Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637) (2008)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.00 MB)

ebook (11.07 MB)

XML (23.68 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)

(2008)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het Eerste Capittel.

1 Afkomste Iesu Christi na den vleesche uyt de Voor-vaderen van Abraham af. 18 Sijne ontfanckenisse van den H. Geest ende geboorte uyt de maget Maria. 22 Gelijck voorsegt was door den Propheet.

1

HET Ga naar margenoot1 boeck des geslachtes IESU CHRISTI, Ga naar margenoot2 des soons Ga naar margenoota Davids, des soons Abrahams.

2

Ga naar margenootb Abraham Ga naar margenoot3 gewan Isaac. ende Ga naar margenootc Isaac gewan Iacob. ende Ga naar margenootd Iacob gewan Iudam, ende sijne broeders.

3

Ende Ga naar margenoote Iudas gewan Phares ende Zara Ga naar margenoot4 by Thamar. ende Ga naar margenootf Phares gewan Esrom. Ende Ga naar margenootg Esrom gewan Aram.

4

Ende Ga naar margenoot5 Aram gewan Aminadab. ende Aminadab gewan Naasson. ende Naasson gewan Salmon.

5

Ende Salmon gewan Booz by Rachab. ende Booz gewan Obed by Ruth. ende Obed gewan Iesse.

6

Ende Ga naar margenooth Iesse gewan David den Coninck. ende David de Coninck gewan Ga naar margenoot6 Salomon by Ga naar margenoot7 de gene die Urias [wijf was geweest].

7

Ende Ga naar margenooti Salomon gewan Roboam. ende Roboam gewan Abia. ende Abia gewan Asa.

8

Ende Asa gewan Iosaphat. ende Iosaphat gewan Ioram. ende Ioram gewan Ga naar margenoot8 Oziam.

9

Ende Ozias gewan Ioatham. ende Ioatham gewan Achaz. ende Achaz gewan Ezekiam.

10

Ende Ezekias gewan Manasse. ende Manasse gewan Amon. ende Amon gewan Iosiam.

11

Ende Ga naar margenootk Iosias gewan Ga naar margenoot9 Iechoniam, ende sijne broeders Ga naar margenoot10 ontrent de Babylonische overvoeringe.

12

Ende na de Babylonische overvoeringe gewan Ga naar margenootl Iechonias Ga naar margenoot11 Salathiël. ende Ga naar margenootm Salathiël gewan Zorobabel.

13

Ende Zorobabel gewan Abiud. ende Abiud gewan Eliakim. ende Eliakim gewan Azor.

14

Ende Azor gewan Sadok. ende Sadok gewan Achim. ende Achim gewan Eliud.

15

Ende Eliud gewan Eleazar. ende Eleazar gewan Matthan. ende Matthan gewan Iacob.

16

Ende Iacob gewan Ga naar margenoot12 Ioseph, den man van Maria, uyt welcke geboren is IESUS, Ga naar margenoot13 gesegt Christus.

17

Alle de geslachten dan van Abraham tot David [zijn] veertien geslachten, ende van David tot de Babylonische overvoeringe [zijn] Ga naar margenoot14 veertien geslachten, ende van de Babilonische overvoeringe tot Christum [zijn] veertien geslachten.

18

De geboorte Iesu Christi was nu aldus: Ga naar margenootm[n] Want als Maria sijne moeder met Ioseph ondertrouwt was, Ga naar margenoot15 eer sy te samen gekomen waren, wiert sy Ga naar margenoot16 swanger bevonden Ga naar margenoot17 uyt den heyligen Geest.

19

Ioseph nu haren man, alsoo hy rechtveerdich was, ende haer niet en wilde Ga naar margenoot18 openbaerlick te schande maken, was van wille haer heymelick Ga naar margenoot19 te verlaten.

20

Ende alsoo hy dese dingen in den sin hadde, siet de Engel des Heeren verscheen hem inden droom, segghende, Ioseph [ghy] sone Davids, en zijt niet bevreest Mariam uw’ wijf tot u te nemen. Want het gene in haer Ga naar margenoot20 ontfangen is, dat is uyt den heyligen Geest.

21

Ende sy sal eenen sone baren, ende Ga naar margenooto ghy sult sijnen Name heeten IESUS. Want Ga naar margenootp hy sal Ga naar margenoot21 sijn volck salich maken van hare sonden.

22

Ende dit alles is geschiet, op dat vervult soude worden, ’tgene van den Heere gesproken is door den Propheet, seggende,

23

Ga naar margenootq Siet Ga naar margenoot22 de maget sal swanger worden, ende eenen sone baren, ende Ga naar margenoot23 ghy sult sijnen Name heeten Ga naar margenoot24 Emmanuel, het welck is, overgeset zijnde, Godt met ons.

24

Ioseph dan, opgeweckt zijnde van

[Folio 2r]
[fol. 2r]

den slaep, dede gelijck de Engel des Heeren hem Ga naar margenoot24 bevolen hadde, ende heeft sijn wijf tot hem genomen.

25

Ende en bekende haer niet, Ga naar margenoot25 tot dat sy dese haren Ga naar margenoot26 eerstgeboren sone gebaert hadde: ende Ga naar margenootr hiet sijnen Name IESUS.

margenoot1
D. Geslacht-register, ofte boom der Voor-ouderen Christi. Is een Hebreeusche wijse van spreken. Siet Genes. 5.1.
margenoot2
Dese twee David ende Abraham worden hier voor aengestelt, ende Christus wort bysonderlick haer beyder Sone genaemt, om dat desen beyden bysondere beloften waren gedaen, dat hy uyt haren zade soude geboren worden. Siet Gen. 22.18. 2.Sam. 7.12. Psal. 89.30. ende 132.11. Waerom oock Mattheus dit geslacht-register eerst van Abraham heeft willen beginnen: gelijck hy oock vers 6. David bysonderlijck een Coninck naemt, om dat David de eerste Coninck uyt den stamme Iude is geweest, ende een klaer voorbeeldt van Christi eeuwich Coninckrijck. Luc. 1.32.
margenoota
Luc. 1.31, 32.
margenootb
Genes. 21.2.
margenoot3
De andere oversettinge heeft, gegenereert, het welcke alsoo het is een Latijnsch woort, is beter geacht te behouden het woort gewinnen, ’t welck meest alle oude Nederduytsche oversettingen hier gebruycken.
margenootc
Genes. 25.26.
margenootd
Genes. 29.3, 5.
margenoote
Genes. 38.27, 29.
margenoot4
Griecx. uyt. Dese vrouwe, als oock hier na Rachab ende Ruth, vers 5. ende Bathseba. vers 6. worden van den Euangelist hier verhaelt, om dat de Schrifture van de selve yet segt dienende tot den staet der vernederinge Christi, ende oock om dat eenige der selve van heydensche afkomste zijn geweest: op dat daer mede aengewesen soude worden, dat oock groote sondaren, ende de Heydenen selve deel souden hebben aen de vruchten der geboorte Christi.
margenootf
Ruth 4.18. 1.Chron. 2.5.
margenootg
Ruth 4.10. 1.Chron. 2.9.
margenoot5
Dese Aram wort Ram genaemt, Ruth 4. vers 18.
margenooth
Ruth 4.18. 1.Sam. 16.1. ende 17.12. 1.Chron. 2.15. ende 12.18.
margenoot6
Lucas stelt in plaetse van Salomon ende sijne nakomelingen, Nathan, een ander sone Davids, met sijne nakomelingen. De reden van dese verscheydenheyt siet op Luc. 3.31.
margenoot7
N. Bathseba. siet 2.Sam. 11.3, 24. ende 12.24. by welcke David Salomon gewan, als sy na haer mans Urie doot met hem getrouwt was.
margenooti
1.Reg. 11.43. 1.Chro. 3.10.
margenoot8
Hier worden dry Coningen over-geslagen ende voor by gegaen, namelick Ochosias, Ioas, ende Amasias, om het getal van veerthien niet te buyten te gaen, vers 17. Van dergelijcke uytlatinge siet een exempel, Esdr. 7.3. vergeleken met 1.Chron. 6.8. ende wort dese Ozias oock Azarias genaemt. 1.Chron. 3.12.
margenootk
1.Chron. 3.16.
margenoot9
Eenige voegen hier by Iakim, ende Iakim gewan Iechoniam, het welck schijnt met het register der Coningen Iude 1.Chron. 3.16, etc. ende met het getal van veertien alhier vers 17. niet qualick over een te komen. Dan alsoo meest alle oude boecken ende oversettingen dit byvoegsel van Iakim niet en hebben, soo wort dat selve hier nagelaten: te meer om dat door Iechonias in’t 12 vers verstaen kan worden de Vader, die oock Ioakim is genaemt, ende door Iechonias in’t 13 vers de sone die oock Ioachin is genaemt, ende aldus wort hier het getal van veertien oock vervult.
margenoot10
Ofte, in, ofte ten tijde, D. tegen den tijdt van de gevancklicke wech-voeringe der Ioden na Babylon.
margenootl
1.Chron. 3.17.
margenoot11
Vele meenen dat dese Salathiel niet en is geweest een natuerlicke sone van Iechonias, alsoo hy Luc. 3.27. geseyt wort te zijn een sone Neri, ende het schijnt Ierem. 22.30. dat Iechonias geen kinderen nagelaten heeft: maer dat hy sijnen sone genaemt soude worden, om dat hy, als zijn naeste bloetverwant, hem in de regeringe van het Israelitische volck gevolcht is. Gelijck 1.Chro. 3.16. Sedekias genaemt wort een sone van Iechonias, om dat hy hem ooc in ’t rijck gevolgt is, die nochtans 2.Reg. 24.17. sijn Oom genaemt wort. Te meer om dat Luce 3.27. geseyt wort, dat Salathiël afkomstich is geweest van’t geslachte Nathans, by het welcke na de Babylonische gevanckenisse de regeringe des Iodischen volcks is geweest, gelijck schijnt afgenomen te konnen worden uyt Zach. 12.12. doch andere meenen, dat dese Salathiël is geweest een natuerlicke sone van Iechonias, ende dat Salathiël van welcLucas spreect c. 3.27. een ander Salathiël is geweest als dese, alsoo de selve aldaer genaemt wort een sone Neri. siet d’aent. aldaer.
margenootm
Esdr. 3.2.
margenoot12
Dit geslacht-register wort gebracht op Ioseph, om dat het by de Hebreen niet gebruyckelick was de Geslacht-registers te brengen op de Vrouwen; nochtans kan daer uyt blijcken dat Christus is uyt den geslachte Davids, om dat het by de Ioden gewoonlick was in sijn geslachte te trouwen: ende Mattheus hier vooren vers 1. getuygt dat hy hier het Geslacht-register Iesu Christi verhaelt. Want dat Christus uyt Iuda ende David afkomstich is, wort doorgaens in de Heylige Schriftuere klaerlick geleert. Siet Luc. 1.32. Rom. 1.3. Hebr. 7.14.
margenoot13
Dat is, die toegenaemt wort. Siet van dese naem Ioan. 1.42.
margenoot14
De Euangelist heeft oock maer veertien Coningen ende Vorsten uytgedruckt, om dat van Abraham tot David maer veertien geslachten van Voorvaders zijn geweest. Daerom hy eenige geslachten der Coningen ende Vorsten heeft overgeslagen. Siet op vers 8. ende Luc. 3.24, etc.
margenootm[n]
Luc. 1.27, 34.
margenoot15
D. Eer hyse tot hem genomen hadde, gelijck blijckt uyt vers 20.
margenoot16
And. bevrucht. dan het woort swanger komt hier beter, alsoo Christus eygentlick geen vrucht des H. Geests, maer een vrucht des buycx van Maria is. Luc. 1.42.
margenoot17
Dat is, door de werckinge des Heyligen Geests, gelijck blijckt Luc. 1.35. So wort het woordeken uyt oock elders genomen, als Rom.11.36. ende 1.Ioan. 5.1. Dit en was Ioseph doe noch niet bekent, maer wort hem daer na door den Engel geopenbaert vers 20.
margenoot18
Het Griecx woort beteeckent so veel als yemant, anderen tot een exempel, openbaerlick ten toone stellen ende versmaetheyt aendoen.
margenoot19
Gr. Haer te ontbinden.
margenoot20
Gr. Gegenereert, ofte geteelt is, voor welcke woorden, alsoo het eene Latijnsch is, ende het ander duyster, bequamer geacht is het woort ontfangen te stellen. Van dese generatie ende ontfanckenisse. Siet Luc. 1.35, 42.
margenooto
Luc. 1.31.
margenootp
Act. 4.12.
margenoot21
D. de gene die hem van den Vader gegeven waren om die te verlossen ofte behouden. Psal. 2.8. Esai. 8.18. Ioan. 6.37. ende 17.24. Actor. 18.10. Rom. 11.1, 2.
margenootq
Iesa. 7.14.
margenoot22
De Hebreeusche ende oock de Griecksche texten spreken hier van een bysondere maget.
margenoot23
And. sy sal, Ofte, sy sullen, D. men sal.
margenoot24
Wort alsoo genaemt ten aensien van sijn persoon ende ampt, om dat hy in eenen persoon beyde waerachtich Godt ende mensche is, ende ons met Godt vereenicht.
margenoot24
Gr. verordineert hadde.
margenoot25
Hier uyt en kanmen niet besluyten dat haer Ioseph daer na soude hebben bekent. want dese maniere van spreecken sulcks altijt niet medebrengt. Siet 2.Sam. 6.23. Matth. 28.20.
margenoot26
Een eerstgeboren sone is, die de moeder eerst opent. Exod. 13.2. al ist datter geen soonen ofte kinderen na geboren worden. want als Exod. 11.5. gesegt wort, dat de eerstgeborene van Egypten souden gedoot worden, onder de selve zijn sonder twijffel oock de eenich geborene verstaen.
margenootr
Luc. 2.21.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken