Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637) (2008)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.00 MB)

ebook (11.07 MB)

XML (23.68 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)

(2008)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Psalm Cxxvj.

De Gemeente danckt Godt voor hare wonderbare verlossinge uyt de Babylonische gevanckenisse, biddende dat hy sijn werck volbrengen wille.

1

EEn Ga naar margenoot1 Liedt Hammaaloth. Als de HEERE Ga naar margenoot2 de gevangene Zions Ga naar margenoot3 wederbracht, Ga naar margenoot4 waren wy gelijck de gene die droomen.

2

Ga naar margenoota Doe wert onse mont vervult met lacchen, ende onse tonge Ga naar margenoot5 met gejuych: doe seydemen onder de heydenen: De HEERE heeft groote dingen Ga naar margenoot6 aen Ga naar margenoot7 dese gedaen.

3

De HEERE heeft groote dingen by ons gedaen, [dies] zijn wy verblijdt.

4

O HEERE, Ga naar margenoot8 wendt onse gevanckenisse, Ga naar margenoot9 gelijck waterstroomen Ga naar margenoot10 in’t zuyden.

5

Ga naar margenoot11 Die met tranen zaeyen, sullen met gejuych maeyen.

6

Die Ga naar margenoot12 het zaet draegt Ga naar margenoot13 datmen zaeyen sal, Ga naar margenoot14 gaet al gaende ende weenende: [maer] voorseker sal hy met gejuych weder komen, dragende sijne schooven.

margenoot1
Siet Psal. 120. vers 1.
margenoot2
Hebr. de gevanckenisse. D. de gevangene Zions, D. het volck van Israel.
margenoot3
T.w. uyt de Babylonische gevanckenisse, etc.
margenoot4
De sin is, wy Ioden wederkeerende uyt de Babylonische gevanckenisse, wisten ende gevoelden wel dat het waer was, nochtans twijfelden wy of het in der daet waer was, of dat het eenen droom was. siet Ies. 29.7, 8. ende Actor. 12.9.
margenoota
Iob 8.21.
margenoot5
Of, met vrolick gesanck, alsoo oock onder vers 5.
margenoot6
Of, met. alsoo oock vers 3.
margenoot7
T.w. Ioden.
margenoot8
Hebr. Brengt onse gevanckenisse weder. De sin is, volvoert het aengevangene werck der verlossinge, mits oock weder-brengende onse mede-broeders die noch in Babylonien zijn.
margenoot9
D. dat sal soo aengenaem ende lieffelick zijn, gelijck het is wanneer de dorre ende heete zuydersche landen bewatert ende bevochticht worden.
margenoot10
D. in het hooge drooge lant. Siet Iud. 1.15.
margenoot11
Dit zijn de woorden der Ioden, die korts uyt de Babylonische gevanckenisse gekomen waren. als of sy seyden, Wy die ten tijde der Babylonische gevanckenisse met tranen gezaeyt hebben: sullen hier na met vreuchde maeyen, verheucht zijnde van wegen onse verlossinge uyt Babel.
margenoot12
And. het kostelicke zaet, D. dat haer diere ingekocht staet.
margenoot13
Of, dat hy zaeyen sal. Hebr. de treckinge des zaets, ofte, het zaet der treckinge, T.w. dat uyt den zaed-sack getrocken wort.
margenoot14
Dese maniere van spreken beteeckent een geduerich ende neerstich gaen. De sin is, het gaet ons als den armen lants-lieden, die een weynich diere gekocht zaets hebbende, het welck sy wel behoeven souden tot haren nootdurft: ’t selve, genoech tegen haer herte, in den acker stroyen: Maer als de oogst-tijt komt, so zijnse heel blijde, om datse Godes rijcke segeninge sien.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken