Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637) (2008)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.00 MB)

ebook (11.07 MB)

XML (23.68 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)

(2008)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[Folio 108v]
[fol. 108v]

De Sendt-brief des Apostels PAULI Aen die van EPHESEN.

Inhoudt van desen Sendt-brief.

ALSO den Apostel Paulus tot Ephesen, welcke de hooft-stadt was van kleyn Asien, eerst hadde ghepredickt Actor. 18.19. ende daer nae weder-gekeert zijnde, dry jaeren lanck in de selve Stadt ende daer ontrent het Euangelium bevestight ende verbreydt hadde, gelijck te sien is Actor. 19. ende Capit. 20. vers 31. ende in dien tijdt een schoone Gemeynte aldaer geplant hadde, welcker Leeraren ende Ouderlingen hy in sijne laetste reyse nae Ierusalem by een geroepen, ende gewaerschouwt hadde voor de gene die verkeerde leeringhen souden soecken in te voeren, om de Discipelen CHRISTI achter haer te trecken, Act. 20.29, etc. so heeft hy daer nae, tot Roomen gevangen zijnde, Ephes. 3.1. ende 6.20. noodigh geacht haer inde aengenomene waerheyt door desen brief te verstercken, insonderheydt tegen de sulcke die de ghenade IESU CHRISTI te kort deden. Hierom na de Apostolische groete, begrepen in de twee eerste versen van ’t 1. Capit. verhaelt hy met een seer verhevene wijse van schrijven alle de weldaden die de geloovighe, volgens Godts eeuwigh voornemen in CHRISTO, oock in der tijdt ontfangen hebben, tot het 15 vers van ’t selve Capit. ende doetter by in ’t overige deel des Capittels een ernstigh gebedt tot Godt, dat sy inde erkentenisse van dese soo groote genade, ende van de krachtige werckinge CHRISTI, nu in heerlijckheyt ter rechter-handt sijns Vaders geseten zijnde, meer ende meer mochten worden gesterckt. Hy stelt haer voorders in het tweede Cap. voor oogen den elendigen staet daer sy te voren als Heydenen in waren, buyten het verbondt Godts, ende sonder hope der saligheyt, ende verklaert dat sy alleen door den doodt CHRISTI daer van zijn verlost, ende alleen door het geloove in CHRISTUM, die den tusschenmuer der VVet heeft wech genomen, nu mede-erfgenamen des verbondts zijn geworden. In ’t derde Capit. verheft hy de verborgentheydt deser Leere vande roepinge der Heydenen tot de gemeynschap CHRISTI, sonder aen de Ceremonien verbonden te zijn: ende betuyght dat die van eeuwigheydt was verswegen, maer nu door de Propheten ende Apostelen soo naeckt geopenbaert, dat oock de Engelen in den Hemel haer daer over verwonderen, tot het 14 vers toe. ende bidt daerom op een nieuw tot het eynde van ’t Capittel, dat sy met de kracht des Geests Godts mogen versterckt worden om dese genade CHRISTI, meer ende meer in haer te gevoelen. In ’t 4 Capit. ende volgens stelt hy eenige gemeyne vermaningen tot eenen Christelicken wandel, ende vooral vermaent hy haer tot eenigheyt ende stantvastigheyt in dese Leere. Om welcke eenigheyt, tegen alle dwalingen te bevoorderen, CHRISTUS nu ten hemel gevaren zijnde, verscheyden ampten in sijne Gemeynte heeft verordineert: ende dit doet hy tot het 17 vers toe. Daer nae vermaent hy haer tot af-legginge des ouden mensches met alle sijne quade begeerten, ende aendoen des nieuwen mensches met alle sijne deughden, van daer voort tot het 22 vers van ’t 5 Cap. Van waer hy komt tot de besondere plichten. ende eerste van vrouwe ende man inden houwelicken staet, die hy verklaert met het exempel CHRISTI ende sijner gemeynte tot het eynde van’t 5 Cap. daer na van kinderen ende ouderen, mitsgaders van dienst-knechten ende heeren, tot het 10 vers van ’t 6 Capit. ende wapentse eyndelick met de gantsche wapen Godts, haer vermanende tot waken inden gebede, niet alleen voor haer selven, maer oock voor alle heylige, ende besonderlick voor hem in sijne banden, van welcke haer Tychicus, die desen brief bracht, naerder bescheet doen soude. VVaer na hy den brief besluyt inde 2 laetste versen met eenen wensch van vrede ende genade, ende van geloove ende liefde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken