Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637) (2008)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.00 MB)

ebook (11.07 MB)

XML (23.68 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)

(2008)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Psalm Cxiiij.

De Psalmist vermaen doende van de verlossinge der Israëliten uyt Egypten, vermaent alle creaturen Godt te loven, ende alle menschen, door het exempel der selver.

1

Ga naar margenoota DOe Ga naar margenoot1 Israël uyt Egypten tooch: Ga naar margenoot2 het huys Iacobs van een volck dat Ga naar margenoot3 een vreemde tale hadde:

2

So wert Ga naar margenoot4 Iuda Ga naar margenoot5 tot sijn heylichdom: Ga naar margenoot6 Israël sijne Ga naar margenoot7 volkomene heerschappije.

3

De Ga naar margenoot8 zee sach’t, ende vloodt: Ga naar margenoot9 de Iordane keerde achterwaerts.

4

De Ga naar margenoot10 bergen sprongen als rammen: de heuvelen Ga naar margenoot11 als lammeren.

5

Wat was u, ghy zee, dat ghy vloodt? ghy Ga naar margenoot9 Iordane, dat ghy achterwaerts keerdet?

6

Ga naar margenoot10 Ghy bergen, dat ghy opsprongt als rammen: ghy heuvelen Ga naar margenoot11 als lammeren!

7

Ga naar margenoot12 Beeft ghy aerde voor het aengesichte des Heeren: voor het aengesichte van den Godt Iacobs.

8

Ga naar margenoot13 Die den rotz-steen veranderde in eenen water-vloet: den key-steen in eene water-fonteyne.

margenoota
Exod. 13.3.
margenoot1
D. het volck van Israel, de Israeliten.
margenoot2
D. het geslachte, de nakomelingen.
margenoot3
Of, onbekende, seltsame sprake, verstaende daer by de sprake der Egyptenaren. het woort dat hier in den Hebreeuschen text staet, en wort nergens anders als hier gevonden. De Apostel noemt 1.Cor. 14.11. eenen Barbar, die eene vremde onkende sprake gebruyckt.
margenoot4
Verst. onder Iuda al het volck van Israel.
margenoot5
T.w. tot des Heeren heylichdom. D. de Heere heylichde sich het volck van Israel toe, om sijn bysonder volck te wesen, daer hy Heere ende Coninck over ware. Siet Exod. 6.7. ende 19.6.
margenoot6
D. het volck van Israel.
margenoot7
Hebr. sijne heerschappien.Godt was te vooren wel Heere over Israel, als over sijn eygen volck: maer in’t uytvoeren des selven uyt Egypten, heeft hy’t alderklaerlickst doen blijcken, ende hy heeft dat volck daer door vaster aen hem verbonden. Siet Exod. 6.6. ende 20.2.
margenoot8
Verstaet hier de roode zee, door de welcke de Israeliten droochs voets getogen zijn, Exo. 14.21. Psal. 77.17. ende 78.13.
margenoot9
Siet Ios. 3.16.
margenoot10
Verst. hier de bergen Sinai, Horeb, ende andere in de woestijne, die gezittert ende gebeeft, ende haer beweecht hebben, van wegen de tegenwoordicheyt Godes, als hy sijne wet gaf, Exod. 19.18. Psal. 68.9. Habac. 3. versen 6, 10.
margenoot11
Hebr. als sonen der schapen ofte geyten, dat zijn lammeren. Siet oock Psal. 29.6.
margenoot9
Siet Ios. 3.16.
margenoot10
Verst. hier de bergen Sinai, Horeb, ende andere in de woestijne, die gezittert ende gebeeft, ende haer beweecht hebben, van wegen de tegenwoordicheyt Godes, als hy sijne wet gaf, Exod. 19.18. Psal. 68.9. Habac. 3. versen 6, 10.
margenoot11
Hebr. als sonen der schapen ofte geyten, dat zijn lammeren. Siet oock Psal. 29.6.
margenoot12
Hy wil seggen, Gelijck ghy des-maels voor hem hebt gebeeft, alsoo sult ghy oock voortaen voor hem beven, want men is hem vreese schuldich, Malac. 1.6.
margenoot13
Dat is, die uyt den rotzsteen eenen watervloet heeft doen vloeyen. siet Exo. 17.6. Num. 20.11.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken