Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (1657)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

ebook (11.10 MB)

XML (24.25 MB)

tekstbestand






Editeurs

Hans Beelen

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments

(1657)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Het iij. Capittel.

Iosua met de Israëliten van Sittim vertrocken zijnde, komt aen de Iordane, vers 1, etc. De Amptlieden geven ordre wanneer, ende op wat wijse het volck ende de Priesters voort trecken souden, 2. Iosua vertroost ende versterckt het volck, verhalende het wonderwerck, ’t welck de Heere voor hare oogen doen soude, 9. De Iordane drooge makende, tot dat de Arke ende al het volck drooghs voets daer door gegaen soude zijn, 13.

1

IOsua dan maeckte sich des morgens vroegh op, ende sy reysden van Sittim, ende quamen tot aen de Iordane, hy, ende alle de kinderen Israëls: ende sy vernachtten aldaer eer sy over trocken.

2

Ende ’t geschiedde, dat de Amptlieden Ga naar margenoot1 op ’t eynde van drie dagen, door het midden des legers gingen:

3

Ende geboden den volcke, seggende, Wanneer ghy de Arke des verbonts des HEEREN uwes Godts siet, ende de Ga naar margenoot2 Levitische Priesters deselve dragende: verreyst ghylieden oock van uwe plaetse, ende volghtse na.

4

Datter nochtans ruymte zy tusschen u-lieden ende tusschen deselve, by de twee duysent ellen in de mate, ende en nadert tot deselve niet, op dat ghy dien wegh wetet, dien ghy gaen sult, want ghylieden en zijt door dien wegh niet gegaen Ga naar margenoot3 gisteren [ende] eergisteren.

5

Iosua Ga naar margenoot4 seyde oock tot den volcke,

[Folio 93v\Israël gaet door de Jordane.Gedencksteenen.]
[fol. 93v\Israël gaet door de Jordane.Gedencksteenen.]

Ga naar margenoot5 Heylight u: want morgen sal de HEERE Ga naar margenoot6 wonderheden in’t midden van u-lieden doen.

6

Desgelijcks sprack Iosua tot de Priesters, seggende, Neemt de Arke des verbonts op, ende gaet door voor het aengesichte deses volcks: Sy dan namen de Arke des verbonts op, ende sy gingen voor het aengesichte des volcks.

7

Want de HEERE hadde tot Iosua geseyt, Desen dagh sal ick beginnen Ga naar margenoot7 u groot te maken voor de oogen des gantschen Israëls: op dat sy weten, Ga naar margenoota dat ick met u zijn sal, gelijck als ick met Mose geweest ben.

8

Ghy dan sult de Priesteren die de Arke des verbonts dragen, gebieden, seggende: Wanneer ghylieden komt tot aen het uyterste des waters der Iordane, staet stille in de Iordane.

9

Doe seyde Iosua tot de kinderen Israëls: Nadert herwaerts, ende hoort de woorden des HEEREN uwes Godts.

10

Voorder seyde Iosua, Ga naar margenoot8 Hier aen sult ghylieden bekennen, Ga naar margenoot9 dat de levendige Godt in ’t midden van u is, ende dat hy gantschelick voor u aengesichte uytdrijven sal de Canaaniten, ende de Hethiten, ende de Heviten, ende de Phereziten, ende de Girgasiten, ende de Amoriten, ende de Iebusiten.

11

Siet, de Arke des verbonts des Ga naar margenoot10 Heeren der gantscher aerden, gaet door voor u-lieder aengesichte in de Iordane.

12

Nu dan, Ga naar margenoot11 neemt ghylieden u twaelf mannen uyt de stammen Israëls, Ga naar margenoot12 uyt yeder stamme eenen man.

13

Want het sal geschieden, met dat de voetzolen der Priesteren die de Arke des HEEREN, des Heeren der gantscher aerden dragen, in het water der Iordane sullen rusten, soo sullen de wateren der Iordane Ga naar margenoot13 afgesneden worden, [te weten] de wateren die van boven af vlieten, Ga naar margenootb ende sy sullen op eenen hoop blijven staen.

14

Ende het geschiedde doe het volck vertrock uyt sijne tenten, om over de Iordane te gaen, Ga naar margenootc soo droegen de Priesters de Arke des verbonts voor het aengesichte des volcks.

15

Ende als die, die de Arke droegen, tot aen de Iordane gekomen waren, ende de voeten der Priesteren, dragende de Arke, ingedopt waren in ’t uyterste des waters: Ga naar margenoot14 (De Iordane nu was Ga naar margenootd vol alle de dagen des oogstes Ga naar margenoot15 aen alle hare oeveren:)

16

Soo stonden de wateren die van boven afquamen: sy resen op eenen hoop, seer verre van de stadt Ga naar margenoot16 Adam af, die ter zijden Ga naar margenoot17 Zartan [light], ende die na de zee des vlacken velts, [te weten] de Ga naar margenoot18 soutzee afliepen, die vergingen, Ga naar margenoot19 sy wierden afgesneden: Doe trock het volck over, tegen over Iericho.

17

Maer de Priesters die de Arke des verbonts des HEEREN droegen, stonden stee-vaste op het drooge in ’t midden der Iordane: ende gantsch Israël gingh over op het drooge, tot dat al het volck ge-eyndight hadde door de Iordane te trecken.

margenoot1
Verst. het eynde van de drie dagen, daer van bov. 1.11. gesproken is. Ende siet, aengaende dese maniere van spreken Deut. 15.1.
margenoot2
D. die alle uyt den stamme Levi waren, maer niet alle, die uyt dien stamme waren, waren Priesters.
margenoot3
D. van te voren. Siet Genes. 31.2.
margenoot4
T.w. te voren. Of, hadde geseyt.
margenoot5
Van heyligen, siet Exod. 19. vers 10. Levit. cap. 20. vers 7. Num. c. 11. vers 18. Iosua. 7. 13. ende 1.Sam. 16.5.
margenoot6
Siet onder vers 13, etc.
margenoot7
D. u in aensien te brengen door dit treffelick mirakel dat ick doen sal, daer aen het volck van Israël sal bekennen, dat ick u tot een Hooft over haer gestelt hebbe, ende dat ickse door uwen dienst in het lant Canaan brengen sal.
margenoota
Iosu. 1.5.
margenoot8
T.w. aen dit wonderwerck, dat verhaelt wort vers 13.
margenoot9
And. dat Godt in het midden van ons is levende.
margenoot10
And. de Arke des verbonts [ja] de Heere des gantschen aerdbodems. Vergel. Mich. c. 4. vers 13. Zach. 4. vers 14. ende 6.5.
margenoot11
T.w. om te verrichten het gene dat verhaelt wort onder cap. 4. vers 2, etc.
margenoot12
Hebr. eenen man, eenen man uyt eene stamme.
margenoot13
Hy wil seggen, Dat het water het welck van boven af quam, soude blijven staen, het andre soude af vlieten.
margenootb
Psalm. 114.3.
margenootc
Actor. 7.45.
margenoot14
D. sy pleeght op desen tijt vol te zijn, dat is hare nature, ende soo was ’t oock te deser tijt.
margenootd
1.Chron. 12.15.
margenoot15
And. boven. alsoo cap. 4. vers 18.
margenoot16
Dese stadt wert in sommige kaerten gestelt aen de oostzijde van de Iordane, tegen over Gilgal.
margenoot17
Eene plaetse gelegen zuydwaerts van Adam aen de oostzijde van de Iordane. siet van twee andere Zarthans, 1.Reg. 4. vers 12. ende 7.46.
margenoot18
Hebr. de zee des souts. siet Gen. 14. vers 3.
margenoot19
Hy wil te verstaen geven, dat de onderste wateren met eenen snellen vloet terstont zijn afgeloopen, ende verswolgen in de soutzee, op dat het volck Godes drooghs voets op den gront der riviere gaen soude.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken