Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637) (2008)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.00 MB)

ebook (11.07 MB)

XML (23.68 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)

(2008)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het lxj. Capittel.

Christus geeft te kennen dat hy gesalft is, ende waer toe, als oock wat al treffelicke weldaden hy sijne kercke bewijsen soude, vers. 1, etc. hy spreeckt oock wederom van de beroepinge der heydenen, 5. van de weldaden die Godt den sijnen geven sal, 6. vreucht der kercke Godes daer uyt rysende, 10.

1

Ga naar margenoot1 Ga naar margenoota DE Geest des Heeren HEEREN is op my, om dat de HEERE my Ga naar margenoot2 gesalft heeft, Ga naar margenoot3 om een blijde bootschap te brengen Ga naar margenoot4 den sachtmoedigen: hy heeft my gesonden Ga naar margenoot5 om te verbinden Ga naar margenoot6 de gebrokene van herten, om Ga naar margenoot7 den gevangenen vryheyt Ga naar margenoot8 uyt te roepen, ende Ga naar margenoot9 den gebondenen openinge der gevangenisse.

2

Ga naar margenoot10 Om uyt te roepen Ga naar margenoot11 het jaer van 't welbehagen des HEEREN, ende Ga naar margenoot12 den dach der wrake onses Godts: om alle Ga naar margenoot13 treurige te troosten.

3

Om den treurigen Ga naar margenoot14 Zions te beschicken, dat hen gegeven worde Ga naar margenoot15 cieraet voor Ga naar margenoot16 assche, Ga naar margenoot17 vreuchden-olye voor treuricheyt, Ga naar margenoot18 het gewaet des lofs voor eenen Ga naar margenoot19 benaeuwden Ga naar margenoot20 geest: op dat sy genaemt worden Ga naar margenoot21 eycken-boomen der gerechticheyt, eene plantinge des HEEREN, op dat hy verheerlickt worde.

4

Ende sy sullen Ga naar margenootb Ga naar margenoot22 de oude verwoeste plaetsen bouwen, de voorige verstooringen wederoprechten ende de verwoeste steden vernieuwen, die verstoort waren Ga naar margenoot23 van geslachte tot geslachte.

5

Ende Ga naar margenoot24 uytlanders sullen staen, ende uwe Ga naar margenoot25 kudden Ga naar margenoot26 weyden: ende Ga naar margenoot27 vreemde sullen Ga naar margenoot28 uwe ackerlieden, ende Ga naar margenoot28 uwe wijngaerdeniers zijn.

6

Doch ghylieden sult Ga naar margenoot29 Ga naar margenootc Priesters des HEEREN heeten, Ga naar margenoot30 men sal u Dienaren onses Godts noemen: Ga naar margenoot31 ghy sult het vermogen der heydenen eten, ende in hare Ga naar margenoot32 heerlickheyt sult ghy u roemen.

7

Ga naar margenoot33 Voor uwe dobbele schaemte, ende schande, Ga naar margenoot34 sullense Ga naar margenoot35 juychen over haer deel: daerom sullen Ga naar margenoot36 sy Ga naar margenoot37 in haer lant erffelick 't dobbele besitten, Ga naar margenoot38 sy sullen eeuwige vreucht hebben.

8

Want ick de HEERE hebbe het recht lief, ick hate Ga naar margenoot39 den roof in het brandoffer, ende ick sal geven, dat Ga naar margenoot40 haer werck inder waerheyt sal zijn: ende ick sal een eeuwich verbont Ga naar margenoot41 met haer maken.

9

Ga naar margenoot42 Ende haer zaet sal onder de heydenen bekent worden, ende Ga naar margenoot43 hare nakomelingen in het midden der volckeren: alle die haer sien sullen, Ga naar margenoot44 sullense kennen, dat sy zijn een zaet dat de HEERE gesegent heeft.

10

Ga naar margenoot45 Ick ben seer vrolick inden HEERE, mijne ziele verheucht haer in mijnen Godt, want hy heeft my bekleedt met de kleederen des heyls, Ga naar margenoot46 den mantel der gerechticheyt heeft hy my omgedaen: gelijck eenen bruydegom sich met Ga naar margenoot47 Priesterlicken cieraet verciert, ende als een bruyt haer verciert met hare Ga naar margenoot48 gereetschap.

11

Want gelijck de aerde hare spruyte voortbrengt, ende gelijck een hof Ga naar margenoot49 't gene in hem gezaeyt is, doet uytspruyten: Ga naar margenoot50 alsoo sal de Heere HEERE gerechticheyt ende lof doen uytspruyten, voor alle de volckeren.

margenoot1
Dit spreeckt Christus, als af te nemen is Luc. 4.17. etc. siet Ioh. 1.33.
margenoota
Luc. 4.17, 18, 19, 20.
margenoot2
Door dese salvinge wort verstaen, dat Christus nae sijne menschelicke natuere met de gaven des H. Geestes sonder mate begaeft ende verciert is geworden: Ende nae den gantschen persoon tot onsen Coninck, Priester, ende Prophete, van den Vader is verordineert geworden. Siet Hebr. 1.9.
margenoot3
Of, om een goede bootschap te verkondigen, ofte te prediken. wat tijdinge, ofte bootschap is dat? Van de vergevinge der sonden. Siet Psal. 40.10. ende 96.2.
margenoot4
Of nederigen. Luc. 4.18. daer dese woorden des Propheten geciteert worden, staet den armen. T.w. den armen van geeste, Mat. 5.3. want den soodanigen wort het Euangelium gepredickt, Mat. 11.5.
margenoot5
Verstaet dit geestelicker wijse, namelick van de vertroostinge der ziele, die door de Predicatie des H. Euangelii geschiet.
margenoot6
Dit zijn de gene die bedroeft ende verslagen van herte zijn, van wegen hare menichvuldige sonden ende overtredingen. siet Psal. 34. op vers 19. ende 51.19. ende Iesa. 57.15.
margenoot7
D. Den genen die onder het gewelt des duyvels, of sijner aenhangers gevangen liggen, van wegen hare begangene sonden, Rom. 7.23. ende 2.Tim. 2.26. ende 3.6. ende Siet Ies. 42.7.
margenoot8
Of, te prediken, te verkondigen.
margenoot9
Dit is 'tselve dat stracx geseyt is, met andre woorden.
margenoot10
Of, om te prediken.
margenoot11
D. den tijt, ofte het jaer in 't welcke het den Heere behagen of believen sal, sijne genade den bedroefden conscientien te openbaren ende te bewijsen, te weten, door de predicatie des H. Euangelii. Siet Ies. 49.8. 2.Cor. 6.2. Tit. 3.4.
margenoot12
D. dien dach, dien Godt verordineert ofte bestemt heeft, in welcken hy alle ongeloovige, onboetveerdige, ende vyanden sijner kercke, mitsgaders den duyvel, inde eeuwige verdoemenisse werpen sal. siet Ies. 34.8. ende 63.4. Luc. 18.7. ende 2.Cor. 10.6.
margenoot13
T.w. die treuren over hare sonden, daer mede sy Godt vertoornt hebben, 2.Cor. 7.10, 11. Iac. 4.9. Of, de gene die treurich zijn van wegen de elenden der kercke, Ies. 66.10. Want den dusdanigen belooft Christus vertroostinge. Mat. 5.4.
margenoot14
D. der kercke Godes.
margenoot15
D. schoone kleederen, of heerlicheyt, welck woort Mat. 6.29. gebruyckt wort voor schoone kleederen. Hebr. om hen te geven cieraet, etc.
margenoot16
Diemen pleecht op het hooft te stroyen, ende daer in te sitten, asmen treurde.
margenoot17
Eertijts pleechtmen ten tijde van vreuchde, het aengesichte met olye te salven, Maer hier wort gesproken van de vreuchden-olye des H. Geestes. Ioh. 14. vers 26, 27. ende 15.11. Vergel. met de woorden des Propheten 'tgene dat geschreven staet. Hebr. 1.9.
margenoot18
D. een kleedt 'twelc prijsens weerdich is van wegen sijne schoonheyt ende cierlickheyt, Of, een kleet, 'twelckmen aentrock alsmen feestdach hielt, ende de Gemeente te samen quam, om Godt voor ontfangene genaden te dancken ende te loven. Doch verstaet hier door het cierlick gewaet, de gratien en giften des Geestes Godes.
margenoot19
Of, beangstichden. Hebr. t'samen gewrongenen geest, die van hertzeer en droeffenisse als t samen gecrompen is.
margenoot20
D. gemoet.
margenoot21
By dese boomen worden verstaen de gene, die door 't geloove Christo Iesu zijn ingeplant, ende die vruchten der gerechticheyt, dat is, goede wercken dragen. siet boven 60.21. De eyckenboomen der gerechticheyt worden gestelt tegen de eyckenboomen die sy misbruyckt hadden tot afgoderije, ende worden de geloovige eyckenboomen genaemt, ten aensien van hare sterckte in Christo.
margenootb
Ies. 58.12.
margenoot22
Siet Ies. 58. de aenteeck. op vers 12. Dit geestelicker wijse genomen zijnde, is te seggen, Sy sullen de ongeloovige heydenen tot Godt bekeeren, die langen tijt in hare sonden als doot gelegen hebben, Eph. 2. vers 1. ende vers 5.
margenoot23
D. die van over vele geslachten geschiet zijn.
margenoot24
T.w. de bekeerde uyt de heydenen. De sin is, Godt sal oock uyt de heydenen, leeraers ende predicanten verwecken, tot opbouwinge sijner H. kercke in den Nieuwen Testamente. Actor. 20.28. 1.Pet. 5.1, 2.
margenoot25
Of schapen. D. Gemeynten.
margenoot26
T.w. met Godes woort.
margenoot27
Hebr. de kinderen des vreemden.
margenoot28
D. uwe leeraers zijn Mat. 21.33. etc. 1.Cor. 3.9.
margenoot28
D. uwe leeraers zijn Mat. 21.33. etc. 1.Cor. 3.9.
margenoot29
T.w. geestelicke priesters, om te offeren de kalveren uwer lippen, ende u lichaem tot eenen redelicken godtsdienst te begeven. siet Exod. 19.6. Rom. 12.1. Hebr. 13.15. 1.Pet. 2.5, 9. Apoc. 1.6. ende 5.10.
margenootc
1.Pet. 2.5, 9. Apoc. 1.6. ende 5.10. etc.
margenoot30
Of, Ende tot u lieden sal geseyt worden, ô ghy dienaers onses Godts.
margenoot31
D. Ghy sult de goederen genieten, die u de heydenen mededeylen sullen, wanneer sy tot Christum sullen bekeert wesen. Siet Ies. 60.5.
margenoot32
D. rijckdom.
margenoot33
Die ghy geleden hebt van de vyanden der kercke.
margenoot34
T.w. de vroome Israëliten, ofte kinderen Godts.
margenoot35
Of, over luyt roepen.
margenoot36
T.w. dien te vooren sulcke schaemte is aengedaen geweest, ende die vervolcht zijn geworden.
margenoot37
T.w. soo haer eygen, als verkregen van de vyanden, van de welcke sy te vooren zijn vervolcht geweest.
margenoot38
T.w. de godtsalige.
margenoot39
D. die brantofferen hate ick, die door ongerechticheyt geschieden, my uyterlick dienende, maer middeler wijle haren naesten onderdruckende. Siet Prov. 15.8. ende 21.27.
margenoot40
D. dat den dienst die sy my ter eere doen, in den geest ende inder waerheyt sal geschieden. Ioh. 4.24. And. haer arbeytsloon.
margenoot41
Siet Ier. 34.18.
margenoot42
D. hare nakomelingen, ofte, die haer toebehooren, T.w. die tot de kercke Christi gehooren, die en sullen niet meer by eene sekere natie bepaelt wesen, maer sy sullen haer uytbreyden onder alle heydenen.
margenoot43
Hebr. hare uytspruytelingen.
margenoot44
Soo aen haren heyligen ende godtsaligen handel ende wandel, als uyt den segen des Heeren, die merckelick by haer sal zijn.
margenoot45
Dit spreeckt de Christelicke kercke, ende een yeder litmaet der selver, den Heere danckende voor sijne weldaden aen haer bewesen. Hebr. Vrolick zijnde ben ick vrolick.
margenoot46
Of, hy heeft my bedeckt met den mantel der gerechticheyt, D. met gerechticheyt als met een kleet, wel verstaende met sijne gerechticheyt, die hy my toege-eygent heeft.
margenoot47
D. heerlicken, want de priesters waren heerlick ende cierlick gekleet, siet Exo. 28. And. Princelick, want het Hebr. woort beteeckent het eene soo wel, als het andere.
margenoot48
D. Cieraet, gesmuck, gesmijde, tuych, Hebr. vaten, of, instrumenten.
margenoot49
Hebr. sijn gezaeyde, of, haer gezaeyde.
margenoot50
D. de Heere sal maken, dat de kercke Christi, uyt alle heydenen versamelt zijnde, sal in ware gerechticheyt wassen ende toenemen, ende den Heere meer ende meer loven.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken