Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (1657)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

ebook (11.10 MB)

XML (24.25 MB)

tekstbestand






Editeurs

Hans Beelen

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments

(1657)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Het xxxj. Capittel.

Hizkia doet alle afgodische wercken af breken, vers 1, etc. stelt de Priesteren, ende Leviten in haer ampt, 2. oock order tot de onderhoudinge derselver, 4. laet kameren maken, om haer inkomen daer in te versamelen, ende uyt den Leviten persoonen tot Ontfangers, ende Thresoriers stellen, 11. Hizkia blijft Godtvruchtigh, ende gezegent, 20.

1

ALs sy nu Ga naar margenoot1 dit alles voleyndet hadden, togen alle Israëliten, dieder gevonden werden, uyt, tot de steden van Iuda, ende Ga naar margenoota braken de Ga naar margenoot2 opgerichtte beelden, ende hieuwen Ga naar margenoot3 de bosschen af, ende wierpen de hooghten, ende de altaren af, uyt gantsch Iuda, ende Benjamin, oock Ga naar margenoot4 in Ephraim ende Manasse, Ga naar margenoot5 tot datse alles te niete gemaeckt hadden: daer na keerden alle de kinderen Israëls weder, een yeder tot sijne besittinge in hare steden.

2

Ende Hizkia bestelde de Ga naar margenoot6 verdeelingen der Priesteren, ende der Leviten, na hare verdeelingen, een yeder na sijnen dienst, de Priesteren, ende de Leviten tot het brand-offer, ende tot de danck-offeren; om te dienen, ende om te loven, ende om te Ga naar margenoot7 prijsen in Ga naar margenoot8 de poorte der legeren des HEEREN.

3

Ga naar margenoot9 Oock het deel des Koninghs van sijne have tot de Ga naar margenoot10 brand-offeren; tot de brand-offeren des morgens, ende des avonts, ende de brand-offeren Ga naar margenoot11 der Sabbathen, ende

[Folio 201r\Hiskia herstelt de Priesters en Le--viten, etc.]
[fol. 201r\Hiskia herstelt de Priesters en Le--viten, etc.]

der Ga naar margenoot12 nieuwe maenden, ende der Ga naar margenoot13 gesette hooghtijden: Ga naar margenootb gelijck geschreven is in de wet des HEEREN.

4

Ende hy seyde tot het volck, tot de inwoonderen van Ierusalem, dat sy Ga naar margenoot14 het deel der Priesteren ende Leviten, geven souden; op datse Ga naar margenoot15 versterckt mochten worden Ga naar margenoot16 in de wet des HEEREN.

5

Ga naar margenoot17 Doe nu dat woort uytbrack, Ga naar margenoot18 brachten de kinderen Israëls vele Ga naar margenoot19 eerstelingen van koorn, most, ende olie, ende Ga naar margenoot20 honigh, ende van alle de inkomste des velts: oock brachten sy Ga naar margenoot21 de tienden van alles in, met menighte.

6

Ende de kinderen Israëls, ende Iuda, die in de steden Iuda woonden, die brachten oock tienden der runderen, ende der schapen, ende tienden der heylige dingen, die den HEERE haren Godt geheyliget waren, ende maeckten Ga naar margenoot22 vele hoopen.

7

In de Ga naar margenoot23 derde maent begonnen sy den Ga naar margenoot24 gront van die hoopen te leggen: ende in de Ga naar margenoot25 sevende maent voleynddense.

8

Doe nu Iehizkia, ende de Vorsten quamen, ende die hoopen sagen; Ga naar margenoot26 zegenden sy den HEERE, Ga naar margenoot27 ende sijn volck Israël.

9

Ende Iehizkia ondervraeghde de Priesteren, ende de Leviten, aengaende die hoopen.

10

Ende Azaria de Ga naar margenoot28 Hooftpriester van den huyse Zadoks, sprack tot hem, ende seyde; Van dat men Ga naar margenoot29 dese heffinge begonnen heeft tot het Huys des HEEREN te brengen, is’er te eten geweest, ende verzadight te worden, ja over te houden tot overvloet toe; want de HEERE heeft sijn volck Ga naar margenoot30 gezegent, Ga naar margenoot31 soo dat dese veelheyt over gebleven is.

11

Doe seyde Iehizkia, dat men kameren aen het Huys des HEEREN Ga naar margenoot32 bereyden soude, ende sy bereyddense.

12

Daer in brachten sy die heffinge, ende de tienden, ende de geheylighde dingen in getrouwigheyt, ende daer over was Chonania de Levijt Ga naar margenoot33 Overste, ende Simei sijn broeder, de tweede.

13

Maer Iehiël, ende Azazia, ende Nahath, ende Asahel, ende Ierimoth, ende Iozabad, ende Eliël, ende Iismachia, ende Mahath, ende Benaja, waren Opsienders, onder de hant van Chonania, ende Simei sijn broeder, door het bevel van den Koningh Iehizkia, ende van Azaria den Ga naar margenoot34 Oversten van het Huys Godts.

14

Ende Kore de sone van Iimna de Levijt, de poortier Ga naar margenoot35 tegen ’t Oosten, was over de vrywillige gaven Godts, om het hef-offer des HEEREN, ende het Ga naar margenoot36 alderheylighste uyt te Ga naar margenoot37 deelen.

15

Ende Ga naar margenoot38 aen sijne hant waren Eden, ende Miniamin, ende Iesua, ende Semaia, Amaria, ende Sechania Ga naar margenootc in de steden der Priesteren, met getrouwigheyt, om haren broederen in de verdeelingen, Ga naar margenoot39 soo wel den kleynen als den grooten, uyt te deelen:

16

Ga naar margenoot40 (Benevens die gestelt waren in het [kolom] geslacht-register der mans-persoonen, drie jaren oudt, ende daer boven) Ga naar margenoot41 allen die in het Huys des HEEREN gingen, Ga naar margenoot42 tot het dagelicks werck op elcken dagh, voor haren dienst in hare wachten, na hare verdeelingen:

17

Ende met Ga naar margenoot43 die gestelt waren in ’t geslacht-register der Priesteren, na het huys harer vaderen; oock de Leviten Ga naar margenootd van twintigh jaren oudt, ende daer boven, in hare wachten, na hare verdeelingen:

18

Oock tot de geslacht-reeckeninge met alle hare kinderkens, hare wijven, ende hare sonen, ende hare dochteren, Ga naar margenoot44 door de gantsche gemeynte: want sy hadden sich Ga naar margenoot45 in haer ampt [in] Ga naar margenoot46 heyligheyt geheyliget.

19

Oock waren onder de kinderen Aarons, de Priesteren, op de velden der voorsteden harer steden, Ga naar margenoot47 in elcke stadt mannen, die met namen Ga naar margenoot48 uytgedruckt waren, om allen mans-persoonen onder de Priesteren, ende Ga naar margenoot49 allen, die in ’t geslacht-register onder de Leviten gestelt waren, deelen te geven.

20

Ende alsoo dede Iehizkia in geheel Iuda: ende hy dede dat goet, ende recht, ende Ga naar margenoot50 waerachtigh was voor het aengesichte des HEEREN sijnes Godts.

21

Ende in alle werck, dat hy begon in den dienst van het Huys Godts, ende Ga naar margenoot51 in de wet, ende in het gebodt, om sijnen Godt te soecken; dede hy met sijn gantsche herte, ende hadde voorspoet.

margenoot1
T.w. dat de onderhoudinge van het hooge Paesschenfeest aengingh, in ’t voorgaende Capittel beschreven.
margenoota
2.Reg. 18.4.
margenoot2
Siet Levit. 26. op vers 1.
margenoot3
Siet van de bosschen, ende hooghten ter eere, ende ten dienste der afgoden gemaeckt, Lev. 26. op vers 30.
margenoot4
Te weten, in de steden, dewelcke die van Iuda het Koninckrijcke Israëls afgenomen hadden. Siet boven 13.19. ende 15.8.
margenoot5
Anders, tot dat sy voleynt hadden.
margenoot6
Siet boven 8. op vers 14.
margenoot7
Te weten, den Heere.
margenoot8
Te weten, des tempels, alwaer de Priesteren, ende de Leviten, in hare orden, ende verdeelinge, elck sijnen dienst moeste waer nemen, als in een leger. Vergelijckt hier mede de aenteeckeninge Numer. cap. 4. op vers 3.
margenoot9
Te weten, bestelde Hizkia. Als of hy seyde: De Koningh heeft alsoo de diensten, ende ampten des tempels geschickt, ende in order gestelt, ten eynde, dat een yeder sijn last wel soude waer nemen, dat hy hemselven oock in desen niet heeft onbelast gelaten, ordineerende, dat de offerhanden hier in den text vermelt, uyt sijn eygen inkomen genomen souden worden. Waer uyt het schijnt, datse te voren bekost, ende gevonden wierden uyt de schatten des tempels; van dewelcke siet 1.Chron. 26.20.
margenoot10
Siet van dese Exod. cap. 29. versen 38, 39, etc. ende Numer. cap. 28. versen 3, 4, etc.
margenoot11
Siet Numer. 28.9, 10.
margenoot12
Siet Num. 28. versen 11, 12, etc.
margenoot13
Siet Lev. c. 23.
margenootb
Num. capp. 28. 29.
margenoot14
Te weten, dat hen na Godts ordinantie tot haer onderhoudt toequam, Num. 18.8, etc.
margenoot15
D. tijt, ende moedt souden hebben, om haren dienst wel waer te nemen, sonder daer van afgetrocken te worden, om andersins haren kost te winnen.
margenoot16
D. in ’t ondersoecken, overleggen, ende verklaren van de wet des Heeren: mitsgaders in het bedienen van den Godtsdienst in de wet bevolen.
margenoot17
D. doe nu dat bevel des Koninghs ruchtbaer wiert.
margenoot18
Hebr. vermenighvuldighden.
margenoot19
Siet van dese de wetten, ende ordinantien Godts, Exod. c. 23. vers 19. ende cap. 34. vers 26. Levit. 2. vers 14, etc. Num. 15. versen 17, 18, en 19, etc. Deuter. cap. 26. versen 1, 2, etc.
margenoot20
And. dadelen. ’t Hebreeusch woort beteeckent honigh, doch wort hier van den Hebreen voor dadelen, ofte vruchten van boomen, die soete vruchten droegen, genomen, dewelcke van wegen hare soetigheyt den honigh gelijck zijn. Want Godt en hadde nergens in sijne wet bevolen de eerstelingen van honigh te geven, maer van boomvruchten der aerde, ende van beesten.
margenoot21
Siet van dese Lev. 27. op vers 30.
margenoot22
Hebr. hoopen, hoopen. siet Genes. cap. 14. op vers 10.
margenoot23
T.w. des heyligen, ofte Kerckelicken jaers. Siet boven 15. op vers 10. ende Exod. 12. op vers 2. in dese maent begon den oogst in Canaan.
margenoot24
D. het eerste begin van die hoopen te maken.
margenoot25
Siet van dese maent Levit. 23. op vers 24. Sy quam seer over een met onsen September, als de vruchten van dat lant in de schueren gevoert waren.
margenoot26
Dat is, loofden, ende danckten den Heere, om dat hy het volck het herte gegeven hadde, soo vrywillighlick sijne gaven op te brengen. Siet Genes. 14.20. ende de aenteeckeninge.
margenoot27
De menschen te zegenen, is hen alle goet ende welvaert toe te wenschen. Vergel. Genes. 31. vers 55. ende de aenteeckeninge.
margenoot28
Hebr. De Priester het Hooft, ofte, die het Hooft was. Alsoo 2.Reg. cap. 25. vers 18. boven 24.6. wort hy alleen het Hooft genaemt, namelick der Priesteren.
margenoot29
Dat is, dese gaven, ende offerhanden. Want het woort heffinge wort hier in ’t gemeyn genomen. Siet Numer. 5. op vers 9.
margenoot30
Dat is, goet gedaen. Siet Genes. cap. 12. op vers 2.
margenoot31
Ofte, soo dat het overgeblevene is de veelheyt: T.w. die noch voor handen is, ende die ghy siet.
margenoot32
D. gereet maken. Siet van dese kameren 1.Reg. 6.5. ende de aenteeckeninge.
margenoot33
D. de voornaemste Thresorier, die over dese schatten des tempels gestelt was. Naest hem was Simei sijn broeder, als een Ondercommijs, onder desen de andere Ontfangers, die in ’t volgende vers genoemt worden. Siet de ordinantie hier van 1.Chron. 26.20, 21.
margenoot34
Ofte, voorganger: D. den Overpriester, boven vers 10.
margenoot35
D. aen de oostpoorte des tempels. Siet van dese boven cap. 23. op vers 5.
margenoot36
Hebr. de heyligheden der heyligheden. Verstaet, het overige des vrywilligen spijs-offers, Levit. cap. 2. versen 3, 10. ende de sond-offeren, Levit. 6.17, 25. de schult-offeren, Levit. 7.1. de toonbrooden, Levit. 24.9. Siet oock Num. 18.9.
margenoot37
Hebr. te geven.
margenoot38
Verst. sijne bygevoeghde medehulpers, die onder sijn opsicht, sorge, ende beleyt waren.
margenootc
Ios. 21.9, etc.
margenoot39
Na de wet, Deut. 18.8.
margenoot40
Hebr. benevens haer reeckenen: Ofte, hare reeckeninge der geslachten, D. mitsgaders de gene, die in hare geslacht-registeren geschreven waren van al wat mannelick was. De sin is, datse niet alleene de Priesteren, die den dienst in den tempel deden, haer deel gegeven hebben, maer oock haren sonen.
margenoot41
Dat is, die in den dienst des tempels gebruyckt konden worden, ende volgens van de Kerckelicke goederen haer onderhoudt moesten hebben.
margenoot42
Hebr. om de saken des daeghs op sijnen dagh, dat is, om daer te doen, dat op elcken dagh gedaen moest wesen. Siet gelijcke maniere van spreken Exod. c. 5. vers 13. Anders, hare dagelicksche portie voor haren dienst.
margenoot43
Dat is, die in het geslacht-register der Priesteren geschreven stonden: den welcken niet alleen haer onderhoudt gegeven wiert, maer oock den Leviten.
margenootd
1.Chron. 23.27.
margenoot44
Verst. de vergaderinge der Priesteren, ende der Leviten, die in den tempel den Godtsdienst moesten versorgen: soo dat niet alleen sy voor hare persoonen onderhouden wierden: maer daer wert oock sorge gedragen voor hare vrouwen, ende kinderen.
margenoot45
Siet van het Hebreeusch woort 1.Chron. cap. 9. op vers 22. Anders, in, ofte, na haer getrouwigheyt, ofte, op der selver trouwe, D. sich verlatende op de getrouwigheyt der uytdeelders (van dewelcke gesproken is vers 15.) dat haer het tijtlick onderhoudt van deselve soude versorght worden.
margenoot46
D. seer neerstelick, ende vlijtighlick geheyliget. Anders, tot de heylige dingen geheylight.
margenoot47
Hebr. in alle stadt, ende stadt.
margenoot48
Als boven vers 15.
margenoot49
Hebr. alle tellinge, ofte, reeckeninge by geslachten.
margenoot50
Hebr. waerheyt, ofte, trouwe.
margenoot51
Siet boven 14. op vers 4.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken