Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637) (2008)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.00 MB)

ebook (11.07 MB)

XML (23.68 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)

(2008)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het xij. Capittel.

Een danck-segginge die de Christenen doen souden voor de verlossinge haer in Christo bewesen, haer over de selve hertelick verblijdende.

1

ENde Ga naar margenoot1 te dien selven dage sult Ga naar margenoot2 ghy seggen, Ick dancke u, HEERE, Ga naar margenoot3 dat ghy toornich op my geweest zijt: [maer] uwen toorn is afgekeert, ende ghy troost my.

2

Siet, Godt is Ga naar margenoot4 mijn heyl, ick sal vertrouwen ende niet vreesen: want de

[Folio 7v]
[fol. 7v]

HEERE HEERE Ga naar margenoot5 is mijn sterckte, ende Ga naar margenoot6 psalm, ende hy is my tot heyl geworden.

3

Ende ghylieden Ga naar margenoot7 sult Ga naar margenoota water scheppen met vreuchde Ga naar margenoot8 uyt de fonteynen des heyls:

4

Ende Ga naar margenoot9 sult te dien selven dage seggen, Ga naar margenoot10 Dancket den HEERE, Ga naar margenoot11 roept sijnen name aen, maeckt sijne daden bekent onder de volckeren: Ga naar margenoot12 Ga naar margenootb vermeldt dat sijn naem verhoocht is.

5

Ga naar margenoot13 Psalm-singt Ga naar margenoot14 den HEERE, want hy heeft Ga naar margenoot15 heerlicke dingen gedaen, sulcx zy bekent op den gantschen aerdbodem.

6

Iuycht ende singt vrolick, Ga naar margenoot16 ghy inwoondersse van Zion: Ga naar margenoot17 want Ga naar margenoot18 de Heylige Israëls Ga naar margenoot19 is groot in 't midden van u.

margenoot1
T.w. ten tijde des Rijcks Christi, als het Euangelium in de gantsche werelt sal gepredickt worden.
margenoot2
T.w. ghy mijn uytverkoren volck, Ghy Christgeloovige.
margenoot3
Dat ghy die op ons toornich waert, uwen toorn hebt vallen laten. alsoo staeter Rom. 6.17. Godt zy gedanckt dat ghy knechten der sonde geweest zijt. etc. And. Dat ghy toornich op my geweest zijnde, uwen toorn sich afgewendt heeft, ende dat ghy my troostet.
margenoot4
Of, Mijn heylant, of, mijn salicheyt, D. hy is d'Autheur mijner salicheyt.
margenoot5
D. die my sterckte geeft. siet Exod. 15.2. Psal. 118.14.
margenoot6
D. het is Godt dien ick Psalmen ende Lofsangen ter eere dichte ende singe.
margenoot7
D. u verheugen, gelijck die doen die grooten dorst hebbende, water vinden om haren dorst te lesschen. Verstaet hier door het water, allerley geestelicke gaven ende weldaden, die Godt sijne wel-beminde geeft, insonderheyt de salicheyt door Iesum Christum. Verg. hier mede Matth. 5.6. ende Ioh. 6.54. ende 7.37.
margenoota
Ioh. 7.37, 38.
margenoot8
D. uyt de Predicatien des H. Euangelij, in de welcke de salicheyt door Christum verworven, verkondicht wort.
margenoot9
T.w. Ghylieden die tot Christum sult bekeert zijn.
margenoot10
Siet Psal. 105.1. ende 1.Chron. 16.8.
margenoot11
Of, Roept sijnen name uyt, of, Verkondicht sijnen name overluyt.
margenoot12
D. maeckt dat het by de nacomelingen gedacht worde, dat sijnen name hoochelick zy te loven ende te prijsen.
margenootb
Ioh. 17. versen 1, 4, 6, 26.
margenoot13
Het Hebr. woort beteeckent soo wel met de stemme singen, als op instrumenten spelen.
margenoot14
D. ter eere Godes.
margenoot15
Hebr. heerlickheyt, of hoocheyt, of, voortreffelickheyt gedaen.
margenoot16
D. ghy volck Godes te huys gehoorende in sijne kercke, die hier Zion genoemt wort.
margenoot17
Hier wort aengewesen de oorsake ofte materie der lofsangen der godsaligen.
margenoot18
D. de ware Godt, die heylichlick ge-eert ende gedient wort van sijn volck van Israël. Siet Psal. 71. op vers 22.
margenoot19
D. hy heeft sijne macht betoont ende doen blijcken door sijne heerlicke daden, die hy onder u lieden gedaen heeft.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken