Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637) (2008)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.00 MB)

ebook (11.07 MB)

XML (23.68 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)

(2008)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het xxxv. Capittel.

1 Welcker offeranden Gode aengenaem zijn. 14 Godt is een wreker der arme, der weesen, ende der weduwen. 17 Godt hoort het gebedt der vrome ende nedrige. 19 maer doet wrake over de onrechtveerdige, ende onbarmhertige.

1

WIe de Wet bewaert, die doet offeranden genoech: wie op de geboden acht heeft, die offert een slachtoffer des heyls.

2

Ende wie eene weldaet vergelt, is gelijck die semel-meel offert. Ende wie een aelmoesse doet, die offert een danck-offer.

3

Het is des Heeren welbehagen datmen afstaet van boosheyt, ende afstaen van ongerechticheyt is versoeninge.

4

En verschijnt niet ledich voor het aengesicht des Heeren.

5

Want alle dese dingen [moetmen doen] van wegen het gebodt.

6

De offerande des rechtveerdigen maeckt den altaer vet, ende de goede reuck van de selve [comt] voor den Allerhooghsten.

7

Het slachtoffer eens rechtveerdigen mans is aengenaem: ende de gedachtenisse des selven en sal niet vergeten worden.

8

Verheerlickt den Heere met een goede ooge, ende en vermindert de eerstelingen uwer handen niet.

9

Hebt een vrolick aengesicht in alle uwe gaven, ende heylight uwe tiende met verheuginge.

10

Geeft den Allerhoochsten na ’t gene hy u gegeven heeft, ende met een goede ooge ’t gene uwe hant gevonden heeft.

11

Want de Heere is een vergelder, ende hy sal ’t sevenvoudich vergelden.

12

En besnoeyt uwe gave niet, want hy en soude’se niet aennemen, ende en bemoeyt u met geen onrechtveerdich slacht-offer.

13

Want de Heere is een rechter, ende by hem en is geen achtinge des aengesichts.

14

De Heere en sal het aengesicht [des genen die sich] tegen den armen [stelt] niet aennemen, maer de smeeckinge des genen die onrecht lijdt sal hy verhooren.

15

Hy en sal het smeecken des weesen niet verachten, noch de weduwe in dien sy hare [claegh-]reden tot hem uytstort.

16

Vlieten niet de tranen der weduwe af op de wange? ende haer geschrey tegen hem die de selve heeft doen neder comen?

17

Die [Godt] dient met wel-behagen sal aengenomen worden, ende sijn gebedt sal tot aen de wolcken raken.

18

Het gebedt des nedrigen gaet door de wolcken, ende hy en wordt niet getroost tot dat hy na by gecomen is: ende en laet niet af tot dat de Allerhooghste het sal ingesien hebben, welcke sal de rechtveerdige oordelen ende recht doen.

19

Oock en sal de Heere niet vertragen, noch de Mochtige en sal niet langhmoedich zijn over haer, tot dat hy de lenden der onbarmhertige verbroken sal hebben.

20

Iae hy sal den volckeren wrake vergelden, tot dat hy de menichte der smaders sal wech genomen, ende de scepters der onrechtveerdighe verbroken hebben.

21

Tot dat hy den mensche vergelde na sijne handelingen, ende de wercken der menschen na hare gedachten.

22

Tot dat hy sal hebben geoordeelt het recht sijns volcks, ende haer doen verheugen in sijne barmherticheyt.

23

Hoe tijdich is de barmherticheyt in den tijdt der verdruckinge: sy is gelijck de wolcken in den tijdt der drooghte.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken