Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (1657)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

ebook (11.10 MB)

XML (24.25 MB)

tekstbestand






Editeurs

Hans Beelen

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments

(1657)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Het xvj. Capittel.

Sarai, onvruchtbaer zijnde, geeft Abram hare dienstmaeght Hagar tot een by-wijf, vers 1. Hagar bevrucht zijnde begint Sarai te verachten, die sulcks haren man klaeght, ende bekomt oorlof, om Hagar te verootmoedighen, dewelcke voor Sarai vlucht in de woestijne, 4. alwaer Godt haer aenspreeckt, ende weder nae Sarai stiert, met tijdtlicke beloften, nopende haren sone Ismaël, dien sy Abram, als hy ses en tachtentigh jaren oudt was, baerde, 7.

1

DOch Sarai Abrams huysvrouwe en baerde hem niet: ende sy hadde eene Egyptische dienstmaegt, welcker naem was Hagar:

2

Soo seyde Sarai tot Abram; Siet doch, de HEERE heeft my Ga naar margenoot1 toegesloten, dat ick niet en bare: Ga naar margenoot2 gaet doch in tot mijne dienstmaeght, Ga naar margenoot3 misschien sal ick uyt haer Ga naar margenoot4 ghebouwt worden: ende Ga naar margenoot5 Abram hoorde na de stemme Sarai.

3

Soo nam Sarai Abrams huysvrouwe, de Egyptische Hagar, hare dienstmaeght, Ga naar margenoot6 ten eynde van tien jaren, dat Abram in het lant Canaan gewoont hadde, ende Ga naar margenoot7 sy gafse aen Abram haren man, Ga naar margenoot8 hem tot eene vrouwe.

4

Ende hy gingh in tot Hagar, ende sy ontfingh: als sy nu sagh dat sy ontfangen hadde, soo wiert hare vrouwe Ga naar margenoot9 veracht in haren oogen.

5

Doe seyde Sarai tot Abram; Ga naar margenoot10 Mijn onghelijck Ga naar margenoot11 is op u, ick hebbe mijne dienstmaeght in uwen schoot ghegeven, nu sy siet dat sy ontfanghen heeft, soo ben ick veracht in haren ooghen: de Ga naar margenoot12 HEERE richte tusschen my, ende tusschen u.

6

Ende Abram seyde tot Sarai; Siet, uwe dienstmaeght is Ga naar margenoot13 in uwe handt; doet [kolom] haer dat goedt is in uwen oogen: ende Sarai vernederdese, ende sy vluchtede van haer aengesicht.

7

Ende Ga naar margenoot14 de Engel des HEEREN Ga naar margenoot15 vondtse aen een waterfonteyne in de woestijne, aen de fonteyne op den wegh van Ga naar margenoot16 Sur.

8

Ende hy seyde: Hagar, ghy dienstmaeght van Sarai, van waer komt ghy, ende waer sult ghy henen gaen? ende sy seyde: Ick ben vluchtende van het aengesichte mijner vrouwe Sarai.

9

Doe seyde de Engel des HEEREN tot haer: Keert wederom tot uwe vrouwe; ende vernedert u onder hare handen.

10

Voorder seyde de Engel des HEEREN tot haer: Ga naar margenoot17 Ick sal u zaet Ga naar margenoot18 grootelicks vermenighvuldighen; soo dat het van wegen de menighte niet en sal getelt worden.

11

Oock seyde des HEEREN Engel tot haer: Siet, ghy zijt swangher, ende sult eenen sone baren: ende ghy sult sijnen name Ismaël noemen, om dat de HEERE Ga naar margenoot19 uwe verdruckinge aengehoort heeft.

12

Ende hy sal een Ga naar margenoot20 woudt-ezel [van een] mensche zijn: Ga naar margenoot21 sijn hant sal tegen allen zijn, ende de handt van alle teghens hem: Ga naar margenoot22 ende Ga naar margenoota hy sal woonen voor het aenghesicht aller sijner broederen.

13

Ende sy noemde den Ga naar margenoot23 Name des HEEREN, die tot haer sprack, Ga naar margenoot24 Ghy Godt des aensiens: want sy seyde; Ga naar margenoot25 Heb’ ick oock hier gesien nae dien, die my aensiet?

14

Daerom noemde men dien put, den Ga naar margenootb put Ga naar margenoot26 Lachai Roi: siet, hy is tusschen Ga naar margenoot27 Kades, ende tusschen Bered.

15

Ga naar margenootc Ende Hagar baerde Abram eenen sone: ende Abram noemde den name sijnes soons, die Hagar gebaert hadde, Ga naar margenoot28 Ismaël.

16

Ende Abram Ga naar margenoot29 was ses-en-tachtentigh jaren oudt, doe Hagar Ismaël den Abram baerde.

margenoot1
D. onvruchtbaer gemaeckt. Vergl. ond. c. 20. op vers 18.
margenoot2
Siet bov. 6.4. also ond. vers 4. Sarai van eygene lijfs-vrucht wanhopende, ende nochtans nae het beloofde zaet hertelick verlangende, vergeet haer selven soo verre, dat sy sonder Godt te vragen, haren man raet door dit middel, dat wel te dier tijdt ghemeen, maer tegen de eerste instellinge des houwelicks strijdigh was, de vervullinge van Godts belofte te versoecken.
margenoot3
So dede dan Sarai dit om te ondervinden, of Abram uyt Hagar eenen Sone mochte bekomen, dien sy voor haren eygenen mochte houden, als uyt haere maeght in haren huyse haer geboren. Siet ond. 30. vers 3. Exod. 21.4.
margenoot4
De maniere van spreken, bouwen, ofte, het huys bouwen, vindmen oock ond. 30.3. Ruth 4. vers 11. Deut. 25.9. sy beteeckent het geslachte onderhouden, ende uytbreyden.
margenoot5
Abram, sonder Godt, wiens belofte dit aengingh, eens te vraghen, laet sich van Sarai, niet door onkuysschen lust, maer door de redenen die sy voort bracht, ende hem mede ter herten ginghen, overreden; te meer, om dat hem noch verborghen was, of het beloofde zaedt hem uyt Sarai, ofte uyt eene andere soude gheboren werden.
margenoot6
T.w. na dat hy uyt Haran gescheyden, ende in het landt Canaan gekomen was.
margenoot7
Misbruyckende de macht (die sy andersins hadde) over hare dienstmaegt, ende het lichaem hares mans, 1.Cor. 7.4.
margenoot8
Verstaet, een wijf, zijnde van mindere weerdigheyt als d’eerste, blijvende Hagar dienstmaegt, ende onder het gebiedt van hare vrouwe Sarai, versen 4, 8, 9. siet voorder van dusdanige by-wijven ond. 25.6. ende 30. versen 3, 9. van de geestelicke beduydinge deses houwelicks, siet Galat. 4.22, etc.
margenoot9
Hebr. licht, D. kleyn geacht.
margenoot10
D. het ongelijck dat my wordt aenghedaen. Dit heeft Sarai gesproken uyt onverduldigheydt.
margenoot11
Ofte, om u, om uwent wille, ’t is u toe te reeckenen, om dat ghy wel merckt, dat Hagar my versmaet, ende ghy haer daer over niet en bestraft.
margenoot12
Uyt swackheydt beveelt sy de sake Godes oordeel, mits dat hy straffe den ghenen die ongelijck heeft, soo hy daer in niet en versiet. Vergelijckt 1.Sam. 24.13, 16.
margenoot13
D. in u geweldt, onder u gebiedt ofte macht. alsoo onder 24.10. ende cap. 39.4, versen 6, 8. Num. 31.49. Iosu. 9.25. 1.Sam. 14.48. 2.Reg. 8.20. Abram wil segghen: Of ick schoon deselve tot eene tweede vrouwe genomen hebbe, soo en hebbe ickse nochtans u ghebiedt niet ontrocken; daerom soo sy misdoet, gebruyckt u recht, als over eene die onder u noch is.
margenoot14
D. het hooft der Engelen, de Heere Christus, die daerom oock HEERE genoemt wort, vers 13. en 18.26, 33. Iudic. 6, 14. en 13. versen 19, 22.
margenoot15
Dit woordeken druckt uyt de wakende ooge des Heeren over dese dwalende, ende bedroefde Hagar.
margenoot16
Hebr. Schur. Van waermen ging nae Egypten, van daer sy was, siet onder 25.18. ende Exod. c. 15. vers 22. 1.Sam. 15.7.
margenoot17
Hier wordt den Engel een Goddelick werck toegheschreven, waer uyt men verstaen kan, dat hy niet een schepsel, maer de Schepper selfs is.
margenoot18
Hebr. Vermenigvuldigende vermenigvuldigen. Dese lichamelicke zegen is te onderscheyden van den geestelicken, dewelcke bleef by het zaedt der belofte.
margenoot19
Hebr. nae uvve elende gehoort heeft.
margenoot20
D. een wildt woest mensche, als een wilt ofte wout-ezel, daer onder begrepen dat hy soude zijn een onvertsaecht ende vreeslick krijgsman. Siet onder Cap. 21. vers 20.
margenoot21
D. tot gevecht, ende oorloghe sal hy eenen yederen tergen, ende hy sal oock oversulcx van anderen getergt worden. Verstaet dit niet alleen van sijnen persoon, maer oock van sijne nakomelingen.
margenoot22
De sin is; dat hy de palen sijner wooninge wijt ende breet soude uytspreyden tot onder sijne maegschap, die hy niet en soude vreesen, maer haer stoutelick het aengesichte bieden. siet ond. 25.18.
margenoota
Ond. 25.18.
margenoot23
Hier wordt de voorgemelte Engel uytdruckelick IEHOVAH, de HEERE genoemt. Vergl. bov. vers 7.
margenoot24
D. die alle dingen siet, ende my nu oock in dese mijne sware elende goedelick aengesien hebt, my ten rechten weghe helpende, ende verstroostende.
margenoot25
D. is’t niet wonder dat ick noch hier nu het licht aenschouwe, ende in het leven ben, na dat hy my verschenen is, die na my in desen mijnen bedruckten staet omgesien heeft? sy meynde dat sy sterven soude, om datse den Heere gesien hadde. Vergel. ond. 32.30. Exod. 24.11. Iudic. 13.22.
margenootb
Ond. 24.62. ende 25.11.
margenoot26
D. des levenden die my siet. sy vernaemde den put van haer selven, om datse in’t leven gebleven was, na datse den Heere gesien hadde; ende oock van den Heere om dat hy haer gunstelick aengesien hadde: doch andere meynen, dat beyde benaminghen op Godt sien, die leeft ende alles siet.
margenoot27
Siet bov. 14.7. ende de aenteeck.
margenootc
Galat. 4.22.
margenoot28
Ontwijffelick van Hagar bericht zijnde, dat Godt des kints name alsoo ghenoemt hadde. siet vers 11.
margenoot29
Hebr. een sone van tachtentigh jaer ende ses jaren. alsoo in’t eerste vers van’t volgende Cap.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken