Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637) (2008)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.00 MB)

ebook (11.07 MB)

XML (23.68 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)

(2008)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Psalm Lxxxiij.

Een klachte der Gemeynte Godes over de raetslagen der godloosen tegens haer: Biddende, dathy de selve wille straffen, gelijck hy eertijts de vervolgers sijnes volcks gestraft heeft.

1

EEn Liedt, een Psalm Ga naar margenoot1 Asaphs.

2

O Godt, Ga naar margenoot2 en swijgt niet, en houdt u niet als doof, noch en zijt niet stille, ô Godt.

3

Want siet, uwe Ga naar margenoot3 vyanden Ga naar margenoot4 maken getier: ende uwe haters Ga naar margenoot5 steken den kop op.

4

Sy maken listichlick eenen heymelicken aenslach Ga naar margenoot6 tegen u volck, ende beraetslagen haer Ga naar margenoot7 tegen uwe verborgene.

5

Sy hebben geseyt, Komt, ende laetse ons uytroeyen, datse Ga naar margenoot8 geen volck meer en zijn: dat des naems Israëls niet meer gedacht en worde.

6

Want sy hebben in ’t herte t’samen geraetslaecht: Ga naar margenoot9 tegen u hebben sy een verbont gemaeckt.

7

Ga naar margenoot10 De tenten Edoms, ende der Ismaëliten, Moab, ende Ga naar margenoot11 de Hagarenen:

8

Ga naar margenoot12 Gebal, ende Ammon, ende Amalek: Ga naar margenoot13 Palestina, met de inwoonders van Tyrus.

9

Oock heeft sich Assur by hen gevoegt: sy zijn Ga naar margenoot14 den kinderen Loths Ga naar margenoot15 tot eenen arm geweest, Sela!

10

Ga naar margenoot16 Doet hen als Midian: als Ga naar margenoot17 Sisera, als Ga naar margenoot18 Iabin aen de beke Kison.

11

[Die] verdelgt zijn te Ga naar margenoot19 Endor: sy zijn geworden Ga naar margenoot20 tot dreck der aerde.

12

Ga naar margenoot21 Maeckt haer [ende] hare Ga naar margenoot22 Princen als Ga naar margenoot23 Oreb, ende als Zeëb: ende alle hare Vorsten als Ga naar margenoot24 Zebah, ende als Ga naar margenoot24 Zalmuna.

13

Die seyden, Laet ons de Ga naar margenoot25 schoone wooningen Godes voor ons in erffelicke besittinge nemen.

14

Mijn Godt, maecktse Ga naar margenoot26 als een wervel: als stoppelen voor den wint.

15

Ga naar margenoot27 Gelijck het vyer een wout verbrant: ende gelijck de vlamme Ga naar margenoot28 de bergen aensteeckt,

16

Vervolgtse alsoo met u Ga naar margenoot29 onweder: ende verschricktse met uwen draey-wint.

17

Maeckt haer aengesichte vol schande, Ga naar margenoot30 op datse, ô HEERE, uwen Name soecken.

18

Laetse beschaemt ende verschrickt wesen tot in der eeuwicheyt, ende laetse schaemroot worden, ende omkomen.

19

Ga naar margenoot31 Op datse weten, dat ghy alleen met uwen Name zijt de HEERE, de alderhoochste over de gantsche aerde.

margenoot1
Ofte, voor Asaph, als Psal. 80.1.
margenoot2
Hebr. u en zy geen stil-swijgen. De Psalmist bidt, dat Godt dich wille op-maken, om sijn volck te helpen, ende haer over hare vyanden te wreken. Aldus wert het woort stille-swijgen oock gebruyckt Iud. 18.9. siet d’aenteeck. Psal. 109. op vers 1.
margenoot3
De sin is, Onse vyanden, die oock uwe vyanden zijn, dewijle wy u volck zijn. Wie dese vyanden geweest zijn, siet versen 7, 8, 9.
margenoot4
T.w. tegen ons, als vers 4.
margenoot5
T.w. stoutelick ende vermetelick, als triumpherende over u, ende over u volck. Iud. 8.28. wort dese maniere van spreken oock gebruyckt.
margenoot6
T.w. tegens ons, die u volck zijn.
margenoot7
D. tegen die, die haren toevlucht tot u nemen, om haer selven ende de hare te bergen onder uwe bewaringe ende bescherminge: Ofte, die ghy als een weerdich kleynoot houdt, ende in uwe trouwe bewaringe neemt, ende welckers leven met Christo in Godt verborgen is, Colos. 3.3.
margenoot8
Aldus beraetslaecht Moab ende andere natien, tegen Israel: Ende het selve is Moab na der hant wedervaren, Ier. 48.2, 42.
margenoot9
D. sy hebben haer t’samen verbonden om den volcke Godes den krijch aen te doen. Siet Iere. 34.18, 19.
margenoot10
D. de krijchs-lieden, die haer in tenten onthouden. siet dergelijcke maniere van spreken, Iud. 7.13, 14. ende 2.Reg. 7.7, 10. Ier. 6.3. Hab. 3.7. Ofte, verstaet hier de familien ende geslachten van Edom, Ismael, etc. die in tenten woonden.
margenoot11
T.w. de nakomelingen van Hagar, Abrahams dienstmaecht, waer onder verstaen worden de gene die van Ismael, Hagars sone, gesproten zijn.
margenoot12
Dat is, de Gebaliters, die in de Stadt ofte het lant van Gebal woonden, gelegen in Phaenicia, by Zidon. Van Gebal ofte Gibla waren de steen-houwers, die Salomo gebruyckte tot den bouw des Tempels, 1.Reg. 5.18. Siet oock van dese Ezech. 27.9.
margenoot13
D. de Philistijnen. ’t lant wort genomen voor ’t volck dat daer in woonde.
margenoot14
D. den Moabiten ende Ammoniten, hier voor gemeldt, die van Loth gesproten waren, Genes. 19.37, 38. ende het laet hem aensien, dat hier uytdruckelick van Loth wort vermaent, om d’onweerdicheyt der sake aen te wijsen, dat die gene die gekomen waren van Abrahams neve, hare bloetverwanten sochten uyt te roeyen.
margenoot15
D. Tot een stercke hulpe. siet dese wijse van spreken oock Psal. 37.17. Ier. 17.5.
margenoot16
D. verdelgtse, gelijck ghy eertijts de Midianiten verdelgt hebt, doe sy onse voorvaderen bestreden, Iud. 7.13, 22.
margenoot17
Siet Iud. 4.15. ende 5.19, 21. etc.
margenoot18
Iabin is geweest Coninck der Canaaniten. Siet Iud. 4.2.
margenoot19
Eene Stadt gelegen by Kison, Taanah, ende by ’t water Megiddo. Siet Ios. 17.11. Iud. 5.19.
margenoot20
D. Sy lagen te verrotten boven d’aerde, onbegraven. Siet Ierem. 8.2. ende 16.4.
margenoot21
Hebr. stelt.
margenoot22
Siet Iob 12. op vers 21.
margenoot23
Oreb ende Zeëb zijn geweest twee Vorsten der Midianiten, van Gideon verslagen, Iud. 7.25. ende 8. versen 11, 12.
margenoot24
Twee Coningen der Midianiten, die Gideon heeft verslagen, Iud. 8.21.
margenoot24
Twee Coningen der Midianiten, die Gideon heeft verslagen, Iud. 8.21.
margenoot25
T.w. het lant van Canaan, daer Godt woont in het midden sijnes volcks. Siet Exod. 15.13.
margenoot26
And. bolle, radt. D. ongestadich ende wanckelbaer, also dat sy niet en weten wat sy doen, of waer sy henen vluchten sullen.
margenoot27
Siet dergelijcke manieren van spreken Deut. 32.22.
margenoot28
Verst. de boomen ende struellen die op de bergen staen. Ofte verstaet de swevel-bergen die oock selve branden.
margenoot29
Siet d’aenteeck. Iob 9. op vers 17.
margenoot30
D. maeckt datse selfs tegen haren danck u moeten bekennen machtiger te zijn, dan sy zijn, ende datse tot u moeten roepen, als sy uwe plagen gevoelen: siet Exod. 8.8. ende Psal. 18.42. And. datmen uwen name soecke. D. dat de vrome hier door mogen veroorsaeckt zijn haer vertrouwen te meer op uwe goetheyt ende mogentheyt te setten, ende tot u haren toevlucht te nemen.
margenoot31
Of, op datmen wete, als vers 17.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken