Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (1657)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

ebook (11.10 MB)

XML (24.25 MB)

tekstbestand






Editeurs

Hans Beelen

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments

(1657)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Het xj. Capittel.

Register van de gene, die hare woonplaetsen by sekere ordre binnen Ierusalem genomen hebben, vers 1, etc. De reste van het volck wort verdeelt in d’andere steden, dorpen, ende vlecken van Iuda, ende Benjamin, 25.

1

VOorts Ga naar margenoot1 woonden de Overste des volcks te Ierusalem: maer het overige des volcks wierpen loten, om uyt tien eenen uyt te brengen, die in de Ga naar margenoot2 heylige stadt Ierusalem soude woonen, ende negen Ga naar margenoot3 declen in de [andere] steden.

2

Ende het volck Ga naar margenoot4 zegende alle de mannen, die vrywillighlick aenboden te Ierusalem te woonen.

3

Ende dit zijn die Hoofden des Ga naar margenoot5 lantschaps, die te Ierusalem woonden: (Maer in de steden Iuda woonden, een yegelick op sijne besittinge, in hare steden, Ga naar margenoot6 Israël, de Priesters, ende de Leviten, ende de Ga naar margenoot7 Nethinim, ende de kinderen der Ga naar margenoot8 knechten van Salomo.)

4

Te Ierusalem dan woonden, [sommige] van de kinderen Iuda, ende van de kinderen Benjamins: van de kinderen Iuda, Athaja de sone Uzzia, des soons Zacharja, des soons Amarja, des soons Sephatja, des soons Mahalaleëls, van de kinderen Perez.

5

Ende Maaseja de sone Baruchs, des soons Col-hose, des soons Hazaja, des soons Adaja, des soons Iojaribs, des soons Zacharja, des soons Siloni.

6

Alle kinderen van Perez, die te Ierusalem woonden, waren vier hondert, acht ende sestigh Ga naar margenoot9 dappere mannen.

7

Ende dit zijn de kinderen Benjamins: Sallu de sone Mesullams, des soons Ioëds, des soons Pedaja, des soons Kolaja, des soons Maaseja, des soons Ithiël, des soons Iesaja.

8

Ende na hem, Gabbai, Sallai: negen hondert, acht ende twintigh.

9

Ende Ioël, de sone van Zichri, was Opsiender over haer: Ende Iuda, de sone van Senua, was de tweede over de stadt.

10

Van de Priesteren: Iedaja de sone Iojaribs, Iachin,

11

Seraja de sone Hilkia, des soons Mesullams, des soons Zadoks, des soons Merajoths, des soons Ahitubs, was Ga naar margenoot10 Voorganger van Godes Huys.

12

Ende hare broederen, die het werck Ga naar margenoot11 in den huyse deden, waren acht hondert, twee ende twintigh: ende Adaja de sone Ierohams, des soons Pelalja, des soons Amzi, [kolom] des soons Zacharja, des soons Pashurs, des soons Malchia.

13

Ende sijne broederen, Hoofden der vaderen, waren twee hondert, twee ende veertigh. Ende Amassai de sone Azareëls, des soons Achzai, des soons Mesillemoth, des soons Immers.

14

Ende hare broederen, dappere Helden, waren hondert acht ende twintigh: ende Opsiender over haer was Zabdiël de sone van Ga naar margenoot12 Gedolim.

15

Ende van de Leviten: Semaja de sone Hassubs, des soons Azrikams, des soons Hasabja, des soons Buni.

16

Ende Sabbethai, ende Iozabad, van de Hoofden der Leviten, waren over ’t Ga naar margenoot13 buytenwerck van den Huyse Godes.

17

Ende Matthanja de sone Micha, des soons Zabdi, des soons Asaphs, was het hooft, Ga naar margenoot14 die de dancksegginge begon in het gebedt, ende Bakbukia, was de tweede van sijne broederen: ende Abda de sone Sammua, des soons Galals, des soons Ieduthuns.

18

Alle de Leviten in de Ga naar margenoot15 heylige stadt, waren twee hondert, vier ende tachtentigh.

19

Ende de Poortiers, Akkub, Talmon, met hare broederen, Ga naar margenoot16 die wacht hielden in de poorten, waren hondert, twee ende seventigh.

20

Het overige nu van Ga naar margenoot17 Israël, van de Priesteren, [ende] de Leviten, was in alle steden van Iuda, een yegelick in sijn Ga naar margenoot18 erfdeel.

21

Ende de Nethinim woonden in Ga naar margenoot19 Ophel: ende Ziha ende Gispa waren over de Nethinim.

22

Ende der Leviten Opsiender te Ierusalem was Uzzi de sone Bani, des soons Hasabja, des soons Mattanja, des soons Micha: van de kinderen Asaphs waren de Sangers, Ga naar margenoot20 tegen over het werck van Godes Huys.

23

Want daer was een gebodt des Koninghs van hen: te weten, een Ga naar margenoot21 seker onderhoudt voor de Sangers, elcks dagelicks op sijnen dagh.

24

Ende Petahja de sone Mesezabeëls, van de kinderen Zerah, des soons Iuda, was Ga naar margenoot22 aen des Koninghs hant, Ga naar margenoot23 in alle saken tot den volcke.

25

In de dorpen nu op hare ackeren woonden [sommige] van de kinderen Iuda in Ga naar margenoot24 Kiriath-Arba, ende hare Ga naar margenoot25 onderhoorige plaetsen, ende in Dibon ende hare onderhoorige plaetsen, ende in Iekabzeël ende hare dorpen.

26

Ende te Iesua, ende te Molada, ende te Beth-Pelet,

27

Ende te Hazar-Sual, ende in Berseba, ende hare onderhoorige plaetsen,

28

Ende te Ziklag, ende in Mechona ende hare onderhoorige plaetsen,

29

Ende te En-Rimmon, ende te Zora, ende te Iarmuth,

30

Zanoah, Adullam ende hare dorpen, Lachis, ende hare ackeren, Azaka ende hare onderhoorige plaetsen: Ende sy Ga naar margenoot26 legerden hen van Berseba af tot aen ’t Ga naar margenoot27 dal Hinnom.

31

De kinderen Benjamins nu van Geba, [woonden] in Michmas, ende Aija, ende Bethel, ende hare onderhoorige plaetsen,

32

Anathoth, Nob, Ananja,

33

Hazor, Rama, Gitthaim,

34

Hadid, Zeboim, Neballat,

35

Lod, ende Ono, [in] ’t dal der Ga naar margenoot28 werckmeesters.

36

Van de Leviten nu, [woonden sommige in] de Ga naar margenoot29 verdeylingen van Iuda, [ende] Benjamin.

[Folio 214r\Register. Inwyinge der mueren.]
[fol. 214r\Register. Inwyinge der mueren.]
margenoot1
Siet boven c. 7. versen 4, 5.
margenoot2
Hebr. stadt der heyligheyt: alsoo onder vers 18.
margenoot3
Hebr. handen.
margenoot4
D. roemdese ende wenschte hen den zegen des Heeren, om datse van selfs, sonder het lot te verwachten, aenboden te Ierusalem te woonen: dewijle dese stadt als harer aller moeder ende behoudenisse was, ende sonder kloecke ende hertige inwoonders tegen der vyanden list ende gewelt niet konde bewaert worden, ende die bewaert zijnde, hadden de andere plaetsen, daer de vyanden niet op en sagen, geenen noot.
margenoot5
Ofte, der Provintie: verstaet Iudea, zijnde te dier tijt als een Provintie onder het Persische gebiedt.
margenoot6
Hier door verstaen sommige, die van Iuda, als 2.Chron. cap. 21. op vers 2. Andre verstaen sommige van de tien stammen, die hen der religie halven, by Iuda gevoeght hadden. siet 1.Chro. cap. 9. vers 3.
margenoot7
Siet Ezra 2. op vers 43.
margenoot8
Siet Ezra 2. op vers 55.
margenoot9
Ofte, vermogende, rijcke. Hebr. mannen van kloeckheyt, ofte, vermogen.
margenoot10
Ofte, Leytsman, Hertogh. siet 1.Chro. cap. 9. op vers 11.
margenoot11
In den Huyse Godes, dat is, den tempel, versorgende, wat tot den Godtsdienst vereyscht wert.
margenoot12
Hebr. Haggedolim. And. van [eenen] der Grooten.
margenoot13
Verstaet, om te bestieren, wat buyten den tempel tot vorderinge van den Godtsdienst noodigh was, ende het gelt te eyschen, dat de gemeente vrywillighlick aengenomen hadde te contribueren, ten eynde als verhaelt is bov. 10.versen 32, 33. Vergel. 1.Chron. cap. 26. op vers 29.
margenoot14
Als Sanghmeester, Voorsanger der Psalmen ende Lofsangen.
margenoot15
Ierusalem.
margenoot16
Ofte, de wachters.
margenoot17
Siet op vers 3.
margenoot18
Siet onder op vers 36.
margenoot19
Als bov. 3.26.
margenoot20
Dat is, dese moesten by der hant ende in den tempel tegenwoordigh zijn, om te letten op de dagelicksche behoeften van den Godtsdienst, gelijck andere op het buytenwerck letteden, bov. vers 16. siet ond. 12. vers 9.
margenoot21
Hebr. vastigheyt, getrouwigheyt, sekerheyt: (als boven 9. vers 38.) dat is hier, sekere rente, of, een gewis onderhoudt, uyt des Koninghs schathuys. Anders, een vaste rente voor de Sangers. ’t Welck sy alsoo verstaen, dat hen van den Koningh was toevertrouwt, gelt van sijnen Commissaris te ontfangen ende uyt te geven tot dagelicksche behoeften des Godtsdiensts. Siet Ezra 6.8, 9. ende 7.20, 21, 22.
margenoot22
Dat is, des Koninghs Commissaris. Vergel. 1.Chron. cap. 18. vers 17.
margenoot23
Ofte, in allen woorde tot den volcke, ofte, des volcks, Dat is, in’t gene den volcke van des Koninghs wegen was voor te dragen, ofte, het volck met den Koningh te doen hadde. Item, des Koninghs inkomen te vorderen, ende volgens sijnen last te doen besteden. Siet Ezra 6.8.
margenoot24
Van dese ende alle de volgende plaetsen. Siet Ios. 15. versen 13, 21, etc. ende cap. 18. vers 22, etc. ende 19.2, etc.
margenoot25
Hebr. dochteren. Alsoo in’t volgende, ende elders dickwils.
margenoot26
D. sy bewoonden die gantsche lantstreke, haer aldaer onthoudende soo sy best konden, de vervallene plaetsen allenghskens opbouwende, etc.
margenoot27
Siet Ios. 15.8. 2.Reg. 23. op vers 10.
margenoot28
Dat is, timmerlieden ende smeden. siet 1.Chron. 4.14.
margenoot29
De plaetsen, die den Leviten van die beyde stammen volgens Godts ordinantie waren toegedeelt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken