Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637) (2008)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.00 MB)

ebook (11.07 MB)

XML (23.68 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)

(2008)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het v. Capittel.

1 Paulus leert voorders wat vruchten in ons voort-komen door de rechtveerdighmakinge des geloofs, namelijck, vrede met Godt, lijdsaemheyt, hope, ende versekertheyt van Godts liefde. 5 Verklaert daer nae de fondamenten van dese hope ende versekertheyt, namelijck het getuygenisse des Heyligen Geests in onse herten, ende de bedenckinge dat Godt Christum voor ons in den doodt heeft over-gegeven, doe wy noch vyanden waren. 9 Besluyt daer uyt dat wy dan oock versekert moeten zijn van onse volherdinge, ende in Godt daer van mogen roemen. 12 Maeckt daer na eene tegenstellinge tusschen Adam ende Christum: ende verklaert dat gelijck door de overtredinge Adams de sonde ende de doodt over alle menschen is gekomen, alsoo oock door Christi gehoorsaemheyt de rechtveeerdigheyt ende het leven over vele sal komen. 20 Eyndelijck verklaert hy waer toe de gevinge van de Wet heeft gedient.

1

Ga naar margenoota WY dan gerechtveerdight zijnde uyt den geloove hebben Ga naar margenoot1 vrede by Godt door onsen Heere Iesum Christum:

2

Ga naar margenootb Door welcken wy oock de Ga naar margenoot2 toeleydinge hebben door’t geloove Ga naar margenoot3 tot dese genade, in welcke wy Ga naar margenootc staen, ende Ga naar margenootd roemen Ga naar margenoot4 in de hope Ga naar margenoot5 der heerlickheyt Godts.

3

Ende niet alleenlick [dit], Ga naar margenoote maer Ga naar margenoot6 wy roemen oock inde verdruckingen: wetende dat de verdruckinge Ga naar margenoot7 lijdsaemheyt werckt:

4

Ende de lijdtsaemheyt Ga naar margenoot8 bevindinge, ende de bevindinge Ga naar margenoot9 hope:

5

Ende de hope Ga naar margenoot10 en beschaemt niet, om dat Ga naar margenoot11 de liefde Godts in onse herten Ga naar margenoot12 uytgestort is door den heyligen Geest, Ga naar margenoot13 die ons is gegeven.

6

Ga naar margenootf Want Ga naar margenoot14 Christus, als wy noch Ga naar margenoot15 krachteloos waren, is Ga naar margenoot16 te sijner tijdt voor Ga naar margenoot17 de godloose gestorven.

7

Want nauwlijck sal yemandt voor eenen rechtveerdigen sterven: want voor Ga naar margenoot18 den goeden sal Ga naar margenoot19 mogelijck yemandt oock Ga naar margenoot20 bestaen te sterven.

8

Maer Godt Ga naar margenoot21 bevesticht sijne liefde tegen ons, dat Christus Ga naar margenootg voor ons gestorven is, als wy Ga naar margenoot22 noch sondaers waren.

9

Veel meer dan, zijnde nu gerechtveerdigt Ga naar margenoot23 door sijn bloedt, sullen wy door hem behouden worden Ga naar margenoot24 van den toorn.

[Folio 79v]
[fol. 79v]

10

Want indien wy Ga naar margenoot25 vianden zijnde met Godt versoent zijn door den doodt sijns Soons, veel meer sullen wy versoent zijnde behouden worden Ga naar margenoot26 door sijn leven.

11

Ende niet alleenlijck [dit], maer Ga naar margenoot27 wy roemen oock in Godt, door onsen Heere Iesum Christum, door welcken wy nu de versoeninge gecregen hebben.

12

Ga naar margenoot28 Daerom gelijck Ga naar margenooth door Ga naar margenoot29 eenen mensche de sonde in de werelt ingekomen is, ende door de sonde Ga naar margenooti de doodt: ende alsoo de doodt tot alle menschen doorgegaen is Ga naar margenoot30 in welcken alle Ga naar margenoot31 gesondight hebben.

13

Want Ga naar margenoot32 tot de Wet Ga naar margenoot33 was de sonde inde werelt: maer de sonde en wort Ga naar margenoot34 niet toe-gerekent, Ga naar margenoot35 alser geen wet en is.

14

Maer Ga naar margenoot36 de doot heeft geheerschet van Adam tot Mosem toe, oock over de gene Ga naar margenoot37 die niet gesondight en hadden in de gelijckheydt der overtredinghe Adams, welcke Ga naar margenoot38 een voorbeeldt is Ga naar margenoot39 des genen die komen soude.

15

Doch niet, gelijck Ga naar margenoot40 de misdaet, alsoo is oock Ga naar margenoot41 de genaden-gifte. Want indien door de misdaet van eenen Ga naar margenoot42 vele gestorven zijn, so is veel meer Ga naar margenoot43 de genade Godts ende Ga naar margenoot44 de gave door de genade, die daer is eenes menschen Iesu Christi, Ga naar margenoot45 overvloedich geweest Ga naar margenoot46 over vele.

16

Ende niet gelijck [de schult was] door Ga naar margenoot47 den eenen die gesondight heeft, [alsoo is] de gifte. Want Ga naar margenoot48 de schult is wel uyt eene [misdaet] tot Ga naar margenoot49 verdoemenisse: maer de genaden-gifte is uyt Ga naar margenoot50 vele misdaden tot rechtveerdigh-makinge.

17

Want indien door de misdaet van eenen de doodt geheerscht heeft door Ga naar margenoot51 dien eenen, veel meer sullen de gene, die den overvloedt der genade ende der gave der rechtveerdicheyt Ga naar margenoot52 ontfangen, Ga naar margenoot53 in het leven heerschen door dien eenen [namelijck] Iesum Christum.

18

Soo dan gelijck door eene misdaet [de schult gekomen is] over alle menschen Ga naar margenoot54 tot verdoemenisse: also oock door eene Ga naar margenoot55 rechtveerdigheyt [komt de genade] Ga naar margenoot56 over alle menschen tot rechtveerdighmakinge des levens.

19

Ga naar margenoot57 Want gelijck door de ongehoorsaemheydt van dien eenen mensche vele [tot] sondaers gestelt zijn geworden, alsoo sullen oock door de gehoorsaemheyt van eenen vele [tot] rechtveerdige gestelt worden.

20

Ga naar margenootk Ga naar margenoot58 Maer de wet is Ga naar margenoot59 boven dien ingekomen, opdat de misdaet Ga naar margenoot60 te meerder worde: Ga naar margenootl ende waer de sonde meerder geworden is, [daer] is Ga naar margenoot61 de genade veel meer overvloedigh geweest.

21

Op dat ghelijck de sonde Ga naar margenoot62 gheheerscht heeft Ga naar margenoot63 tot de doot, alsoo oock Ga naar margenoot64 de genade soude heerschen Ga naar margenoot65 door rechtveerdigheyt Ga naar margenoot66 tot het eeuwige leven, door Iesum Christum onsen Heere.

margenoota
Iesai. 32.17. Ioan. 16.33. Ephes. 2.13.
margenoot1
D. vriendtschap Godts, daer wy te voren sijne vyanden waren vers 8. ende 10. ende de versekertheyt daer van in ons gemoet, waer door wy in Godt worden gerust gestelt. Ioan. 16.33. Rom. 14.17.
margenootb
Ioan. 10.9. ende 14.6. Ephes. 2.18. ende 3.12. Hebr. 10.19.
margenoot2
Ofte, toeganck tot dese genade, waer door te kennen gegeven wort dat wy tot dese genade van selfs niet en zijn gegaen, maer dat wy van Christo door sijnen Geest daer toe zijn geleydt. Ephes. 2.8. Hebr. 8.10.
margenoot3
D. tot desen staet der vriendschap ende vrede met Godt. Daer yut ooc voortkomt dat wy met vrymoedigheydt tot hem gaen, ende hem durven aenroepen als eenen Vader. Ephes. 2.18. ende 3.12. Heb. 4.16.
margenootc
1.Cor. 15.1.
margenootd
Hebr. 3.6.
margenoot4
Ofte, op de hope, dat is, lijdtsamige verwachtinge door Christum.
margenoot5
Namel. die namaels in ons sal geopenbaert worden. Rom. 8.18.
margenoote
Iac. 1.3.
margenoot6
D. wy verheugen ons selfs daer in, ende trotsen tegen de selve om de versekertheydt die wy hebben van de goede uytkomste van die. Rom. 8.34, etc.
margenoot7
Niet dat de verdruckinge dat doet door hare natuere, maer om dat Christus de geloovige door sijnen Geest daer tegen sterckt. Ioan. 16.33. Rom. 8.37.
margenoot8
Ofte, ervaringe, ofte, beproevinge. Namel. van Christi hulpe ende trouwe in het volbrengen van sijne belofte, daer mede hy ons heeft belooft in sulcke swarigheydt by te staen. Ioan. 14. versen 17, 18. 2.Corinth. 1. verssen 5, 6.
margenoot9
N. dat oock de vervulllinge van alle andere beloften, ende insonderheyt van de eeuwige saligheyt, daer op volgen sal, gelijck wy de vervullinge van dese belofte hier in bevinden ende gevoelen.
margenoot10
D. en mist noch en bedrieght niet. Want als wy yet verwachten, ofte tot roemens toe hopen, dat ons daer nae mist, soo worden wy daer over by ons selven bedroeft ende by andere beschaemt.
margenoot11
N. waer mede hy ons in Christo Iesu lief heeft, gelijck uytgedruckt wordt vers 8. het welck ons in den tijt van verdruckinge meest troost ende versterckt. Rom. 8. versen 38, 39.
margenoot12
D. overvloedelick betuyght. Rom. 8.16.
margenoot13
N. tot een vertrooster in ons gemoet, ende een onderpandt van onse erve. Ioan. 14. versen 16, 17. 2.Corinth. 1.22. Ephes. 1.13. Ende dit is het eerste fondament, waerom de hope niet en beschaemt, om dat de Heylige Geest hier in niet en kan liegen.
margenootf
Ephes. 2.1. Coloss. 2.13. Hebr. 9.15. 1.Petr. 3.18.
margenoot14
Dit is het ander fondament onser hope, de versekerheydt der liefde Christi tegen ons, die ons met Godt versoent heeft doe wy noch vremt van hem waren, veel meer dan ons behouden sal, na dat wy nu sijne vrienden door het geloove geworden zijn.
margenoot15
Ofte, onmachtig, Namel. om ons selven te verlossen, als overwonnen van de sonde gelijck van een doodelicke sieckte.
margenoot16
Ofte, ter rechter, ofte bequamer tijdt. dat is, in den tijdt van Godt bestemt. Galat. 4.4.
margenoot17
Dat is, die in haer selven sondaers waren, ende door hare sonden Godts toorne meer en meer over haer verweckten.
margenoot18
Ofte, nuttigen, dat is, die hem ofte andere dienstigh ende nuttigh is.
margenoot19
Dit segt de Apostel, om dat, insonderheyt in de Romeynsche Historien, hoe wel seer weynige, nochtans eenige worden gevonden, die haer in den doodt hebben begeven, om hare vrienden ende mede-burgers te verlossen van swarigheyt: maer niemandt van die en is voor sijne vyanden gestorven, gelijck Christus gedaen heeft.
margenoot20
Gr. durven.
margenoot21
Ofte, recommandeert, aenprijst.
margenootg
Hebr. 9.15. 1.Petr. 3.18.
margenoot22
D. als de sonde over ons noch hare heerschappye hadde. Ioan. 9.31. Rom. 6. versen 17, 19, 20.
margenoot23
Gr. in sijn bloedt, dat is, door sijne gehoorsaemheydt tot den dood des cruyces. Philip. 2.8. welcke is de bewegende oorsake, waerom ons Godt rechtveerdight, ende daer het geloove op steunt. Rom. 3.25.
margenoot24
D. van de straffe des toekomenden oordeels. 1.Thess. 1.10. het welck oock de dagh des toorns genaemt wort, Rom. 2.5.
margenoot25
N. om de sonde die in ons was, welck Godt haet, ende vyandschap is tegen Godt. Rom. 8.7. Andersins heeft hy geseght dat Godt ons lief gehadt heeft, doe wy noch sondaers waren, vers 8. Namel. ten aensien dat wy van hem uytverkoren ende Christo om te verlossen gegeven waren. Ioan. 17.2, 6. Rom. 9.13.
margenoot26
Gr. in sijn leven. D. door hem die nu leeft, ende sit ter rechter hant Godts, aldaer voor ons bidt, ende alle dingen sich heeft onderworpen. Rom. 8.34. Ephe. 1. versen 20, 21, 22, etc. Hebr. 9.24.
margenoot27
N. hier van, dat wy nu versoent zijnde oock sullen behouden worden van den toe-komenden toorn. Vers 9. ende 10. ende dat Godt onse Godt is ende eeuwelick sal blijven.
margenoot28
In de volgende verssen verklaert de Apostel hoe wy door Christum gerechtveerdight zijn met eene tegenstellinge van Adam ende sijne ongehoorsaemheydt, door welcke de doodt door-gedrongen is over alle menschen. Versen 12, 13, 14. ende daer nae hoe Christi gehoorsaemheyt ons daer tegen tot rechtveerdigheydt streckt. Versen 15, 16, 17, 18, 19. door Godts toerekeninge. Ende dat het daerom niet ongerijmt en is, dat wy alle door eenes menschen gehoorsaemheyd gerechtveerdigt worden, alsoo wy alle door eenes menschen onghehoorsaemheydt tot sondaers gestelt zijn.
margenooth
Genes. 3.6. 1.Corinth. 15.21.
margenoot29
Namel. Adam. 1.Corinth. 15.21. waeronder oock Eva begrepen is, alsoo dese twee een vleesch waren, ende een gemeene stamme van het geheel menschelick geslachte. Ephes. 5.31. 1.Timot. 2.14.
margenooti
Genes. 2.17. Rom. 6.23.
margenoot30
Namel. eenen mensche, gelijck dit Griecksch woordeken epi, voor in oock elders wort genomen, Marc. 2.4. Hebr. 9.17, etc. ende dit woordeken in van Paulo oock over dese sake gebruyckt wordt. 1.Corinth. 15.22. Ofte, voor soo veel, ofte, om dat’se alle gesondight hebben, ende dat brenght oock noodtsakelick den selven sin mede, want alle menschen die sterven en hebben in haer selven geen dadelicke sonden begaen, gelijck blijckt in de onmondige kinderen, welcker vele sterven in hare onmondigheydt, ende derhalven moeten gesondight hebben in desen eenen mensche, in wiens lendenen sy waren: gelijck Levi geseght wort tiende gegeven te hebben, zijnde in de lendenen Abrahams. Hebr. 7.9. Siet hier van breeder verklaringe in de volgende verssen, ende Iob. 14.4. Psal. 51.7. Ioan. 3. versen 5, 6. Ephes. 2.3, etc.
margenoot31
N. alsoo is oock door eenen mensche Iesum Cristum de gerechtheydt ende het leven over alle geloovige gekomen. gelijck Paulus besluyt verssen 18, 19.
margenoot32
Namel. van Mose gegeven.
margenoot33
D. was oock in de werelt, gelijck uyt de doodt blijckt, vers 14. die de besoldinge der sonde is. Rom. 6.23.
margenoot34
D. niet voor sonde gehouden, ofte gerekent.
margenoot35
Waer uyt de Apostel besluyten wil, datter dan een ander Wet is geweest, door welcker overtredinge alle menschen oock in dien tijt sondaers geweest zijn: ende dat niet alleen de Wet der Natuere, die de onmondige kinderen niet en hebben overtreden, maer de Wet die Godt aen den eersten mensche hadde gegeven, welckers overtredinge aen allen, oock selfs aen de onmondige kinderen is toe-gerekent, gelijck het volgende vers mede-brenght.
margenoot36
Namel. niet alleen de geestelicke ende eeuwige doot, maer oock de lichamelicke, van welcke hy in dit vers insonderheydt spreeckt, om dat die voor allen blijckelick was. Rom. 8.10. 1.Corinth. 15.22.
margenoot37
D. de onmondige kinderen, die noch geen dadelicke sonden tegen de Wet Godts en hebben begaen, gelijck Adam ende alle volwassene nae hem gedaen hebben, ende die evenwel sterven. Waer uyt dan blijckt dat’se met de erf-sonde besmet zijn.
margenoot38
D. een gelijck exemplaer. Namel dat gelijck Adam, de gene die van hem natuerlicker wijse geboren zijn, in hem ende door hem tot sondaers gestelt heeft, also oock Christus alle die door hem overnatuerelicker wijse herboren worden, in hem ende door hem tot rechtveerdige stelt, gelijck de volgende verklaringe bewijst.
margenoot39
D. Christi des beloofden zaets, dat den Satan den kop soude vertreden, Genes. 3.15. op welcke belofte de Apostel hier schijnt te sien. Want aldaer wordt den tweeden Adam belooft, soo haest den eersten was gevallen.
margenoot40
Ofte, val, afval: dat is, de sonde Adams, die in dit capittel meermaels met dit woordt genaemt wordt.
margenoot41
D. de weldaet, die ons door Christum is verkregen ende wordt geschonken.
margenoot42
D. niet alleen hy selve, maer andere vele, namelick alle die van hem nae de natuere gekomen zijn.
margenoot43
D. de barmhertigheydt ende onverdiende gunste Godts.
margenoot44
D. de gerechtigheydt Christi, die ons van Godt uyt genade door het geloove wordt toe-gerekent.
margenoot45
D. krachtiger ende menighvuldiger. Een gelijckenisse genomen van ’t water dat het vyer door sijn kracht ofte vloet uytbluscht, dat alsoo oock de kracht ende overvloedt van Christi gerechtigheydt de sonde ende schult uytbluscht.
margenoot46
D. alle die hem door het geloove worden ingelijft.
margenoot47
Namel. Adam, als voren.
margenoot48
Ofte, oordeel, dat is, schult, gelijck 1.Timot. 5.12. Namel. waer door wy om de sonde voor Godts oordeel des tijdtlicken ende eeuwigen doodts schuldigh zijn, gelijck uyt het volgende blijckt.
margenoot49
Namel. voor de gene die door het geloove in Christum van desen verdoemelicke staet niet verlost en worden.
margenoot50
Namel. der gene die dese gemeene sonde met vele bysondere sonden hebben verswaert, gelijck alle menschen doen die tot hare jaren gekomen zijn.
margenoot51
Namel. eesten Adam, als voren.
margenoot52
Ofte, aen-nemen. Namel. door den waren geloove. Ioan. 1.12.
margenoot53
D. deses geestelicken levens deelachtigh zijnde de overhandt hebben over de sonde ende schult der selve. Gal. 2. verssen 19, 20. Ephes. 2. versen 5, 6. ende hier nae des eeuwigen levens deelachtig worden, gelijck vers 21 naeder verklaert wordt.
margenoot54
D. haer in sulcken staet gebracht, daer in sy voor Godt verdoemelick zijn. Rom. 3.19. Ephes. 2. versen 1, 3.
margenoot55
Gr. dikaioma. alsoo noemt hy de gehoorsaemheydt Christi, om dat sy de kracht heeft om oock andere te rechtveerdigen, gelijck het Gr. woordt hier mede brenght: ende wordt gestelt tegen de overtredinge Adams, in welcke oock de kracht was om andere tot sondaers te maken. Vers 19.
margenoot56
N. die in hem gelooven: ofte, die dese gave aen-nemen. Vers 17.
margenoot57
Hier besluyt d’Apostel de gelijckenisse van Adam ende van Christus: namelick, dat gelijck de ongehoorsaemheyt Adams ons toe-gerekent wordt tot schult der verdoemenisse, alsoo Christi gehoorsaemheydt ons toe-gerekent wort tot ontslaginge van die schult. Het is wel waer dat gelijck wy door Adams eerste misdaet niet alleen schuldigh zijn geworden aen de selve, ende aen de straffe van dien, maer oock onse natuere daer door verdorven is geworden, dat alsoo wy door Christi gehoorsaemheyt niet alleen van de straffe verlost zijn, maer oock door de kracht der selve van sijnen Geest in ons gemoet vernieuwt ende gheheylight worden: doch daer van en heeft de Apostel tot noch toe niet gesproken, maer begint daer van te spreken in het volgende. Ende dese vernieuwinge is in dit leven oock geheel onvolmaeckt, gelijck hy met sijn eygen exempel sal bewijsen in ’t 7. capit. soo dat wy daer door voor Godt niet en konnen rechtveerdigh gestelt worden.
margenootk
Ioan. 15.22. Rom. 4.15. ende 7.8. Galat. 3.19.
margenoot58
Hier beantwoort den Apostel dese tegen-werpinge: Indien wy door de gerechtigheyt Christi alleen tot rechtveerdige gestelt worden, waer toe is dan de Wet den Israeliten door Mosem gegeven? ende verklaert dat de Wet niet en is gegeven om gerechtveerdigt te worden door haer, maer op dat de sonde, ende de straffe die wy van wegen de sonde schuldigh zijn, te beter soude bekent worden: ende dat also de genade Godts in Christo, die ons niet tegenstaende de swaerheydt onser sonden, rechtveerdight, te meerder soude geacht worden, ende wy te vlijtiger onsen toe-vlucht tot de selve souden nemen. Siet Galat. 3.19.
margenoot59
N. boven de schult die wy van natuere onderworpen waren: ofte, boven de belofte, die alreede aen Abraham gedaen was, waer van in ’t voorgaende cap. ende Galat. 3.17. gesproken wort.
margenoot60
D. te blijcklijcker, ende oock te stercker, niet door de schult van de Wet, maer van onse verdorvene natuere, die altijt strevelt tegen het gene haer verboden is. Rom. 7. versen 5, 8.
margenootl
Luc. 7.47.
margenoot61
Siet de aenteeck. op het 15. vers.
margenoot62
D. de overhant over ons gehadt heeft, ofte ons sijne macht heeft onder worpen.
margenoot63
Gr. in de doodt, Namel. de tijdtlicke ende eeuwige doot, gelijck blijckt uyt de volgende tegenstellinge.
margenoot64
N. Godts over ons.
margenoot65
N. die ons van hem door het geloove is geschonken.
margenoot66
N. het welck hier in ons begint, ende naemaels ten vollen over ons sal geopenbaert worden. Ioan. 11. versen 25, 26. Coloss. 3. versen 3, 4.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken