arm. dat is, mijne mouwe: ofte, ick schuddede mijnen mantel uyt, mijnen arm met eenen uytstreckende.
margenoot24
D. uyt sijn goet ende have, die hy met sijnen arbeyt mach hebben verkregen.
margenoot25
Siet Num. 5. op vers 22.
margenoot26
De Coninck Arthahsahsta, ofte, Godt door den Coninck.
margenoot27
Siet Ezr. 6. op vers 14.
margenoot28
D. het onderhout, dat de Coninck den Lant-voochden heeft toegeleyt, ende ick soo wel als mijne voorsaten hadde mogen genieten.
margenoot29
Ofte, beneffens, behalven.
margenoot30
T.w. voor elcken dach. Van sikelen, siet Gen. 20. op vers 16.
margenoot31
Als bov. c. 4. doorgaens.
margenoot32
De eene helft om te arbeyden, de andere helft om wacht te houden in de wapenen. Siet bov. 4.16.
margenoot33
Om den Godts-dienst by te woonen, ofte noodige advijsen over te brengen.
margenoot34
Geyten daer onder begrepen.
margenoot35
Verstaet daer by, werter provisie gedaen: ofte, men schonck om den tienden dach wijn, sonder mate, daermen anders den selven ordinaerlick by sekere mate gaf.
margenoot36
D. allerley.
margenoot37
D. aldus doende, niet tegenstaende dat ick sulcke onkosten dede.
margenoot38
Als bov. vers 14.
margenoota
Nehem. 13.22.
margenoot39
Niet om dat ick daer mede yets verdient hebbe, maer om dat ghy genadichlick ende seer mildelick belooft hebt te beloonen, wat men goets aen u volck doet. Vergel. c. 13. vers 22.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken