Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637) (2008)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.00 MB)

ebook (11.07 MB)

XML (23.68 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)

(2008)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het iij. Capittel.

Iona, andermael van Godt gesonden zijnde, predickt den Nineviten haren onderganck, vers 1, etc. sulcx sy geloovende, verootmoedigen haer voor den Heere (soo wel de Coninck, als d’onderdanen) met vasten, bidden, ende beteren haers levens, 5. waer op haer Godt verschoont, 10.

1

ENde het woort des HEEREN geschiedde ten Ga naar margenoot1 anderen male tot Iona, seggende:

2

Maeckt u op, gaet nae de groote stadt Nineve: ende predickt tegen haer de predikinge, die ick tot u Ga naar margenoot2 spreke.

3

Doe maeckte sich Iona op, ende ginck nae Nineve, Ga naar margenoot3 nae’t woort des HEEREN: Nineve nu was eene groote stadt Ga naar margenoot4 Godts, Ga naar margenoot5 van drie dachreysen.

4

Ende Iona begon inde stadt te gaen, eene dach-reyse: ende hy predickte, ende seyde; Ga naar margenoot6 Noch veertich dagen, dan sal Nineve worden Ga naar margenoot7 omgekeert.

5

Ga naar margenoot8 Ende de Ga naar margenoota lieden van Nineve Ga naar margenoot9 geloofden aen Godt: ende sy riepen een Ga naar margenoot10 vasten uyt, ende bekleedden haer met Ga naar margenoot11 sacken van haren grootsten af tot haren kleynsten toe.

6

Want Ga naar margenoot12 dit woort Ga naar margenoot13 geraeckte tot den Coninck van Nineve, ende hy stont op van sijnen throon, ende dede sijn Ga naar margenoot14 heerlick overkleedt van sich: ende hy bedeckte sich met eenen sack, ende satt neder Ga naar margenoot15 in der asschen.

7

Ende hy Ga naar margenoot16 liet uytroepen, ende men Ga naar margenoot17 sprack te Nineve, uyt Ga naar margenoot18 bevel des Conicks ende sijner Ga naar margenoot19 Grooten, seggende: En laet mensch noch Ga naar margenoot20 beest, rundt noch schaep, yet wat smaken, en laetse niet weyden, noch water drincken.

8

Maer mensch ende beest sullen met sacken bedeckt zijn, ende Ga naar margenoot21 sullen sterckelick tot Godt roepen: ende sy sullen haer bekeeren, een yegelick van sijnen boosen Ga naar margenoot22 wech, ende van’t gewelt dat in hare Ga naar margenoot23 handen is.

9

Ga naar margenootb Ga naar margenoot24 Wie weet? Godt mochte sich wenden, ende Ga naar margenoot25 berouw hebben: ende hy mochte sich wenden van de hitticheyt sijns toorns, dat wy niet en vergingen.

10

Ende Godt sach hare Ga naar margenoot26 wercken, dat sy haer bekeerden van haren boosen wech: ende ’t berouwde Godt over het

[Folio 121r]
[fol. 121r]

Ga naar margenoot27 quaet, dat hy Ga naar margenoot28 gesproken hadde hen te sullen doen, ende en dede’t Ga naar margenoot29 niet.

margenoot1
Sonder welcks Iona, die sich deses hoogen beroeps door sijn vluchten onweerdig hadde gemaeckt, dat niet en hadde mogen bestaen.
margenoot2
D. te vooren bevolen hebbe, ende nu van nieuws weder oplegge.
margenoot3
Zijnde nu gehoorsaem, dat hy te vooren niet en was geweest, ende daerom soo hardt gekastijdt.
margenoot4
Ofte, voor Godt. D. eene uytermaten groote stadt. siet sulcken gebruyck in de Hebr. sprake, van het woort HEERE, ofte, Godt, tot beteeckeninge van uytnementheyt by te voegen. Gen. 13. op vers 10. sommige vergelijcken hiermede de maniere van spreken Iesa. 22.5. Act. 7.10. ende 2.Cor. 10.4. Dit was een bewijs, dat Godt nae geene grootheyt ofte heerlickheyt en vraecht, (die hy selfs den menschen geeft) als de menschen godtloos zijn. van de uytnemende grootheyt deser stadt betuygen oock verscheydene heydensche schrijvers.
margenoot5
Hebr. eene reyse van drie dagen.
margenoot6
D. na dien tijt, als die sal zijn verstreken, sal Godt dese stadt uytroeyen ende verdoen. voor behouden in Godts raet, de conditie van bekeeringe, als d’uytkomste heeft geleert, ende dit prediken van Iona, mitsgaders het respijt van den voorgesetten tijt bedecktelick gaven te verstaen, ende Godts woort overal betuycht. Dit kanmen nemen als een sommier ofte, kort begrijp van Ione predicatie.
margenoot7
D. uytgeroeyt, geruineert worden. dese maniere van spreken wort doorgaens in de H. Schrift gebruyckt, specialick van Sodom, Gomorra, etc.
margenoot8
In dese vijf volgende versen wort het geloove ende de bekeeringe der Nineviten beschreven. Siet daer van de woorden des Heeren Christi. Matth. 12.41. Luce 11.32.
margenoota
Matth. 12.41. Luce 11.32.
margenoot9
Vergel. Exod. 14.31. 2.Chron. 20.20. met d’aenteeck.
margenoot10
Siet Ioel 1.14. met d’aent.
margenoot11
Siet Gen. 37. op vers 34. Ioel 1.8, 13, etc.
margenoot12
Ofte, dese sake, T.w. de predicatie Ione.
margenoot13
D. drong door, quam voor hem.
margenoot14
Ofte, tabbaert, rock, Conincklicken mantel, ofte, overkleedt, het selve Hebr. woort wort gebruyckt van den mantel des Propheten Elie. 2.Reg. 2.8. ende van den Babylonischen mantel, dien Achan gestolen hadde. Iosu. 7.21. ende beteeckent anders heerlickheyt. Siet Ezech. 17.8. Zach. 11.3. ende vergel. Genes. 25. op vers 25. ende Psal. 8. op vers 2. item Mich. 2.8.
margenoot15
Ofte, op. Siet Iob 2. op vers 8.
margenoot16
And. riep [het volck] by een.
margenoot17
Hebr. hy seyde. D. men beval, geboodt: als elders. Siet Nehem. 13.9, 19. ende vergel. bov. 2. op vers 11. ofte, hy (de Coninck) seyde. Dat is, liet seggen, uyt bevel des Conincks. Dat is, sijn bevel, ende sijner Grooten, als volcht.
margenoot18
Hebr. eygentl. smaeck. D. oordeel, goet vinden, ende volgens bevel. Siet van ’t Hebr. woort Prov. 12. op vers 20. Alsoo wort dit woort in Ezra, ende Daniel, dickwijls gebruyckt.
margenoot19
Raets-heeren, Vorsten, voorneemste in den staet. Siet 2.Reg. 10.6. ende 25.9. Ierem. 5.5. met de aenteeck.
margenoot20
Niet, als of de beesten eene redelicke ziele, ende verstant van bekeeringe hadden, maer om datse verscheydentlick van de menschen worden misbruyckt, ende om der menschen sonden mede moeten lijden, so heeft men door dit droevich spectakel d’ingesetenen te meer tot deernisse ende medelijden willen bewegen, etc. Vergel. d’aenteeck. op Ioel 2.16.
margenoot21
Dit bidden ende bekeeren moetmen verstaen van de menschen. hoewel de beesten op hare wijse somtijts in de H. Schrift geseyt worden tot Godt te roepen. Siet Iob 39.3. Psal. 147.9. Ioel 1.20. met d’aent.
margenoot22
D. handel ende wandel. siet Gen. 6. op vers 12. ende Prov. 2. op vers 12.
margenoot23
D. dat sy gewrocht ende bedreven hebben, ende daer aen sy schuldich zijn. Hebr. palmen. als Psal. 7.4.
margenootb
Ioël 2.14.
margenoot24
Vergel. Ioel 2.14. met d’aenteeck.
margenoot25
Siet Gen. 6.6. ende Ioel 2.13. met d'aenteeck.
margenoot26
Met welcke sy haer geloof ende bekeeringe betuychden.
margenoot27
Der straffe.
margenoot28
D. gedreygt hadde door Iona, in voegen als bov. op vers 4. is aengeteeckent.
margenoot29
Verschoonende haer voor dien tijt: maer daerna tot deselve boosheyt (insonderheyt tegen Godts volck) weder vervallen zijnde, is dese Conincklicke stadt ende de Assyrische Monarchie uytgeroeyt. Siet Ezech. 31. Nahum 1.1, etc.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken