Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637) (2008)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.00 MB)

ebook (11.07 MB)

XML (23.68 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)

(2008)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het xxv. Capittel.

Een dancksegginge des volcks Godes voor het verdelgen harer vyanden, vers 1. insonderheyt der stadt Babel, 2. prophetie van de beroepinge der heydenen, ten tyde des Messiae, 6. ende verlossinge aller geloovigen, 7. mitsgaders de verdelginge harer vyanden, 10.

1

Ga naar margenoot1 HEERE, ghy zijt mijn Godt, u sal ick verhoogen, uwen Name sal ick loven, want ghy hebt Ga naar margenoot2 wonder gedaen: [uwe] raetslagen Ga naar margenoot3 van verre zijn waerheyt [ende] Ga naar margenoot4 vasticheyt.

2

Ga naar margenoot5 Want ghy hebt van de Ga naar margenoot6 stadt, een Ga naar margenoota steenhoop Ga naar margenoot7 gemaeckt, de vaste stadt tot een vervallen hoop: het palleys der vreemdelingen, dat het geen stadt meer en zy, in eeuwicheyt en sal sy niet herbouwt worden.

3

Daerom sal u Ga naar margenoot8 een machtich volck eeren, de stadt Ga naar margenoot9 der tyrannige volckeren sal u vreesen.

4

Want ghy zijt Ga naar margenoot10 den armen een sterckte geweest, een sterckte den nootdurftigen, als hem bange was: een toevlucht Ga naar margenoot11 voor den vloet, een schaduwe voor de hitte, Ga naar margenoot12 want Ga naar margenoot13 het blasen der tyrannen is als een vloet [tegen] eenen wandt.

5

Ga naar margenoot14 Gelijck de hitte in een dorre plaetse, sult ghy de ongestuymicheyt der vreemdelingen nederdrucken, [gelijck] de Ga naar margenoot15 hitte door de schaduwe eener dicke wolcke, sal 't Ga naar margenoot16 gesanck der tyrannen vernedert worden.

6

Ende Ga naar margenoot17 de HEERE der heyrscharen sal op Ga naar margenoot18 desen berch Ga naar margenoot19 allen volcken Ga naar margenoot20 een vette maeltijt maken, een maeltijt van Ga naar margenoot21 reynen wijn, Ga naar margenoot22 van vette vol merchs, van reyne wijnen die gesuyvert zijn.

7

Ende hy sal op desen berch Ga naar margenoot23 verslinden Ga naar margenoot24 het bewindsel des aengesichts, daer mede alle volckeren bewonden zijn, Ga naar margenoot25 ende het decksel daer mede alle natien bedeckt zijn.

8

Ga naar margenootb Hy sal de Doot Ga naar margenoot26 verslinden, Ga naar margenoot27 tot overwinninge, ende de Heere HEERE sal de tranen van Ga naar margenoot28 alle aengesichten afwisschen: ende hy sal de smaetheyt sijnes volcks Ga naar margenoot29 van de gantsche aerde wech nemen, want de HEERE heeftet gesproken.

9

Ende men sal te dien dage seggen, Siet, Ga naar margenoot30 dese is onse Godt, wy hebben hem verwacht, ende hy sal ons Ga naar margenoot31 salich maken: dese is de HEERE, wy hebben hem verwacht, wy sullen ons verheugen, ende verblijden Ga naar margenoot32 in sijne salicheyt.

10

Want Ga naar margenoot33 de hant des HEEREN sal op desen berch rusten: maer Ga naar margenoot34 Moab sal Ga naar margenoot35 onder hem verdorscht worden, gelijck het stroo verdorscht wort Ga naar margenoot36 tot mist.

11

Ende Ga naar margenoot37 hy sal Ga naar margenoot38 sijne handen uyt breyden in't midden van haer, gelijck als een swemmer [die] uytbreydt om te swemmen, ende Ga naar margenootc hy sal Ga naar margenoot39 haren hoochmoet vernederen Ga naar margenoot40 met de lagen harer handen.

12

Ende hy sal Ga naar margenoot41 de hooge vesten Ga naar margenoot42 uwer mueren buygen, vernederen, [ja] Ga naar margenoot43 hy salse Ga naar margenoot44 ter aerde tot den stof toe doen reycken.

margenoot1
Dit is een lofsanck des volcx Godes, T.w. der gemeynte der geloovigen in het Nieuwe Testament.
margenoot2
Of, wonderlicke dingen.
margenoot3
D. van outs af.
margenoot4
Ofte trouwe.
margenoot5
Claricheyts halven zijn de woorden deses vers in een weynich andre ordre gestelt, dan sy in 't hebreeus staen.
margenoot6
T.w. Babylon ende voorts alle andere vyantlicke steden ende volcken, insonderheyt Romen.
margenoota
Iesa. 21.9. ende 23.13. Apo. 14.8. ende 18.2.
margenoot7
Hebr. gestelt tot eenen steenhoop.
margenoot8
Verstaet dat volck, dat hem tot u bekeeren sal, dat u uyt sulcke schrickelicke straffen, sal leeren vreesen en eeren.
margenoot9
Of, schrickelicke, geweldige, grouwelicke heydenen.
margenoot10
Of, een sterckte der armen.
margenoot11
Of, voor de overvloeyende wateren. als Ies. 4. vers 6.
margenoot12
Of, doe het blasen der tyrannen was als, etc.
margenoot13
Hebr. de wint (ofte, als sommige, geest. D. toorn) der tyrannen, of der grousamen of schrickelicken.
margenoot14
De sin is, gelijck de hitte in een dorre plaetse door den regen haest gedempt wort: Alsoo heeft Godt door de wolcke sijner genadiger hulpe, door de welcke hy sijne kerke heeft willen verquicken, de ongestuymicheyt der vreemdelingen, D. der ongeloovigen ende der vyanden sijner kercke, gedempt.
margenoot15
Siet bov. 4.6.
margenoot16
D. de vreucht, blijtschap, ende triumphe, die sy over de godsalige plechten te bedryven.
margenoot17
Hier spreeck de Prophete, als oock vers 7. ende vers 10.
margenoot18
D. in de Christelicke kercke, die door den berch Zions wort afgebeeldt.
margenoot19
Soo wel den Heydenen als den Ioden, die hy door de predicatie des H. Euangelii tot sijne kennisse roepen sal.
margenoot20
Hebr. een maeltijt van vetticheden. Geestelicker wijse te verstaen, is dit, ende datter volcht, te seggen, dat Godt sijnen uytverkorenen sijner overgroote genade in Christo sal deelachtich maken, namelick de eeuwige vreucht ende salicheyt, die hy ons boven inden hemel heeft bereyt. Vergelijckt hier mede Psal. 22.27, 30. Mat. 8.11. ende 22.2. Siet de aenteeck. Psal. 36. op vers 9.
margenoot21
Of, gesuyverden wijn, D. daer geen heffe in en is: of, die van de heffe gesuyvert is, als stracx. And. die op de heffe ligt.
margenoot22
D. van vette wel-gemergde beesten.
margenoot23
D. te niete doen.
margenoot24
Hebr. het aengesichte des bewindsels, ofte decksels, bewonden, ofte, gedeckt, over etc. ende soo in't volgende: ende verstaet de blintheyt ende onwetenheyt in goddelicke ende hemelsche saken, daer alle heydenen in staken voor de verkondiginge des H. Euangelii. Siet 2.Cor. 3.16.
margenoot25
D. daer mede aller natien, of aller heydenen oogen des verstants bedeckt, ende als verblint zijn, aengaende goddelicke sacken. 'T gene dat stracx te vooren geseyt is, wort met andre woorden wederhaelt.
margenootb
1.Cor. 15.54.
margenoot26
D. hare macht benemen, also dat sy over sijne uytverkorene te heerschen geene macht en hebbe, ofte haer van sijne liefde niet scheyden en kunne.
margenoot27
Alsoo heeft den Apostel dese woorden genomen 1.Cor. 15.54. And. in eeuwicheyt, ofte, eeuwichlick. Siet van't Hebr. woort Psal. 4. op vers 1. ende 13. op vers 2.
margenoot28
T.w. van de aengesichten sijnes volcks. Siet Apoc. 7.17. ende 21.4.
margenoot29
D. in alle landen.
margenoot30
T.w. Iesus Christus.
margenoot31
Of, verlossen, behoeden. Dit woort, ende 't laetste deses vers, komen beyde van den Hebr. wortel, of oorspronckelick woort, daer het woort Iesus van komt.
margenoot32
D. in de salicheyt die hy ons te wege brengt. And. in sijne salich-makinge.
margenoot33
D. de macht. de sin is, Godt sal steets sijne kercke beschutten ende beschermen. want door den berch Zions wort hier de kercke Godes verstaen.
margenoot34
D. alle vyanden ende vervolgers des volcks Godes.
margenoot35
T.w. onder den Heere, die hem vertreden ende verdelgen sal.
margenoot36
Verstaet hier door, het aldergeringste stroo, 't welck nergens anders toe en deucht, dan om mist daer van te maken. And. vertreden wort op den mist-hoop. And. te Madmenah. Daer zijn twee steden van dien name geweest, d'eene in Iuda, 1.Chro. 2.49. d'andre in der Moabiten lant, Ier. 48.2. 'Tschijnt datter overvloedich veel koorens gewassen heeft, Ies. 10.31.
margenoot37
T.w. de Heere.
margenoot38
D. hy sal met gantscher macht sijne vyanden aentasten ende verdelgen, gelijck een swemmer sijne beyde handen uyt-streckt om kloeckelick voort te swemmen.
margenootc
Ies. 16.6.
margenoot39
T.w. der Moabiten.
margenoot40
De sin is, Moab is hoovaerdich van herten, ende in sijne handen is bedroch, weshalven hy sich groote dingen inbeeldt: maer Godt sal se beyde te schande maken, soo de hoovaerdye sijnes herten, als de lagen sijner handen. So dat met hier beteeckent soo veel als mitsgaders. And. met sijne loerende handen. als of hy seyde, met sijne handen, die daer op loeren, om de vroome te verscheuren, gelijck de leeuw op een proye loert.
margenoot41
D. de vasticheden uwer hooger mueren.
margenoot42
T.w. Moabs, D. der vyanden van Godes kercke.
margenoot43
T.w. de Heere.
margenoot44
D. hy salse te gronde werpen tot in den stof.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken