Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637) (2008)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.00 MB)

ebook (11.07 MB)

XML (23.68 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)

(2008)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Psalm Cxxxvj.

De Psalmist vermaent alle geloovige tot lof en dancksegginge Godes van wegen sijne goedertierenheyt, macht, ende wijsheyt, blijckende aen de scheppinge der werelt, ende verlossinge Israëls uyt Egypten, ende veel andre weldaden.

1

Ga naar margenoot1 LOvet den HEERE, want hy is goet: want sijne goedertierenheyt Ga naar margenoot2 is in der eeuwicheyt.

2

Lovet Ga naar margenoot3 den Godt der Goden: want sijne goedertierenheyt is in der eeuwicheyt.

3

Lovet Ga naar margenoot4 den Heere der heeren: want sijne goedertierenheyt is in der eeuwicheyt.

4

Dien die alleen groote wonderen doet: want sijne goedertierenheyt is in der eeuwicheyt.

5

Dien Ga naar margenoota die de hemelen Ga naar margenoot5 met verstant gemaeckt heeft: want sijne goedertierenheyt is in der eeuwicheyt.

6

Ga naar margenootb Dien die d’aerde Ga naar margenoot6 op het water uytgespannen heeft: want sijne goedertierenheyt is in der eeuwicheyt.

7

Dien Ga naar margenootc die de groote lichten heeft gemaeckt: want sijne goedertierenheyt is in der eeuwicheyt.

8

Ga naar margenootd De Sonne tot heerschappye Ga naar margenoot7 inden dach: want sijne goedertierenheyt is in der eeuwicheyt.

9

De Mane ende Sterren tot heerschappye in de nacht: want sijne goedertierenheyt is in der eeuwicheyt.

10

Ga naar margenoote Dien die Ga naar margenoot8 de Egyptenaers geslagen heeft in hare eerstgeborene: want sijne goedertierenheyt is in der eeuwicheyt.

11

Ende heeft Ga naar margenoot9 Israël Ga naar margenootf uyt het midden van hen uytgebracht: want sijne goedertierenheyt is in der eeuwicheyt:

12

Ga naar margenoot10 Met eene stercke hant, ende Ga naar margenootg met eenen uytgestreckten arm: want sijne goedertierenheyt is in der eeuwicheyt.

13

Dien,Ga naar margenooth die Ga naar margenoot11 de schelf-zee Ga naar margenoot12 in deelen deelde: want sijne goedertierenheyt is in der eeuwicheyt.

14

Ende voerde Israël door ’t midden van de selve: want sijne goedertierenheyt is in der eeuwicheyt.

15

Ga naar margenooti Hy heeft Pharao met sijn heyr Ga naar margenoot13 gestort in de schelf-zee: want sijne goedertierenheyt is in der eeuwicheyt.

16

Ga naar margenootk Die Ga naar margenoot14 sijn volck Ga naar margenoot15 door de woestijne geleydt heeft: want sijne goedertierenheyt is in der eeuwicheyt.

17

Ga naar margenootl Die Ga naar margenoot16 groote Coningen geslagen heeft: want sijne goedertierenheyt is in der eeuwicheyt.

18

Ende heeft Ga naar margenoot17 heerlicke Coningen gedoodt: want sijne goedertierenheyt is in der eeuwicheyt.

19

Sihon den Amoritischen Coninck: want sijne goedertierenheyt is in der eeuwicheyt.

20

Ga naar margenootm Ende Og den Coninck Ga naar margenoot18 van Basan: want sijne goedertierenheyt is in der eeuwicheyt.

21

Ende heeft Ga naar margenoot19 haer lant Ga naar margenootn ten erve gegeven: want sijne goedertierenheyt is in der eeuwicheyt.

22

Ten erve Ga naar margenoot20 sijnen knecht Israël: want sijne goedertierenheyt is in der eeuwicheyt.

23

Die aen ons Ga naar margenoot21 gedacht heeft Ga naar margenoot22 in onse nedericheyt: want sijne goedertierenheyt is in der eeuwicheyt.

24

Ende hy heeft ons onsen tegenpartijders Ga naar margenoot23 ontruckt: want sijne goedertierenheyt is in der eeuwicheyt.

25

Die Ga naar margenoot24 allen vleesche Ga naar margenoot25 spijse geeft: want sijne goedertierenheyt is in der eeuwicheyt.

26

Lovet den Godt Ga naar margenoot26 des hemels: want sijne goedertierenheyt is in der eeuwicheyt.

margenoot1
Dit woort staet hier, ende inde volgende versen in’t getal van vele, laudate, looft ghylieden. eenige meenen dat desen Psalm alle dage van de Leviten in de Gemeente Godes zy gesongen geweest. Siet 1.Chron. 16.41.
margenoot2
D. duert, ende alsoo in de volgende versen deses Psalms.
margenoot3
D. den oppersten Godt, die te gebieden heeft over de Engelen, Coningen, ende alle Overicheden. Siet d’aenteeck. Deut. 10. op vers 17.
margenoot4
Hebr. de Heeren der Heeren: Als Gen. 24.9. ende 39.16, ende 20. ende 42.30. Exod. 21.4. ende elders meer.
margenoota
Genes. 1.1.
margenoot5
D. met uytnemende groote wijsheyt.
margenootb
Psal. 24.2.
margenoot6
Of, boven aen, ofte, neffens de wateren, siet Iob 26. op vers 7. ende Psal. 24. op vers 2.
margenootc
Genes. 1.14.
margenootd
Genes. 1.16.
margenoot7
Of, over den dach.
margenoote
Exod. 12.29. Psal. 78.43, 51.
margenoot8
And. Egypten.
margenoot9
D. het volck van Israel.
margenootf
Exod. 12.31, 51. ende 13.3, 17.
margenoot10
D. met macht. siet 1.Reg. 8. d’aent. op vers 42.
margenootg
Exod. 6.6.
margenooth
Exod. 14.21, 22. Psal. 78.13.
margenoot11
And. de roode zee, of de biese zee.
margenoot12
Ofte, in stucken sneedt.
margenooti
Exod. 14.24.
margenoot13
Hebr. geschuddet.
margenootk
Exod. Capp. 15. 16. 17. 22. Psal. 78.53.
margenoot14
Het volck van Israel.
margenoot15
Of, in.
margenootl
Num. 21.24, 25, 34, 35. Ios. 12.1. Psal. 135.10, 11.
margenoot16
D. machtige.
margenoot17
Of, treffelicke, machtige, geweldige, doorluchtige.
margenootm
Deut. 3.1, etc.
margenoot18
D. des lants Basan. Siet d’aent. op Deut. 32.14. siet oock van Basan. Ier. 50.19. Mich. 7.14. Psal. 22.13.
margenoot19
T.w. der beyder voorgenoemder Coningen.
margenootn
Ios. 12.6.
margenoot20
D. den Israeliten, die hy in sijne bescherminge heeft aengenomen, op dat sy hem dienen souden. De gantsche natie wort geachtt als of het maer een man en ware. alsoo wort het volck van Israel genoemt De eerst-geborene Godes, Exod. 4.22.
margenoot21
T.w. ten besten, als Genes. 8.1.
margenoot22
D. in onsen nederigen staet, doe wy van onse vyanden onderdruckt wierden: T.w. ten tijde der Richteren, daer van dat geheele boeck doorgaens spreeckt.
margenoot23
D. gelijck als uyt hare handen gescheurt ende gebroken, als Psal. 7.3.
margenoot24
D. allen dieren, ofte levendigen schepselen.
margenoot25
Het Hebr. woort lechem, ofte broot, wort genomen voor allerley spijse. Marc. 6.36. staet, om broot te koopen, maer Matth. 14.15. staet, om spijse te koopen. Broot wort oock gebruyckt voor spijse ofte voeder der beesten, Psal. 147.9. In somma, de Propheet wil seggen, dat Godt alle geschapene dingen van nootdurft versorgt.
margenoot26
And. der hemelen. D. die in den hemel woont.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken