Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (1657)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

ebook (11.10 MB)

XML (24.25 MB)

tekstbestand






Editeurs

Hans Beelen

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments

(1657)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Het xj. Capittel.

Zophar haelt Iob hardelick over, vers 1, etc. Hy verklaert hoe wonderbaer de wijsheyt, ende macht Godes is, 5. Vermaent Iob tot ware bekeeringe, 13. hem voorhoudende Godts beloften, 15. maer indien hy godtloos zy, hem dreygende met Godts straffen, 20.

1

DOe antwoordde Zophar de Naamathiter, ende seyde:

2

Soude Ga naar margenoot1 de veelheyt der woorden niet beantwoort worden? ende soude Ga naar margenoot2 een klapachtigh man Ga naar margenoot3 recht hebben?

3

Ga naar margenoot4 Souden uwe Ga naar margenoot5 leugenen de lieden doen swijgen? ende soudt ghy spotten, ende niemant [u] beschamen?

4

Want ghy hebt geseyt; Ga naar margenoot6 Mijne leere is suyver, ende Ga naar margenoot7 ick ben reyn Ga naar margenoot8 in uwen oogen.

5

Maer gewisselick, Ga naar margenoot9 Och of Godt sprake, ende sijne lippen tegen u opende!

6

Ende u bekent maeckte de verborgentheden der wijsheyt, om datse Ga naar margenoot10 dobbel zijn Ga naar margenoot11 in wesen: daerom weet dat Godt voor u Ga naar margenoot12 vergeet van uwe Ga naar margenoot13 ongerechtigheyt.

7

Sult ghy Ga naar margenoot14 de ondersoeckinge Godes vinden? sult ghy tot de volmaecktheyt toe Ga naar margenoot15 den Almachtigen vinden?

8

Ga naar margenoot16 [Sy is als] de hooghten der hemelen, Ga naar margenoot17 wat kondt ghy doen? dieper dan de Ga naar margenoot18 helle, wat kondt ghy weten?

9

Langer dan de aerde is hare mate, ende breeder dan de zee.

10

Indien Ga naar margenoot19 hy voorby gaet, op dat hy Ga naar margenoot20 overlevere, ofte Ga naar margenoot21 vergadere, wie sal dan hem afkeeren?

11

Ga naar margenoota Want hy kent Ga naar margenoot22 de ydele lieden: ende hy siet de ondeught; soude hy dan niet Ga naar margenoot23 aenmercken?

12

Ga naar margenootb Ga naar margenoot24 Dan sal een Ga naar margenoot25 verstandeloos man, Ga naar margenoot26 kloecksinnigh worden: Ga naar margenoot27 hoewel de mensche [als] het veulen eenes woudt-ezels geboren is.

13

Indien ghy u herte Ga naar margenoot28 bereyt hebt, soo Ga naar margenoot29 breydt uwe handen Ga naar margenoot30 tot hem uyt.

14

Ga naar margenoot31 Indiender ondeught in uwe hant

[Folio 224r]
[fol. 224r]

is, doet die verre wech: ende en laet het onrecht in uwe tenten niet woonen.

15

Want dan sult ghy u aengesichte opheffen Ga naar margenoot32 uyt de gebreken, ende sult vast wesen, ende niet vreesen.

16

Want ghy sult der moeyte vergeten, [ende Ga naar margenoot33 harer] gedencken Ga naar margenoot34 als der wateren, die voorby gegaen zijn.

17

Ga naar margenoot35 Ia [uwen] tijt sal Ga naar margenoot36 klaerder dan de middagh oprijsen: ghy sult Ga naar margenoot37 uytvliegen, als Ga naar margenootc de morgenstont sult ghy zijn.

18

Ende ghy sult vertrouwen, om datter verwachtinge zijn sal: ende ghy sult Ga naar margenoot38 graven; Ga naar margenootd gerustelick sult ghy slapen.

19

Ga naar margenoote Ende ghy sult nederliggen, ende niemant sal [u] verschricken: ende vele sullen u aengesichte Ga naar margenoot39 smeken.

20

Maer Ga naar margenootf de oogen der godtloosen sullen beswijcken, ende de toevlucht sal van hen vergaen: ende hare verwachtinge sal zijn Ga naar margenoot40 de uytblasinge der ziele.

margenoot1
And. die veel van woorden is, ofte, een veelspreker.
margenoot2
Hebr. man der lippen, D. een klappaert, ende swetser. Alsoo wort een man der tonge, genaemt een man die tot quaet spreken, ende lasteren genegen is, Psalm 140. vers 12. Daer en tegen een man der woorden wort genaemt een die welsprekende is, Exod. 4.10.
margenoot3
Ofte, rechtveerdigh zijn?
margenoot4
And. souden [op] uwe leugenen de lieden swijgen?
margenoot5
Het woort in den oorspronck beteeckent verscheydene dingen, maer voor leugenen wort het genomen Ierem. 48. vers 30.
margenoot6
T.w. waer door Iob geleert hadde, dat Godt de goede soo wel straft, als de quaede, boven 9.22. hoewel hy sulcks rechtveerdelick doet, in het selve Capittel versen 2, 3. doch niet altijts acht hebbende op de sonde, (gelijck wanneer hy de godtloose straft) bov. 10. vers 7. ’t Hebreeusch woort betekent niet alleene het onderwijs dat gegeven wort, maer oock de wetenschap die ontfangen wort. Verg. Prov. 1. vers 5. ende 4.2, etc.
margenoot7
Siet bov. 10.7. alwaer Iob wel seyt dat hy niet godtloos en was, maer niet gelijck Zophar hem hier verwijt, dat hy suyver was in des Heeren oogen. Het eerste verstondt Iob van grouwelicke godtloosheyt, die sijne vrienden hem optegen: ende dit andere dat Zophar hem hier te laste leyt, verstaet sich van eene volkomene reynigheyt, die Iob noch hemselven, noch niemant toegeschreven heeft. Siet boven cap. 9. vers 2.
margenoot8
De oogen Godts beteeckenen hier sijn oordeel: alsoo 1.Sam. cap. 15. vers 19. 1.Reg. cap. 11. vers 6.
margenoot9
Hebr. wie sal geven dat Godt spreke? Siet boven cap. 6. op vers 8.
margenoot10
Dat is, noch eens soo groot in der daet ende waerheyt. De sin is, dat in Godes wijsheyt noch veel meer reden was, om Iob harder te straffen, dan hy gestraft was, indien hy tegen hem het hooghste recht hadde willen gebruycken. Vergel. Ezr. 9. op vers 15. Anders, want der wijsheyt is noch eens soo vele.
margenoot11
And. by de wet, die noch eens soo veel vereyscht, dan ghy gedaen hebt. Siet van het Hebreeusch woort touschijah, boven cap. 5. op vers 12.
margenoot12
Dat is, afslaet, ofte, vermindert. Ofte aldus: Dat Godt u vergeet (Dat is, geen weldadigheyt bewijst) van wegen uvve ongerechtigheyt, ofte, dat Godt u afvordert, etc. Anders, van u [min] eyscht, dan uwe ongerechticheyt [verdient.]
margenoot13
Dat is, straffe uwer ongerechtigheyt. Siet Levit. cap. 5. op vers 1.
margenoot14
Ondersoeckinge wort genaemt het gene door ondersoeckinge verkregen wort, als verstant, wijsheyt, ende oordeel: want hoewel dese dingen door sulcken middel in Godt niet en zijn, nochtans menschelicker wijse wordende alsoo genoemt. Gode nu, ende sijnen Geest wort ondersoeckinge toegeschreven, onder 28.27. 1.Corinth. 2.10. Verstaet hier door dese, de heymelicke, doch rechtveerdige oordeelen Godts, die hy gebruyckt in het straffen. Anders, sult ghy [door] ondersoeckinge Godt vinden?
margenoot15
D. de verborgentheden van de wijsheyt des almachtigen Godts, ofte sijne volmaecktheyt.
margenoot16
Dat is, sy, te weten, de wijsheyt Godts daer van boven vers 6. gesproken is, (ofte de volmaecktheyt Godts, waer van eenige meenen vers 7. gesproken te zijn) is by den alderhooghsten hemel te vergelijcken. Siet Ephes. cap. 3. vers 18.
margenoot17
Te weten, om die ten vollen te ondersoecken, ende uyt te vinden.
margenoot18
Vergel. onder 26.6. ende siet Genes. 37. op vers 35.
margenoot19
Dat is, soo hy, te weten, Godt, hem vertoont in sijne wercken. Alsoo boven 9. vers 11. Siet de aenteeck. And. soo hy verandert, Te weten, sijn werck.
margenoot20
Ofte, besluyte, te weten, in het gewelt der straffe, die hy rechtveerdelick tegen hem uytvoert.
margenoot21
Verstaet tot de genietinge sijner weldaden, die hy bewijst aen de gene, dewelcke hy genadelick aenneemt.
margenoota
Psalm 10.11, 14. ende 35.22.
margenoot22
Hebr. menschen der ydelheyt, ofte, valsheyt, Dat is, die tot ydelheyt ende valsheyt genegen zijn. Verstaet ydele leere, ende onnutte wercken, dewelcke gevonden worden in de gene, die sonder het geloove, de vreese Godes, ende ware boetveerdigheyt zijn. Alsoo Psalm 26. vers 4. In gelijcken sin worden genaemt onder 22. vers 15. lieden der ongerechtighteyt: ende 34.8. mannen der godtloosheyt. Prov. cap. 24. vers 1. lieden der boosheyt.
margenoot23
Dat is, bedencken, verstaen, acht geven, ende voornemen, die na sijne rechtveerdigheyt te straffen. Siet van het Hebreeusch woort 1.Reg. cap. 3. op vers 21.
margenootb
Iob. 5.8. ende 22.21. Eccles. 3.18.
margenoot24
Te weten, als Godt sijne straffen ende oordeelen uytvoert. And. maer de mensche is ydel, [ende] verstandeloos: ende [als] het jonck eens woudt-ezels is de mensche geboren.
margenoot25
Hebr. ledigh.
margenoot26
Dat is, niet alleen genegen zijn om wijsheyt te leeren, maer sal oock deselve begrijpen, ende aennemen: want het herte wort in de Heylige Schrift voor den sin, ende verstant des menschen genomen. Siet boven 9. op vers 4.
margenoot27
Dat is, al is het dat de mensche van het begin sijnes levens af seer plomp, ende onverstandigh is, gelijck het veulen eenes wilden ezels, nochtans kan hy door de overlegginge van Godts wercken eenige wijsheyt vatten, wel verstaende door den Geest Godts verlicht, ende geleydt zijnde.
margenoot28
Te weten, door oprechte bekeeringe. Siet 2.Chron. 12. op vers 14.
margenoot29
Siet van dese ceremonie in’t bidden gebruyckelick, 1.Reg. 8. op vers 22.
margenoot30
Namel. tot Godt.
margenoot31
D. soo ghy een voornemen hebt, om uwen naesten quaet te doen, ofte alreede dat gedaen hebt. In sulcke maniere van spreken beteeckent het woordeken hant, het voornemen, ofte, de daet des menschen, ofte beyde. Vergelijckt 1.Sam. 26.18. 1.Chron. 12.17. Psalm 26.10.
margenoot32
Dat is, uyt de menigerley elenden in dewelcke ghy nu steeckt, ende de straffen, die ghy nu lijden moet.
margenoot33
D. der voorgemelder moeyte, ofte elende.
margenoot34
Te weten, die seer snellick wech gevloeyt, ende voorby geloopen zijn, op dewelcke men niet meer en denckt. Hy wil seggen dat hy gantsch geene gedachtenisse sijner elende soude hebben.
margenoot35
Ofte, ouderdom. Vergel. Psalm 39.6. ende 89.48.
margenoot36
D. klaerder dan het schijnsel der middaeghscher sonne. De middagh beteeckent hier seer groote klaerheyt. siet bov. 5. op vers 14. De sin is, wat ghy noch overigh te leven hebt, sal van Godt grootelicks gezegent worden: want middagh beteeckent somtijts in de Heylige Schrifture grooten voorspoet, Iesa. 58.10. Amos 8.9.
margenoot37
D. uyt kruys ende lijden verlost worden, ende u als het morgenlicht uytbreyden. Anders, zijt ghy duyster, soo sult ghy als de morgenstont zijn.
margenootc
Psalm 37.6. ende 112.4.
margenoot38
T.w. om uwe hutte, ofte huys te bouwen, ende te versekeren. De sin is, dat hy eene sekere plaetse van wooninge soude hebben, in dewelcke hy stil, ende gerust soude woonen.
margenootd
Levit. 26.5.
margenoote
Levit. 26.6. Psalm 3.6. ende 4.9. Prov. 3.24.
margenoot39
Dat is, de menschen sullen hen voor u vernederen, versoeckende met alle eerbiedinge, ende ernst uwe gunste, uyt oorsake van uwe hoogheyt, eere, ende vermeugen. Het Hebreeusch woort is oock in gelijcken sin genomen, Exod. 32.11. 1.Sam. 13. vers 12. 1.Reg. 13.6. Psalm 45.13. ende 119.58. Prov. 19.6. Zach. 7.2.
margenootf
Iob 8.13, 14. ende 18.14.
margenoot40
Verstaet hier mede de doot, dewelcke alsse den godtloosen over komt, hen alle hope beneemt, niet alleen, om datse hier al haer goet, ende heerlickheyt laten moeten, maer oock, om dat het gevoelen van Godes toorn hen verschrickt, waerdoor sy berooft worden van haren troost, ten aensien van dit, ende het toekomende leven. Vergelijckt Ierem. 15.9.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken