Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637) (2008)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.00 MB)

ebook (11.07 MB)

XML (23.68 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)

(2008)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het viij. Capittel.

1 Paulus stelt den Corintheren voor het exempel der Gemeynten van Macedonien, die een milde handreyckinge gedaen hadden voor de arme geloovige te Ierusalem. 6 ende verklaert dat hy Tito bevel gegeven hadde om diergelijcke oock by haer te bevoorderen. 9 Stelt oock haer voor het exempel Christi, die arm geworden is, om ons door sijne armoede rijck te maken. 10 ende vermaent haer nu wel te voleyndigen ’t gene sy over een jaer wel hadden begonnen. 13 Doch niet alsoo dat sy haer selven souden benauwen, om andere te verlichten, maer om uyt haren overvloet het gebreck der andere te vervullen. 15 gelijck in het versamelen van het Manna geschiet was. 16 Betuyght voorder dat Titus om sulcks over te brenghen tot haer gereyst was. 18 met noch een ander broeder die van de Gemeynten daer toe was vercoren. 20 om alle opsprake voor te komen. 22 ende noch een derde, wiens getrouwicheyt nu meermaels was beproeft, soo wel by hem als by de Gemeynten.

1

VOorts maecken wy u bekent, broeders, Ga naar margenoot1 de genade Gods die Ga naar margenoot2 in de Gemeynten van Macedonien gegeven is:

2

Dat in vele beproevinge der verdruckinge Ga naar margenoot3 de overvloedt harer blijdschap, ende Ga naar margenoot4 hare zeer diepe armoede overvloedich geweest is Ga naar margenoot5 tot den rijckdom harer Ga naar margenoot6 goetdadicheyt.

3

Want sy zijn na vermogen (ick betuyge’t) ja boven vermogen gewillich geweest.

4

Ga naar margenoota Ons met vele Ga naar margenoot7 vermaninge biddende dat wy wilden Ga naar margenoot8 aennemen Ga naar margenoot9 de gave ende Ga naar margenoot10 de gemeynschap deser bedieninge, die voor Ga naar margenoot11 de heylige geschiet.

5

Ende [deden] Ga naar margenoot12 niet [alleen] gelijck wy gehoopt hadden, maer Ga naar margenoot13 gaven haer selven eerst aen den Heere, ende [daer na] aen ons, door den wille Godts.

6

Also dat wy Titum vermaenden, dat gelijck hy te voren Ga naar margenoot14 begonnen hadde, hy oock also noch Ga naar margenoot15 dese gave by u Ga naar margenoot16 voleynden soude.

7

So dan gelijck ghy in alles overvloedich zijt, in geloove, ende in woort, ende in kennisse, ende in alle neersticheyt, ende in uwe liefde tot ons, siet dat ghy oock in dese gave overvloedich zijt.

8

Ick en segge [dit] niet Ga naar margenoot17 [als] gebiedende, maer [als] Ga naar margenoot18 door de neersticheyt van andere oock de oprechticheyt uwer liefde beproevende.

9

Want ghy wetet de genade onses Heeren Iesu Christi, Ga naar margenootb dat hy om uwent wille Ga naar margenoot19 is arm geworden, Ga naar margenoot20 daer hy rijck was, op dat ghy door sijne armoede soudet Ga naar margenoot21 rijck worden.

10

Ende Ga naar margenoot22 ick segge in desen [mijne] meyninge. Want dit is u oorbaer, als die niet alleen het doen, maer oock Ga naar margenoot23 het willen van over een jaer te voren hebt begonnen.

[Folio 101v]
[fol. 101v]

11

Maer nu voleyndicht oock het doen: op dat gelijck als’er geweest is de volveerdicheyt des gemoets om te willen, daer oock alsoo zy het voleyndigen Ga naar margenoot24 uyt het gene dat ghy hebt.

12

Ga naar margenootc Want indien te voren de volveerdicheyt des gemoets daer is, Ga naar margenootd so is yemant Ga naar margenoot25 aengenaem na ’t gene dat hy heeft, niet na ’tgene dat hy niet en heeft.

13

Want [dit en segge ick] niet op dat andere souden verlichtinge hebben, ende ghy Ga naar margenoot26 verdruckinge:

14

Maer [op dat] uyt gelijckheyt, in desen tegenwoordigen tijdt, uwen overvloet [zy] om haer gebreck [te vervullen]: Ga naar margenoot27 op dat oock haren overvloedt zy om uw’ gebreck [te vervullen], Ga naar margenoot28 op datter gelijckheyt worde.

15

Gelijck Ga naar margenoot29 geschreven is, Ga naar margenoote Die veel [versamelt hadde], en hadde niet over: ende die weynich [versamelt hadde], en hadde niet te weynich.

16

Doch Gode zy danck, die Ga naar margenoot30 deselve neersticheyt voor u in het herte Titi gegeven heeft,

17

Dat hy de vermaninge heeft aengenomen, ende zeer neerstigh zijnde gewilligh tot u Ga naar margenoot31 gereyst is.

18

Ende wy hebben oock met hem gesonden Ga naar margenoot32 den broeder, die lof heeft in den Euangelio door alle de Gemeynten.

19

Ende dat niet alleen, maer hy is oock Ga naar margenoot33 van de Gemeynten vercoren om met ons te reysen Ga naar margenoot34 met dese gave, die van ons bedient wort tot de heerlickheyt des Heeren selve, ende Ga naar margenoot35 de volveerdicheyt uwes gemoets.

20

Ga naar margenoot36 Dit verhoedende, dat ons niemandt en moge Ga naar margenoot37 lasteren in desen overvloedt, die van ons wort bedient:

21

Ga naar margenootf Als die besorgen ’tgene eerlijck is, niet alleen voor den Heere, maer oock voor de menschen.

22

Wy hebben oock met haer gesonden Ga naar margenoot38 onsen broeder, welcken wy in vele dingen dickmael beproeft hebben dat hy neerstigh is: ende nu veel neerstiger door het groot vertrouwen Ga naar margenoot39 dat [hy heeft] tot u lieden.

23

Het zy [dan] Ga naar margenoot40 Titus, hy is mijn medegesel, ende mede-arbeyder by u: het zy Ga naar margenoot41 onse broeders, zy zijn Ga naar margenoot42 afgesanten der Gemeynten, [ende] Ga naar margenoot43 een eere Christi.

24

Bewijst dan aen haer de bewijsinge uwer liefde, ende onses roems van u, oock Ga naar margenoot44 voor het aengesicht der Gemeynten.

margenoot1
D. de weldadigheyt door de ghenade Godts, die hare herten beweeght heeft om soo milden handreyckinge te doen aen de arme te Ierusalem, ghelijck het volgende vers verklaert.
margenoot2
Ofte, door.
margenoot3
N. spruytende uyt het geloove in Christum, niet tegenstaende alle verdruckinge. Siet Rom. 5.3.
margenoot4
D. hoe wel sy door de groote verdruckingen tot de uyterste armoede schenen gekomen te zijn, nochtans zijn sy overvloedigh geweest in’t geven.
margenoot5
D. tot overvloedige mildicheyt, ghelijck het volgende vers uytwijst.
margenoot6
Ofte, eenvoudigheyt, oprechtigheyt. N. in’t geven.
margenoota
Actor. 11.29. Rom. 15.26. 1.Corinth. 16.2. 2.Corinth. 9.1.
margenoot7
Ofte, vertroostinge.
margenoot8
D. op ons nemen.
margenoot9
Gr. de genade. dat is, de goetwillige gave.
margenoot10
Dat is, de sorghe om die collecte wel te bestellen, ende te rechter-handt te doen komen, als een teecken van hare gemeynschap met deselve.
margenoot11
Namel. te Ierusalem. Siet 1.Cor. 16. versen 3, 4. Rom. 15.26.
margenoot12
D. deden meer als wy gehoopt ofte verwacht hadden.
margenoot13
Namel. noch vlijtelicker ende overvloediger.
margenoot14
N. u lieden tot alle geestelicke deugden te verwecken, gelijck in het volgende vers verklaert wort.
margenoot15
Gr. genade, dat is, dese gifte der weldadigheydt, gelijck versen 1, 7, 19.
margenoot16
D. tot een goet eynde soude brengen.
margenoot17
Gr. nae bevel.
margenoot18
D. door het exempel der neerstigheyt ende mildigheyt van de Gemeynten in Macedonien.
margenootb
Luc. 9.58.
margenoot19
Namel. wanneer hy hem selven heeft vernietight de gedaente eenes dienstknechts aennemende. Philip. 2.5, etc.
margenoot20
Namel. een heere van alle dingen. Siet Hebr. 1.2.
margenoot21
D. aller sijner geestelicke ende hemelsche goederen deelachtigh worden. 1.Corinth. 1.30.
margenoot22
Gr. ick geve: gelijck 1.Corinth. 7.25.
margenoot23
D. het doen met vlijtigheydt ende gewilligheydt: Want dat is meer als alleen willen, ofte alleen doen.
margenoot24
D. nae de mate van het gene dat ghy hebt.
margenootc
Marc. 12.43. Luc. 21.3.
margenootd
Prov. 3.28. 1.Petr. 4.10.
margenoot25
N. Gode, in het uytdeelen van sijne gaven. Siet Marc. 12.43. 2.Cor. 9.7.
margenoot26
D. op dat andere souden overvloet door uwe gaven verkrijgen, ende ghy gebreck hebben, ofte u te zeer benauwen.
margenoot27
N. wannneer ghy in den tijt der vervolginghe, ofte andersins, hare hulpe oock soudt moghen van doen hebben. Andere nement van den overvloedt der geestelicke gaven, die die van Ierusalem den Heydenen te vlijtelicker ende te bequamer souden mede-deelen, wanneer sy om den tijdtlicken leeftocht haer niet en souden moeten bekommeren.
margenoot28
N. in het geven ofte ontfangen nae den noodt ende overvloet van een yeder. Ofte, op dat het een lidt niet te seer en overvloeye, ende het ander niet te benauwt en zy: het welck met het volgende vers wel so wel over een komt.
margenoot29
N. Exod. 16.18. in ’t versamelen van ’t Manna. Want die veel versamelt hadden, en namen daer uyt maer elck een gomer tot haren leeftocht, die weynigh, vervulden dat selve gomer uyt het gene van andere versamelt was, dat yemandt meer te huys bracht, verderf ende ginck verloren.
margenoote
Exod. 16.18.
margenoot30
D. dese sorghvuldigheyt om u oock hier toe te vermanen ende bewegen, gelijck het volgende vers verklaert.
margenoot31
Gr. uytgegaen.
margenoot32
Desen meynen vele oude Leeraers dat Lucas soude geweest zijn, die het Euangelium Christi beschreven heeft: maer alsoo hier niet van het Euangelium te beschrijven, maer van het selve te prediken, gesproken wordt, soo is dat onseker: gelijck oock dat het Barnabas soude zijn.
margenoot33
Het Grieckx woordt beteeckent eygentlick eene verkiesinge die met opstekinge ofte uytreyckinge der handen geschiet: alsoo dat Paulus niet alleen selve desen hier toe en hadde geordineert, maer oock de Gemeynten van Macedonien. Siet van dit woort oock Actor. 14.23.
margenoot34
D. weldaet, gifte, weldadige handtreyckinge, gelijck meermaels te voren.
margenoot35
D. tot een bewijs van uwe goetwilligheyt ende mildadicheyt.
margenoot36
N. door het byvoegen van andere, die desen last nevens ons hebben aengenomen, gelijck het volgende verklaert
margenoot37
Ofte, berispen, met quaet achterdencken beswaren, soo wy soodanige overvloedighe aelmoesse alleen hadden overgebracht, het welck van de valsche Apostelen, ende andere vyanden des Euangeliums, lichtelick hadde konnen geschieden.
margenootf
Rom. 12.17.
margenoot38
Dese meynen sommige dat Apollos geweest soude zijn. Doch is oock onseker.
margenoot39
Ofte, dat wy hebben.
margenoot40
Gr. van Titus, dat is, wilmen weten wie Titus is.
margenoot41
N. die van de Gemeynten van Macedonien nevens Titum hier toe zijn verkoren, waer van hy gesproken hadde vers 18, 22.
margenoot42
Gr. Apostelen, gelijck dit woort oock voor allerley Leeraers ende Gesanten somwijlen genomen wordt. Siet Rom. 16.7.
margenoot43
Gr. een heerlickheyt Christi, D. sulcke persoonen waer door de eere Christi sonderlinge wordt gevoordert.
margenoot44
D. als die tot getuyghen van dese uwe liefde ende weldadigheydt sult hebben alle de Gemeynten die daer van kennisse sullen krijgen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken