Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637) (2008)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.00 MB)

ebook (11.07 MB)

XML (23.68 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)

(2008)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Psalm Lx.

David victorie van Godt verkregen hebbende tegen sijne vyanden, vergelijckt, tot Godes lof, den voorigen elendigen toestant des lants met den tegenwoordigen onder sijn Coninckrijck: triumpheert over Godts bystant ende beloften, met bidden ende vertrouwen van vordere vervullinge tegen de reste sijner vyanden.

[Folio 265v]
[fol. 265v]

1

EEn Ga naar margenoot1 gouden kleynoot Davids, Ga naar margenoot2 tot leeringe: voor den Ga naar margenoot3 Opper-sang-meester, op Ga naar margenoot4 Schuschan Eduth.

2

Ga naar margenoota Als hy gevochten hadde met de Ga naar margenoot5 Syriers van Mesopotamien, ende met de Syriers van Ga naar margenoot6 Zoba: ende Ga naar margenoot7 Ioab Ga naar margenoot8 weder quam, ende de Edomiten Ga naar margenoot9 sloech in’t Sout-dal; twaelf duysent.

3

O Godt, Ga naar margenootb ghy hadt ons Ga naar margenoot10 verstooten, ghy hadt ons gescheurt, ghy zijt toornich geweest, Ga naar margenoot11 keert weder tot ons.

4

Ghy hebt het lant Ga naar margenoot12 geschuddet, ghy hebt het gespleten: geneest sijne breucken, want het wanckelt.

5

Ghy hebt uwen volcke eene Ga naar margenoot13 harde sake doen Ga naar margenoot14 sien, ghy hebt ons gedrenckt met Ga naar margenoot15 swijmel-wijn.

6

[Maer Ga naar margenoot16 nu] hebt ghy den genen, die u vreesen, eene Ga naar margenoot17 baniere gegeven, om [die] op te werpen; Ga naar margenoot18 van wegen de waerheyt; Sela!

7

Ga naar margenootc Ga naar margenoot19 Op dat uwe beminde souden bevrijdt worden: Ga naar margenoot20 geeft heyl [door] uwe rechter hant, ende verhoort Ga naar margenoot21 ons.

8

Godt heeft gesproken in sijn Ga naar margenoot22 Heylichdom; [dies] sal ick van vreuchde opspringen, ick sal Ga naar margenoot23 Sichem deylen; ende het dal Ga naar margenoot23 Succoth sal ick afmeten.

9

Gilead is mijn, ende Manasse is mijn, ende Ephraim is de Ga naar margenoot24 sterckte mijns hoofts: Iuda is mijn Ga naar margenoot25 wet-gever.

10

Moab is mijn Ga naar margenoot26 waschpot; op Edom sal ick mijn Ga naar margenoot27 schoe werpen: Ga naar margenoot28 juycht over my, o ghy Palestina.

11

Ga naar margenoot29 Wie sal my voeren in eene Ga naar margenoot30 vaste stadt? wie sal my leyden tot in Edom?

12

Sult ghy’t niet zijn, o Godt, [die] ons verstooten hadt? ende niet uyt en toocht, o Godt, met onse heyrkrachten?

13

Geeft ghy ons hulpe Ga naar margenoot31 uyt de benaeutheyt: want ’smenschen Ga naar margenoot32 heyl is Ga naar margenoot33 ydelheyt.

14

In Godt sullen wy Ga naar margenoot34 kloecke daden doen: ende hy sal onse wederpartijders vertreden.

margenoot1
Siet Psal. 16. op vers 1.
margenoot2
Hebr. om te leeren, D. Godts kercke te onderwijsen van ’tgene in desen Psalm begrepen is.
margenoot3
Siet Psal. 4. op vers 1.
margenoot4
Dit wort by sommigen overgesett: ses-snarich instrument der getuychenisse, verstaende door Getuychenisse, de Arke der getuychenisse, daer in de twee Tafelen der wet lagen, genaemt de Getuygenisse, Exod. 40.5, 20. voor de welcke desen Psalm in den voor-hof der priesteren soude gesongen worden. Siet wijders van het Hebr. woort Schuschan, Psal. 45. op vers 1.
margenoota
2.Sam. 8.3, 13. 1.Chron. 18.3, 12.
margenoot5
Hebr. Aram (D. Syrien) der twee rivieren. D. Mesopotamien. siet Gen. 24. op vers 10.
margenoot6
Siet 2.Sam. 8. op vers 3.
margenoot7
2.Sam. 8.13. staet geschreven, dat David in’t Sout-dal 18000 verslagen heeft: ende 1.Chron. 18.12. wort het selve Abisai toegeschreven. hier wort verhaelt dat Ioab 12000 aldaer geslagen heeft. So dit geen ander slach geweest en is, kanmen dese drie plaetsen alsoo vergelijcken, dat David (als Coninck) door dese sijne twee krijchs-oversten op verscheyden malen (als in twee ofte meer tochten) soo veel Edomiten aldaer geslagen heeft, datse t’samen uytmaken het getal van 18000, waer van Ioab 12000 geslagen hebbe.
margenoot8
Van den krijch tegen de Syriers, weder te rugge keerende nae de Suyder grenzen van Canaan, om te strijden tegen de Edomiten, die aldaer woonden. Doe maeckte David desen Psalm. Vergel. ond. versen 11, 12, 13. waerop de victorie gevolcht is.
margenoot9
And. geslagen hadde, meynende, dat David desen Psalm gemaeckt heeft na de victorie.
margenootb
Psal. 44.10.
margenoot10
Dit siet op de nederlagen ende verwoestingen, die Israel geleden hadde soo ten tijde als Saul met sijne sonen ende het gantsche heyr-leger verslagen was van de Philistijnen, (Siet 1.Sam. 31.6, 7.) als den gevolchden langen inlantschen krijch tusschen den huyse Sauls ende Davids, 2.Sam. capit. 3.1. item de voorgaende elenden, die Israel dickwijls over-gekomen waren in de laetste tijden der Richteren. Iud. 13.1. ende 15.11. 1.Sam. 4.2, 10, 11. ende 13.19.
margenoot11
Ofte, ghy sult weder tot ons keeren. desen troost konde David scheppen uyt de victorie, die Godt bereedts verleent hadde tegen de Syriers, ende voorts uyt d’oorsake ond. vers 8. verhaelt.
margenoot12
Eene gelijckenisse genomen van de aerdbevinge, die het aerdrijck doet scheuren, ende vele elenden veroorsaeckt. De sin is, ghy hadt den staet des lants schrickelick verandert. Vergel. Hagg. 2.6, 7. met Hebr. 12.26, 27. ende Ezech. 31.16.
margenoot13
Als onder anderen geweest is, dat de Arke Godts van de Philistijnen was verovert, Israel dickwijls verslagen, selfs haren Coninck Saul met het gantsche leger, etc.
margenoot14
D. gevoelen, ondervinden, ghy hebtse hardt aengetast. Siet Iob 7. op vers 7.
margenoot15
Ofte, wijn der zitteringe, schuddinge. D. ghy hebt ons soo overvallen met uwe straffen, dat wy als van onse sinnen ende allen moet berooft waren, gelijck menschen, die van seer stercken wijn droncken zijnde, swijmelen, beven ende zitteren. Siet Ies. 51.17, 20, 21, 22. ende vergel. Nah. 2.3. alwaer het verwant Hebr. woort gebruyckt wort van het schudden, beven ende drillen der spiessen.
margenoot16
In dit vers spreeckt de Propheet van de weldaet Godts in desen tijt sijnen volcke bewesen.
margenoot17
Makende my, tot der vroomen troost ende verlossinge, ten Coninck, ende ons verleenende desen triumph van victorie: vergel. Psal. 20.5.
margenoot18
Om te toonen dat ghy waerachtich zijt in uwe beloften, waer van wijders in’t volgende.
margenootc
Psal. 108.7, etc.
margenoot19
Dit vers ende alle de volgende tot het eynde deses Psalms, worden wederhaelt Psal. 108.7, etc. Siet oock aldaer.
margenoot20
Vergelijckt Psal. 20.5, 6, 7. ende 21.2, 3.
margenoot21
Ofte, my.
margenoot22
Daer de Arke des verbonts was, die David nu te Zion gehaelt hadde. 2.Sam. 6. hy schijnt te willen seggen, dat hy Godt (eer hy dese oorlogen aenvinck) nae sijne wijse raet vragende, eene seer gunstige antwoorde van tusschen de Cherubim ontfangen hadde, volgens de welcke hy nu dese victorie verkregen hebbende, seer verheucht was, ende een goet vertrouwen hadde van al de reste. And. door, ofte, by sijne heylicheyt, sulcks dat het een seker ende vast woort zy, als van den Heyligen Godt gesproken zijnde.
margenoot23
Van Sichem ende Succoth. Siet Gen. 12 op vers 6. ende 33. op vers 17. Iudic 8. op vers 5. hy wil seggen, dat hy van dese ende de volgende plaetsen volkomen heer ende besitter sal zijn, aen beyde zijden vande Iordane.
margenoot23
Van Sichem ende Succoth. Siet Gen. 12 op vers 6. ende 33. op vers 17. Iudic 8. op vers 5. hy wil seggen, dat hy van dese ende de volgende plaetsen volkomen heer ende besitter sal zijn, aen beyde zijden vande Iordane.
margenoot24
D. de voornaemste sterckte mijns Rijcks: ofte, als mijne hoornen. siet Deut. 33.17.
margenoot25
D. mijne Conincklicke sit-plaetse. Siet Gen. 49. op vers 10.
margenoot26
D. ick sal de Moabiten, ende andere vreemde vyantlicke volckeren soo vernederen, dat ickse tot mijne slechtste ende verachtste diensten sal gebruycken. Vergel. 2.Sam. 8.2. Hebr. pot mijner wasschinge.
margenoot27
D. ick salse onderbrengen, besitten, erven, ende als onder mijne voeten leggen. Vergel. Ruth 4. op vers 7 ende Iudic. 5.21.
margenoot28
Dit spreeckt hy spotscher wijse tot de trotse Philistijnen, die gewoon waren Israel te beschimpen, willende seggen, dat hy ter contrarie over haer sal triumpheren ende juychen, gelijck hy dese woorden verklaert in de wederhalinge Psal. 108.10.
margenoot29
Eene maniere van wenschen, te kennen gevende de swaricheyt, die, nae de natuere der sake, daer in gelegen was, dat hy de vaste steden, die hem tegen waren, ofte (als sommige meynen) bysonderlick der Ammoniten hooft-stadt Rabba (waer van 2.Sam. 12.26, 29, etc.) soude mogen winnen.
margenoot30
Hebr. stadt der vasticheyt.
margenoot31
D. door welcke wy uyt onse benaeutheyt mogen geraken.
margenoot32
Ofte, verlossinge, behoudenisse.
margenoot33
Ofte, leugen, D. men wortter mede bedrogen, men komter mede te kort, als met een leugen ofte ydel dinck, wanneer men sich in den noot daer op verlaet. Vergel. Psal. 4. op vers 3.
margenoot34
Hebr. kloeckheyt, dapperheyt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken