Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (1657)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

ebook (11.10 MB)

XML (24.25 MB)

tekstbestand






Editeurs

Hans Beelen

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments

(1657)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Het Eerste Capittel.

Godt beveelt Mose ende Aaron, datse de Israëliten van twintigh jaren oudt, ende daer boven, ten strijde bequaem zijnde, tellen souden, vers 1, etc. Ende dat, ten overstaen van twaelf Hooftmannen, uyt elcken stam een, 4. die genaemt worden, 5. Dit wort in het werck gestelt, 17. Het getal der getelden wort aengeteeckent, in’t bysonder van elcken stam, 20. ende in het gemeyn van alle, 45. van dewelcke de Leviten uytgenomen worden, 47. dien de last gegeven is van den Tabernakel te versorgen, 50. met aenwijsinge, waer sy, ende de andere stammen, rontom deselve legeren souden, 52.

1

VOorder sprack de HEERE tot Mose, in de woestijne Sinai, in de tente der t’samenkomste; op den eersten Ga naar margenoot1 der tweeder maent, in het tweede jaer, na dat sy uyt Egyptenlant uyt getogen waren, seggende:

2

Ga naar margenoota Nemet op Ga naar margenoot2 de somme van de geheele vergaderinge der kinderen Israëls, na hare geslachten, na het huys harer vaderen; in het getal der namen van alles wat manlick is, Ga naar margenoot3 hooft voor hooft:

3

Van Ga naar margenoot4 twintigh jaer oudt, ende daar boven, alle Ga naar margenoot5 die ten heyre in Israël uyt trec-[kolom]ken: die sult ghy Ga naar margenoot6 tellen na hare heyren, Ghy, ende Aaron.

4

Ende met u-lieden sullen zijn van yeder stamme een man: die een Ga naar margenoot7 Hooftman is over sijner vaderen huys.

5

Dese zijn nu de namen der mannen, die by u staen sullen: van Ga naar margenoot8 Ruben, Elizur, de sone Sedeur.

6

Van Simeon, Selumiël de sone Zurisaddai.

7

Van Iuda, Nahesson de sone Amminadab.

8

Van Issaschar, Nethaneël de sone Zuhar.

9

Van Zebulon, Eliab, de sone Helon.

10

Van de kinderen Iosephs: van Ephraim, Elisama de sone Ammihud: van Manasse, Gamaliël de sone Pedazur.

11

Van Benjamin, Abidan, de sone Gideoni.

12

Van Dan, Ahiëzer, de sone Ammisaddai.

13

Van Aser, Pagiël, de sone Ochran.

14

Van Gad, Eljasaph, de sone Ga naar margenoot9 Dehuël.

15

Van Naphthali, Ahira, de sone Enan.

16

Dese waren Ga naar margenoot10 de geroepene der vergaderinge, de Overste der stammen harer vaderen: sy waren de Ga naar margenoot11 Hoofden der Ga naar margenoot12 duysenden Israëls.

17

Doe namen Mose ende Aaron die

[Folio 58v\Tellinge--der stammen.]
[fol. 58v\Tellinge--der stammen.]

mannen, welcke met namen uytgedruckt zijn.

18

Ende sy versamelden de geheele vergaderinge op den eersten dagh der tweeder maent, Ga naar margenoot13 ende die verklaerden hare afkomste na hare geslachten, na het huys harer vaderen; in het getal der namen van die twintigh jaer oudt was, ende daer boven, Ga naar margenoot14 hooft voor hooft.

19

Gelijck als de HEERE Mose geboden hadde, soo heeft hyse getelt in de woestijne Sinai.

20

Soo waren de sonen Rubens des eerstgeboren Israëls, hare geboorten na hare geslachten, na het huys harer vaderen: in het getal der namen, hooft voor hooft, al wat manlick was, van twintigh jaren oudt, ende daer boven, Ga naar margenoot15 alle die ten heyre uyt trocken:

21

Hare getelde van de stamme Rubens waren ses ende veertigh duysent, ende vijf hondert.

22

Van de sonen Simeons, hare geboorten, na hare geslachten, na het huys harer vaderen; sijne getelde, in’t getal der namen, hooft voor hooft, al wat mannelick was, van twintigh jaer oudt, ende daer boven, alle die ten heyre uyt trocken:

23

Hare getelde van den stamme Simeons waren negen en vijftigh duysent, ende drie hondert.

24

Van de sonen Gads, hare geboorten, na hare geslachten, na het huys harer vaderen; in het getal der namen van twintigh jaer oudt, ende daer boven, alle die ten heyre uyt trocken,

25

Waren hare getelde van de stamme Gads vijf en veertigh duysent, ende ses hondert, en vijftigh.

26

Van de sonen van Iuda, hare geboorten, na hare geslachten, na het huys harer vaderen; in ’t getal der namen van twintigh jaer oudt, ende daer boven, alle die ten heyre uyt trocken,

27

Waren hare getelde van den stamme van Iuda, vier en seventigh duysent, ende ses hondert.

28

Van de sonen Issaschars, hare geboorten, na hare geslachten, na het huys harer vaderen; in’t getal der namen, van twintigh jaer oudt, ende daer boven, alle die ten heyre uyt trocken,

29

Waren hare getelde van den stamme Issaschars, vier en vijftigh duysent, ende vier hondert.

30

Van de sonen Zebulons, hare geboorten, na hare geslachten, na ’t huys harer vaderen; in het getal der namen, van twintigh jaer oudt, ende daer boven, alle die ten heyre uyt trocken,

31

Waren hare getelde van de stamme Zebulons, seven en vijftigh duysent, ende vier hondert.

32

Van de sonen Iosephs: van de sonen Ephraims, hare geboorten, na hare geslachten, na het huys harer vaderen; in het getal der namen van twintigh jaer oudt, ende daer boven, alle die ten heyre uyt trocken,

33

Waren hare getelde van den stamme Ephraims, veertigh duysent, en vijf hondert.

34

Van de sonen Manasses, hare geboorten na hare geslachten, na het huys harer vaderen; in ’t getal der namen van twintigh jaer oudt, ende daer boven, alle die ten heyre uyt trocken,

35

Waren hare getelde van de stamme Manasses, twee en dertigh duysent, ende twee hondert.

36

Van de sonen Benjamins, hare geboorten, na hare geslachten, na het huys harer vaderen; in ’t getal der namen van twin-[kolom]tigh jaer oudt, ende daer boven, alle die ten heyre uyt trocken,

37

Waren hare getelde van den stamme Benjamins, vijf en dertigh duysent, ende vier hondert.

38

Van de sonen Dans, hare geboorten, na hare geslachten, na ’t huys harer vaderen; in ’t getal der namen van twintigh jaer oudt, ende daer boven, alle die ten heyre uyt trocken,

39

Waren hare getelde van den stamme Dans, twee en sestigh duysent, ende seven hondert.

40

Van de sonen Asers, hare geboorten, na hare geslachten, na het huys harer vaderen; in het getal der namen van twintigh jaer oudt, ende daer boven, alle die ten heyre uyt trocken,

41

Waren hare getelde van den stamme Asers, een en veertigh duysent, ende vijf hondert.

42

[Van] de sonen Naphthali, hare geboorten, na hare geslachten, na het huys harer vaderen; in ’t getal der namen van twintigh jaer oudt, ende daer boven, alle die ten heyre uyt trocken,

43

Waren hare getelde van den stamme Naphthali, drie en vijftigh duysent, ende vier hondert.

44

Dese zijn de getelde, welcke Mose getelt heeft, ende Aaron, ende de Overste Israëls: twaelf mannen Ga naar margenoot16 waren sy, elck een over het huys sijner vaderen.

45

Alsoo waren alle de getelde der sonen Israëls na het huys harer vaderen; van twintigh jaren oudt, ende daer boven, alle die in Israël ten heyre uyt trocken,

46

Alle de getelde dan waren Ga naar margenootb ses hondert duysent, ende drie duysent, ende vijf hondert, ende vijftigh.

47

Maer de Leviten, Ga naar margenoot17 na den stam harer vaderen; werden Ga naar margenoot18 onder hen niet getelt.

48

Want de HEERE hadde tot Mose gesproken, seggende:

49

Alleen de stamme Levi en sult ghy niet tellen, nochte hare somme op nemen; onder de sonen Israëls.

50

Maer ghy, stelt de Leviten over den Tabernakel Ga naar margenoot19 der getuygenisse, ende over alle sijne gereetschap, ende over alles wat daer toe behoort: sy sullen den Tabernakel dragen, ende alle sijne gereetschap: ende sy sullen dien bedienen; ende sy sullen haer rontom den Tabernakel legeren.

51

Ende als de Tabernakel sal op trecken, de Leviten sullen den selven af nemen; ende wanneer de Tabernakel sich legeren sal, sullen de Leviten den selven op richten, ende de Ga naar margenoot20 vreemde die daer by komt sal gedoot worden.

52

Ende de kinderen Israëls sullen sich legeren een yegelick by sijn leger, ende een yegelick by sijne baniere, na hare heyren.

53

Maer de Leviten sullen sich legeren rontom den Tabernakel der getuygenisse, op dat geen Ga naar margenoot21 verbolgentheyt over de vergaderinge der kinderen Israëls en zy: daerom sullen de Leviten de Ga naar margenoot22 wacht van den Tabernakel der getuygenisse waer nemen.

54

Soo deden de kinderen Israëls: na alles dat de HEERE Mose geboden hadde, soo deden sy.

margenoot1
Dewelcke genaemt was Ziu, ende meest over een quam met onsen April, gelijck de eerste maent meest met onse Meerte. Siet 1.Reg. 6. op vers 1.
margenoota
Exod. 30.12.
margenoot2
Hebr. het hooft. alsoo oock Exod. 30. vers 12. ende onder vers 49. ende Num. c. 4. vers 2. Verstaet een kort begrijp eener grooter menighte van menschen.
margenoot3
Heb. na hare hoofden, of, koppen, of, beckeneelen.
margenoot4
Hebr. van een soon van twintigh jaer. Alsoo dickwils in dit Capittel.
margenoot5
Dat is, alle die in tijt van oorloge gebruyckt werden, om wapenen te voeren, ende bequaem waren om tegen de vyanden ten strijde uyt te trecken. Ende volgens werden uytgenomen, die door sieckte, ofte swaren ouderdom, hier toe onbequaem waren, alsoo onder dickwils. Siet dese maniere van spreken oock Deut. 24.5. 2.Chron. cap. 26. vers 11.
margenoot6
Het Hebr. woort beteeckent niet alleen tellen, maer oock op de getelde acht, ende toesicht nemen, het welcke wy by ons noemen, monsteren.
margenoot7
Hebr. een man des hoofts, D. de voornaemste van yeder stamme, die na de geboorte de eerste was, ende alsoo een hooft der selver. siet ond. op vers 16.
margenoot8
D. van den stamme Rubens, ende soo in de volgende verssen.
margenoot9
And. genoemt Rehuël, ond. 2.14.
margenoot10
D. de t’samengeroepene, T.w. de Hoofden ende Vorsten des volcks van elcken stamme die te samen geroepen werden, als eenige gewichtige saken te verhandelen waren. Vergel. ond. 16. vers 2. ende 26.9. Anders, vermaerde.
margenoot11
Siet de aent. Iob 12. op vers 24.
margenoot12
Siet Iudic. 6. op vers 15.
margenoot13
D. met haer geslacht-register deden sy blijcken van wat voorouderen sy afkomstigh waren. And. men schreefse op, ende men maeckte van hen een register, ofte sy worden geteeckent, ende geregistreert.
margenoot14
Siet boven op vers 2.
margenoot15
Siet boven op vers 3.
margenoot16
Namelick, de twaelf Overste Israëls. siet boven op versen 4, 16.
margenootb
Exod. 38.26.
margenoot17
D. hoewel de Leviten mede eene stamme waren, soo is nochtans hare stamme in dese tellinge niet gereeckent, nochte getelt geweest.
margenoot18
Hebr. in het midden van hen.
margenoot19
Alsoo wert oock onder vers 53. ende Exod. 38.21. etc. de Tabernakel genoemt, om dat in den selven bewaert wert het getuygenisse van Godes wille, dat is de wet, die in twee steenen tafelen geschreven was, liggende in de Arke des verbonts. siet Exod. cap. 25. vers 21. ende Hebr. 9.4.
margenoot20
Verstaet alle die niet en was van de stamme Levi, sulck een en mochte daer by niet komen, dat hy de hant daer aen soude leggen, om die te helpen af doen, of verdragen, ofte op richten, etc.
margenoot21
T.w. des rechtveerdigen ende almogenden Godts, die niet ongestraft en laet de overtredinge sijner wetten, ende voornemelick der gener, die den Godtsdienst raken.
margenoot22
Siet Levit. 8. op vers 35.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken