Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637) (2008)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.00 MB)

ebook (11.07 MB)

XML (23.68 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)

(2008)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het iij. Capittel.

1 Paulus betuyght dat hy gevangen was om sijne stantvastigheyt in de Leere van de genadige roepinge der Heydenen. 3 welcke hy door bysondere openbaringe Godts hadde. 5 ende dat die in de voorgaende eeuwen den menschen op sulcker wyse noyt en was bekent gemaeckt. 7 Dat hy tot een dienaer des Euangeliums was gestelt, om de selve Leere onder de Heydenen te verkondigen. 10 ende door de Gemeynte de veelvoudige wijsheydt Godts bekent te maken, selfs den Engelen in den hemel. 13 Vermaent haer dat sy in sijne verdruckingen niet en vertragen. 14 ende bidt Godt dat hy haer meer ende meer verstercke. 17 op dat Christus door het geloove in hare herten woone. 18 ende sy de breette, lenghte, diepte, ende hooghte deser genade ende der liefde Christi mogen begrijpen. 20 ende besluyt met eene danck-segginge tot Godt.

1

OM dese oorsaecke [ben] ick Paulus Ga naar margenoota de gevangen Ga naar margenoot1 Christi Iesu Ga naar margenoot2 voor u die ghy Heydenen zijt:

2

Indien ghy maer gehoort hebt van Ga naar margenoot3 de bedeelinge Ga naar margenootb Ga naar margenoot4 der genade Godts, Ga naar margenootc die my gegeven is Ga naar margenoot5 aen u:

3

Dat hy my Ga naar margenootd door openbaringe heeft bekent gemaeckt Ga naar margenoote Ga naar margenoot6 dese verborgentheyt, (gelijck ick met weynige [woorden] Ga naar margenoot7 te voren geschreven hebbe:

4

Waer aen ghy [dit] lesende condt bemercken Ga naar margenoot8 mijne wetenschap in dese verborgentheyt Christi.)

5

Ga naar margenoot9 Welcke in andere Ga naar margenoot10 eeuwen den kinderen der menschen niet en is bekent gemaeckt, Ga naar margenootf Ga naar margenoot11 gelijck’se nu is gheopenbaert sijne heylige Apostelen Ga naar margenoot12 ende Propheten, door den Geest:

6

[Namelijck] dat de Heydenen zijn Ga naar margenoot13 mede-erfgenamen, ende van ’t selve lichaem, ende mede deel-genooten sijner belofte in Christo door het Euangelium:

7

Waer van ick een dienaer geworden ben, na de gave der genade Godts, die my gegeven is Ga naar margenootg Ga naar margenoot14 na de werckinge sijner cracht.

8

My Ga naar margenooth Ga naar margenoot15 de aller minste van alle de heylige is dese genade gegeven, om Ga naar margenooti onder de Heydenen door het Euangelium te vercondigen Ga naar margenoot16 den on-naspeurlicken rijckdom Christi,

9

Ende alle Ga naar margenoot17 te verlichten, [datse mogen verstaen] welcke de gemeynschap Ga naar margenootk der verborgentheyt zy die van [alle] eeuwen verborgen is geweest Ga naar margenoot18 in Gode, welcke Ga naar margenoot19 alle dingen Ga naar margenootl geschapen heeft door Iesum Christum.

10

Ga naar margenootm Op dat nu Ga naar margenoot20 door de Gemeynte bekent gemaeckt worde Ga naar margenoot21 den Overheden ende den Machten Ga naar margenoot22 inden Hemel de veelvuldige wijsheyt Godts:

11

Ga naar margenoot23 Na het eeuwige voornemen, dat hy gemaeckt heeft in Christo Iesu onsen Heere:

12

Ga naar margenootn Ga naar margenoot24 In den welcken wy hebben Ga naar margenoot25 de vrymoedicheyt, ende Ga naar margenoot26 den toeganck Ga naar margenoot27 met vertrouwen door het geloove Ga naar margenoot28 aen hem.

13

Ga naar margenooto Daerom bidde ick, dat ghy niet en Ga naar margenoot29 vertraegt in mijne verdruckingen Ga naar margenootp Ga naar margenoot30 voor u, Ga naar margenoot31 ’t welck is uwe heerlickheyt.

14

Om dese oorsaecke buyge ick mijne knyen tot Ga naar margenoot32 den Vader onses Heeren Iesu Christi,

15

Ga naar margenoot33 Uyt welcken Ga naar margenoot34 al het geslachte Ga naar margenoot35 inde hemelen ende op de aerde Ga naar margenoot36 genaemt wort,

16

Op dat hy u geve, na den rijckdom sijner heerlicheyt, met cracht Ga naar margenootq versterckt te worden door sijnen Geest in den Ga naar margenoot37 inwendigen mensche:

17

Op dat Christus door het geloove Ga naar margenoot38 in uwe herten woone, ende ghy in Ga naar margenoot39 de liefde Ga naar margenootr Ga naar margenoot40 gewortelt, ende gegrondet zijt:

18

Op dat ghy ten vollen condet begrijpen met alle de heylige, welcke Ga naar margenoot41 de breedte, ende lenghte, ende diepte, ende hooghte zy,

19

Ende bekennen de liefde Christi, die Ga naar margenoot42 de kennisse te boven gaet, op dat ghy vervult wort tot alle Ga naar margenoot43 de volheyt Godts.

20

Ga naar margenoots Hem nu die machtigh is, meer als overvloedelijck te doen boven al dat wy bidden ofte dencken, na de cracht Ga naar margenoot44 die in ons werckt,

[Folio 110v]
[fol. 110v]

21

Hem, [segge ick], zy de heerlickheyt Ga naar margenoot45 in de Gemeynte, door Christum Ga naar margenoot46 in alle geslachten Ga naar margenoot47 tot alle eeuwicheyt, Amen.

margenoota
Actor. 21.33. Ephes. 4.1. Phil. 1.7, 13, 14, 16. Coloss. 4.3. 2.Timot. 1.8. Philem. vers 1.
margenoot1
D. om de saecke Christi: ofte, om Christi wille, gelijck hy hem selven desen tijtel oock geeft, 2.Timot. 1.8. ende Philem. vers 1.
margenoot2
D. om dat ick u Heydenen Christum tot nu toe hebbe gepredickt, ende noch selfs in dese mijne banden predike, niet tegenstaende de Ioden daer over tegen my alsoo zijn verbittert, ende my in de handen der ongeloovige hebben overgegeven. Actor. 21. cap. Ofte oock, om u door mijn exempel ende lijdtsaemheyt in de waerheydt deser leere te verstercken, gelijck hier na vers 13.
margenoot3
Siet vande cracht deses woordts hier voor de aenteeck. op cap. 1.10.
margenootb
Rom. 1.5.
margenoot4
D. mijner beroepinge uyt genade tot een Apostel. Waer van siet Actor. 9.15. ende 22.21, etc.
margenootc
Actor. 13.2. Ephes. 3.8.
margenoot5
Ofte, onder u. N. Heydenen. Actor. 26.17, 18.
margenootd
Actor. 22. versen 17, 21. ende 26.16, 17. Galat. 1. versen 11, 12.
margenoote
Rom. 16.25.
margenoot6
Namel. des Euangeliums Christi, ende voornamelick van de beroepinge der Heydenen, gelijck hier na wordt verhaelt. Waerom dit nu eene verborgenheyt genaemt wort, siet d’ aenteeck. cap. 1.9.
margenoot7
Namel. in de twee voorgaende capittelen, waer in de somma van de leere des Euangeliums van hem kortelick is voorgestelt.
margenoot8
Dat is, hoe volkomelick my de Heere sulcks heeft geopenbaert.
margenoot9
Namel. verborgentheyt, daer van gesproken is in het derde vers.
margenoot10
Ofte, geslachten, tijden. N. voor de komste Iesu Christi in den vleesche, ende sijne verheerlijckinge.
margenootf
Actor 10.28.
margenoot11
Dit woort betoont datter wel eenige openbaringen in het Oude Testament geschiet zijn aen de Propheten, van de beroepinge der Heydenen tot de gemeynschap des Messie, gelijck Paulus oock in den brief tot den Romeynen cap. 9. ende 10. ende 11. uyt de Wet ende de Propheten sulcx bewijst: maer dat sulcx noyt so klaer ende soo onderscheydelicken is geopenbaert als nu, ende insonderheydt dit stuck, dat de Heydenen tot de gemeynschap Christi souden werden beroepen, sonder dat sy aen de Besnijdenisse ende andere Ceremonien der Wet souden gehouden zijn: overmits meest alle de voorgaende voorseggingen der Propheten figuerlick zijn uytgesproken, ende alsoo schenen te luyden, dat de Heydenen tot de gemeynschap van de selve Ceremonien souden gebracht worden. Welcke voorseggingen door de Apostelen nu naerder ende naeckter zijn verklaert, ende betuyght dat sulcks niet vande uyterlicke Ceremonien, maer vande geestelicke gemeynschap aen den Godts-dienst der Ioden moet verstaen worden: gelijck Petrus door een gesichte van Christo is naerder onderricht. Actor. 10. versen 14, 15. ende gelijck de Apostelen oock gesamentlick dit hebben verklaert in hare Synode Actor. 15. cap.
margenoot12
Namel. des Nieuwen Testaments, die den geest der verklaringe van Godts woort extra-ordinaerlick hebben ontfangen, waer van siet 1.Corinth. 12.28. ende Ephes. 4.11.
margenoot13
Dit woort mede, siet hier op de Ioden die in Christum hebben gelooft, met welcke de geloovige Heydenen, sonder andere uyterlicke gemeynschap met de Ioden in hare Ceremonien te moeten houden, zijn erfgenamen der saligheyt, ende van het selve lichaem der Gemeynte Christi, ende deel-genooten der selver beloften van de vergevinge der sonden, van den Geest der wedergeboorte, ende aenneminge tot kinderen, etc. daer sy anders van te voren vremdt waren, ghelijck hier voor capit. 2.12. betuyght.
margenootg
Ephes. 1.19. Coloss. 2.12.
margenoot14
D. nae sijne krachtige werckinge, niet alleen daer mede ick ben beroepen, maer oock in mijnen dienst versterckt ende gesegent.
margenooth
1.Cor. 15.9. 1.Tim. 1.15.
margenoot15
Dit seght den Apostel ten aensien van sijnen staet voor sijne bekeeringe, doe hy een vervolger was van Christi Gemeynte. Siet 1.Cor. 15.9, 10. ende 1.Tim. 1.13.
margenooti
Act. 9.15. ende 13.2. ende 22.21. Galat. 1.16. ende 2.8. 1.Timoth. 2.7. 2.Timoth. 1.11.
margenoot16
D. den ondoorgrondelicken overvloedt der genade Christi. Een gelijckenisse genomen van ’t wilt, welckes voetstappen men dickmael niet en kan speuren om dat te volgen ende vinden, gelijc Rom. 11.33.
margenoot17
D. door de predicatie des Euangeliums hare oogen te openen, gelijck Christus tot Paulum spreeckt Act. 26.18.
margenootk
Rom. 16.25. Ephes. 1.9. Coloss. 1.26. 2.Tim. 1.10. Tit. 1.2. 1.Petr. 1.20.
margenoot18
D. in Godts raet ende voornemen, gelijck hier nae vers 11 wort verklaert.
margenoot19
D. alle volcken, so wel Heydenen als Ioden, ende wat haer aengaet. Waer uyt den Apostel wil besluyten, dat het dan gevoechlick was, dat niet alleen de Ioden, maer oock de Heydenen door Christum souden versoent ende vereenight worden. Siet Col. 1. versen 16, 17, 18. Andere nemen het van de tweede scheppinge, doch daer van heeft de Apostel te voren ghesproken.
margenootl
Genes. 1.3. Psal. 33.6. Ioan. 1.3. Coloss, 1.16. Hebr. 1.2.
margenootm
1.Petr. 1.12.
margenoot20
D. door den verscheydenen stant der Gemeynte onder het Oude ende Nieuwe Testament.
margenoot21
D. den Engelen, ghelijck hier voor cap. 1.21. ende Col. 1.16. alsoo genoemt, om dat Godt der selver dienst dickmael gebruyckt in de regeringe van landen ende Coninckrijcken. Dan. 4.13. ende 10.12. Want oock de Engelen selve dese veelvuldige wijsheyt Godts in de verscheydenheyt van de regeringe der Gemeynte, ende der weldaden die hy de geloovige door Christum doet, begeerich zijn te aenschouwen. 1.Petr. 1.12.
margenoot22
Gr. hemelsche, ofte in de overhemelsche. N. plaetsen.
margenoot23
Gr. na het voornemen der eeuwen. D. nae sijnen eeuwigen raedt ende besluyt. Siet cap. 1.4, etc.
margenootn
Ioan. 10.9. ende 14.6. Rom. 5.2. Ephes. 2.18. Hebr. 10.19.
margenoot24
N. Christo Iesu.
margenoot25
N. om Godt onsen Vader als kinderen aen te spreken, gelijck het Griecksch woordt parrhesia mede-brenght: ende om te roemen op de hope der heerlickheyt Godts. Rom. 5.2. ende 8.15, etc.
margenoot26
Ofte, toeleydinge, N. door den selven Geest, die ons als met de hant tot Godt leydt. Rom. 8.26.
margenoot27
N. des geloofs op Godt.
margenoot28
N. Christum. want door het geloove in Christum als onsen middelaer, gelooven ofte vertrouwen wy op Godt, ende hebben eenen vrymoedigen toeganck tot Godt. 1.Petr. 1.21. Gr. des selven.
margenooto
Phil. 1.14. 1.Thess. 3.3.
margenoot29
Het Griecksch woordt beteeckent eygentlick verergeren, ofte door eenich quaet verslappen. Siet Gal. 6.9. ende is een gelijckenisse genomen van de gene, die door eene yver den loop beginnen, ende eenige swaricheden voor haer siende, wijcken ofte vertragen, uyt vreese van daer in te vallen.
margenootp
Col. 1.24.
margenoot30
D. om uwent wille: ofte, om u een exempel van stantvasticheydt in den geloove te zijn. Siet d’aenteeckeninge op vers 1.
margenoot31
D. hier in bestaet uwe heerlickheyt, N. dat ghy niet en vertraeght, hoorende dese mijne verdruckingen.
margenoot32
Desen tytel geeft den Apostel hier aen Godt den Vader, om dat wy geenen toeganck en hebben tot hem dan door Christum. Siet Ioan. 14.6.
margenoot33
Dit kan van Godt den Vader, ofte oock van Christo verstaen worden.
margenoot34
Ofte, maechschap, gelijck Luc. 2.4. dat is, die van eenen vader afkomstich zijn, ende onder een hooft staen: gelijck de Gemeynte van Christo, ende door Christum, onder Godt als haren vader gestelt is, ende van hem alle geestlick leven ende welvaren ontfanght, ende een geestlick maechschap is.
margenoot35
D. der geloovigen, niet alleen die hier op aerden noch leven, maer oock welcker zielen in den hemel de aen-neminge tot kinderen alreede door Christum ende met Christo genieten. Siet 2.Corinth. 5.8. Phil. 1.23. hoe wel sommige dit oock tot de Engelen uytstrecken. Siet cap. 1.10.
margenoot36
D. niet alleen met woorden, maer oock in der daet is, ghelijck dit woordt elders oock soo genomen wort. Siet: Luc. 1.32. Rom. 9.26, etc.
margenootq
Ephes. 6.10.
margenoot37
Sommighe nemen dit woordt voor het weder-gheboren deel des menschen, ghelijck Rom. 7.22. waer in de Apostel wenscht dat sy meer ende meer versterckt mogen worden. Andere, voor het inwendige deel des menschen, N. de ziele der geloovigen met alle hare bewegingen, waer in hy wenscht dat sy met sterckte ende kloeckheyt worden begaeft, om alle verdruckingen, die haer van buyten aenghedaen worden, te konnen wederstaen. Siet 2.Corinth. 4.16.
margenoot38
Dat is, geduerighlick met sijne werckingen blijve, gelijck Ioan. 6.56. ende 14.23.
margenoot39
N. teghen Godt ende uwen naesten, welcke een onverscheydelicke vrucht ende mede-geselle des geloofs is. 1.Corinth. 13.1. Galat. 5.6. Andere nemen het voor de liefde daer ons Godt mede lief heeft.
margenootr
Coloss. 2.7.
margenoot40
D. bevestight zijt, gesterckt zijt.
margenoot41
D. de uytnemende weerdicheyt ende ongrondeerlickheyt van het werck onser verlossinge door Christum. Een ghelijckenisse genomen van de landt-meters, die om eenich werck ofte ghebouw volkomelick te kennen dese saecken plegen af te meten, ende by een te overleggen.
margenoot42
Namelick, van alle natuerlicke menschen, die wy alleen door den Geest Christi, na de mate der gave Christi hier konnen bekennen, soo veel ons noodich is ter salicheydt, maer hier naemaels eerst ten vollen begrijpen sullen. Siet 1.Cor. 2.9, etc. ende 13.9, etc.
margenoot43
D. der kennisse ende der werckinge Godts, niet daer mede Godt vervult is, maer die hy ons hier wil mede-deelen. Siet cap. 4.12, 13.
margenoots
Rom. 16.25.
margenoot44
Hier mede toont den Apostel, dat hy in dese dancksegginge niet en siet op de macht Godts die in hem verborgen is, maer daer van hy selfs een bewijs in onse bekeeringe getoont heeft, ende noch daghelicks in ons toont in het volvoeren van dese genade.
margenoot45
N. daer in dese kracht ende heerlickheyt Godts door Iesum Christum alleen bekent wordt, ende behoorlick gepresen moet worden, ende in alle eeuwen gepresen sal worden, hoe seer de werelt daer tegen oock roemt ende woelt.
margenoot46
Ofte, tot alle tijden.
margenoot47
Gr. tot de eeuwe der eeuwen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken