Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637) (2008)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.00 MB)

ebook (11.07 MB)

XML (23.68 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)

(2008)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het xxxvj. Capittel.

1 Een gebedt tot Godt voor het volck Israels, tegen de gene diese verdruckten. 20 Men moet de reden beproeven die gesproken wort, 23 Het geluck dat een fraeye, sachtmoedige, ende goede vrouwe den man toebrenght.

1

ONtfermt u over ons Heere, ghy Godt aller dingen, ende siet ons aen.

2

Ende sendt uwe vreese over alle de volckeren die u niet en soecken.

3

Verheft uwe handt over de vremde volckeren, laetse uwe vermogentheyt sien.

4

Gelijck ghy voor hare oogen geheylight zijt ge-

[Folio 41r]
[fol. 41r]

weest in ons, dat ghy oock alsoo voor ons groot gemaeckt mooght worden in haer.

5

Ende datse u mogen kennen gelijckerwijs oock wy u kennen: want daer en is geen Godt behalven ghy, O Heere.

6

Vernieuwt uwe teeckenen, ende verandert uwe wonderen.

7

Verheerlickt uwe handt ende rechten arm, op dat sy uwe wonderen mogen vertellen.

8

Verweckt uwe gramschap, ende giet uwen toorn uyt.

9

Neemt den tegenpartijder wech, ende verbrijselt den vyant.

10

Maeckt dat de tijdt haest come, ende gedenckt aen den toorne, ende laet u uwe wonderen vertelt worden.

11

Die behouden is geweest, worde door eenen vyerigen toorn verslonden, ende die uw’ volck quellen, laet die het verderf vinden.

12

Verbrijselt de hoofden van de Overste der volckeren, die seggen, Daer en is niemandt behalven wy.

13

Vergadert alle stammen Iacobs, ende geeft hen haer erfdeel in, gelijck van het begin.

14

Ontfermt u over uw’ volck, Heere, dat na uwen name genaemt is: ende over Israël, welcken ghy uwen eerst-geboren genoemt hebt.

15

Bewijst barmherticheydt aen uwe heylige stadt Ierusalem, welcke de plaetse uwer ruste is.

16

Vervult Sion om uwe woorden te verheffen, ende uw’ volck met uwe heerlickheyt.

17

Geeft getuygenis den genen die van den beginne af uwe besittingen zijn, ende verweckt Propheten in uwen naem.

18

Geeft loon den genen die u verwachten, ende [maeckt] dat uwe Propheten gelooft worden.

19

Verhoort, Heere, de smeeckinge uwer knechten, na den zegen Aarons over uw’ volck: ende alle die op aerden [woonen] sullen bekennen dat ghy een Heere der eeuwen zijt.

20

De buyck eet alle spijse: doch is de eene spijse beter als de andere.

21

De kele smaeckt de spijse des wild-braedts, alsoo [onderkent] een verstandich herte leugenachtige reden.

22

Een verdraeyt herte sal droefheyt geven, maer een mensche die veel ervaren heeft sal hem vergelden.

23

Een wijf neemt eenen yegelicken man aen, maer de eene dochter is schooner als de andere.

24

De schoonheyt des wijfs verblijdt het aengesicht, ende gaet allen lust des menschen te boven.

25

Is dan op hare tonge barmherticheyt, ende sachtmoedicheyt, ende genesinge, soo en is haer man niet gelijck andere menschen kinderen.

26

Die een [goet] wijf krijght, die begint goederen te besitten, [aengesien hy] een hulpe heeft, die hem gelijck is, ende een pilaer daer hy op rusten mach.

27

Waer geen heyninge en is, daer wort het gene men besit verscheurt, ende waer geen wijf en is, daer sal [de man] suchten ende dwalen.

28

Want wie sal eenen toegerusten moordenaer betrouwen die uyt de eene stadt in d’andere sluypt: also [en betrouwtmen] eenen mensche niet, die geenen nest en heeft, ende neemt herberge waer hy oock ’s avonts is.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken